Start Omhoog

Citaten uit

Nieuw rechts in Nederland

Jos de Beus, Trouw 25 oktober 2003

[... ... ...]

Kan het zijn dat we aan het begin van de nieuwe eeuw een derde reveil van het Nederlandse conservatisme meemaken? Het lijkt er wel op. Een al langer bestaande kentering in de dagelijkse moraal en het rechtsbewustzijn - van vrijheid en zelfbestuur naar veiligheid en sociale regels - is inmiddels doorgedrongen tot het politieke midden. Fortuyn had zijn radicale opvattingen over burgerlijke vrijheden ingebed in een kader van zijns inziens vaste Nederlandse en westerse waarden en normen. De LPF vertolkt een volks nationalisme dat alle asocialen mores wil leren.

Het CDA staat onder leiding van twee herkenbare antirevolutionairen, Balkenende en Donner.
[...]
Hun oproep tot eigen verantwoordelijkheid is een streven naar herstel van balans tussen overheid, markt, gezin, vereniging, en de mens in diens onverwoestbare religiositeit na decennia van collectivisering en commercialisering.

Dit Haagse reveil sluit aan bij de internationale politiek. Daar lijkt het conservatieve moment aangebroken met Aznar in Spanje, Berlusconi in Italië, Bush in de Verenigde Staten, Chirac in Frankrijk, Poetin in Rusland, Schüssel in Oostenrijk en Stoiber in Beieren. Maar geen van deze figuren komt nog in de buurt van het elan van de Britse Tory's in de tijd van Thatcher, terwijl de instorting van deze partij vandaag iets leert over de grote moeilijkheden van een neoconservatief project.

[... ... ...]

Een pleidooi voor neoconservatisme met een aannemelijke diagnose en remedie is geen sinecure. Met een lichamelijke afkeer van links, een klaagzang op de fouten van centrum-rechts en versleten stijlmiddelen blijft men steken bij de opiniepagina en het praatprogramma.

[...]

[Het Conservatief Manifest] omvat een harde onderdrukking van de misdaad; een gedwongen assimilatie van niet-westerse immigranten; een minimale staat die zich beperkt tot defensie, politie, handhaving van particuliere eigendomsverhoudingen en beperkte armoedebestrijding gekoppeld aan maatschappelijke dienstplicht; en privatisering van het onderwijs.

Spruyt en Visser voeren enkele redenen aan voor dit draconische programma. In een democratie op drift heeft een mild conservatisme, met zijn ironie en scepsis, geen enkele kans van slagen. Conservatieve politiek is hetzij vrijblijvend en zwak, hetzij hardvochtig en invloedrijk.

Bovendien is de Nederlandse samenleving en politiek in een crisis geraakt die enkel met conservatieve middelen kan worden gestopt.

[...]

De manifestschrijvers beweren ook dat een consequente uitvoering van hun voorstellen pas haalbaar is na de invoering van een districtenstelsel plus gekozen politieke ambtsdragers en twee superpartijen. Een neoconservatieve moederpartij met een afgetekende meerderheid kan Nederland er in twee termijnen weer bovenop helpen.

Je hoeft geen conservatief te zijn om het nut te zien van een duidelijker, dwingender en selectiever overheidsoptreden.

[...]

Niettemin beschouw ik hun op zichzelf welkome 'herontdekking van de filosofische wortels' van het conservatisme als onvoldragen en problematisch.

Spruyt en Visser beweren dat de westerse cultuur superieur is in haar vermogen tot overleving, uitbreiding en bloei. Maar ze beweren in een en dezelfde adem ook dat de westerse cultuur inferieur is in haar zelfbescherming. Zij wordt immers van binnenuit bedreigd door misdadigers, niet-westerse immigranten, parasiterende gebruikers van sociale rechten, gemakzuchtige scholieren en studenten, en onzekere of verraderlijke elites.

Misschien is het beter uit te gaan van de stelling van het gevaar van destabiliserend succes. De grote prestaties van open samenlevingen in het Westen wekken de afgunst op van gesloten samenlevingen elders, met emigratie en terreur als voorspelbare gevolgen. Ze wekken tevens een verweking van westerse instellingen en praktijken zelf op, met als gevolg een afnemende voorsprong en een meningsverschil tussen westerlingen onderling over de indamming van die teruggang.

Zo bezien, volgt de weerbaarheid van het Westen en van Nederland niet uit een grimmig postulaat van superioriteit. Dat postulaat van kijkcijferkeizer Berlusconi - 'de westerse cultuur is de beste' - is ongeveer even zelf-ondermijnend als de pose van een winnaar die voortdurend van zichzelf zegt dat hij goed is (leuk, slim, mooi).

[...]

De manifestschrijvers staan helemaal niet stil bij het opvallende gegeven dat hun eigen hervormingsvoorstellen een breuk inhouden met Nederlandse zeden en gewoonten. Er is hier te lande sprake van een periodiek terugkerend protest tegen een vastlopend regime van wederzijdse aanpassing - tegen compromissen, bakken geld en actes van duldzaamheid als antwoord op weerbarstige conflicten.

Dergelijk protest wordt tot dusver steeds weer opgelost door een snelle wisseling van 'regenten' en een snelle wijziging van krachtsverhoudingen tussen partijen. Dus juist niet door een stelselwijzing in de richting van de Anglo-Amerikaanse meerderheidsbeslissing. De 'gewone mensen' hebben zelden belangstelling voor constitutionele experimenten. Ze willen liever dat de gebruikelijke politiek wordt doorbroken door nieuwe politici in nieuwe partijen en coalities met nieuwe inzichten en ambities.

Ik voorspel dat de vorming van een federale conservatieve volkspartij op een mislukking gaat uitlopen mede omdat CDA, VVD, LPF, ChristenUnie en SGP er steeds beter in zullen slagen om het huidige conservatieve ongenoegen van de bevolking aansprekend te vertegenwoordigen en zo op te heffen.

Een volgend minpunt is de verwarring tussen conservatisme en Neerlandocentrisme [...]. Het is niet in het belang van de westerse alliantie als alle bondgenoten hun grenzen zouden sluiten en de opvang van vluchtelingen volledig overlaten aan de landen in de regio. Het gaat in die regio's om ernstig overbelaste en ontwrichte samenlevingen die een gevaar worden voor de wereldveiligheid in ruime zin.

[...]

Mijn grootste bezwaar tegen het Conservatief Manifest betreft een denkfout in de waakzame verdediging van de open samenleving die steeds vaker wordt gemaakt. Wat doorklinkt in beschouwingen van rechtse intellectuelen is dat men de open samenleving verdedigt met de middelen van gesloten samenlevingen en dat men terugvalt op de macht van het getal en het institutionele overwicht van de blanke meerderheid zonder enige tucht en zelfbeperking aan de zijde van de rechtse achterban zelf.

[... ...]

Het manifest heeft de neiging een bepaalde verbinding tussen machtspolitiek en groepsegoïsme door en voor gevestigde Nederlanders als een ethische daad te presenteren. Dat lijkt me een misbruik van de conservatieve canon dat zelfs in een omgeving van slechte stervelingen met een genetische handicap of een erfzonde niet onopgemerkt zal blijven.

 

Start Omhoog