Citaten uitDe anti-islampartij van Geert WildersMarcel ten Hooven, Trouw 8 november 2004 De nieuwe beweging van Geert Wilders heeft haar uitgangspunten duidelijk gemaakt: moslims moeten zich aanpassen, of ophoepelen. Ideoloog Bart Jan Spruyt gelooft in een samenleving waar de christelijke religie superieur is aan de islam. In zijn zoektocht naar theoretische bronnen voor zijn strijd tegen de 'islamisering van de Nederlandse cultuur', is het oog van het afgescheiden VVD-kamerlid Wilders gevallen op het werk van Alexis de Tocqueville. [...] Religie, zo nam hij in de jonge republiek [de VS] waar, was onmisbaar voor de democratie. Het was de bron van een moraal die mensen boven zichzelf doet uitstijgen. De Tocqueville concludeerde: religie kan mensen motiveren om zich voor de publieke zaak in te zetten. Zij is daarmee het belangrijkste wapen tegen het gevaar van individualisme en materialisme dat volgens de Tocqueville in elke democratie besloten ligt. Hoewel de Fransman zich nergens in zijn reisverslag 'Over de democratie in Amerika' expliciet uitliet over de vraag of de ene religie beter in staat is mensen tot burgerschap te motiveren dan de andere, zal de volgende passage Geert Wilders niet zijn ontgaan:
Bart-Jan Spruyt, de directeur van de conservatieve denktank Edmund Burke stichting, put in zijn schets voor een liberaal-conservatieve beweging uit De Tocqueville. Hij pleit ervoor om moslims in Nederland uit te sluiten van grondwettelijke rechten en vrijheden. Spruyt heeft dat stuk voorgelegd aan Wilders, in wie hij een geestverwant ziet, en het kamerlid omarmde het onmiddellijk. [...] Het programma van Spruyt biedt Wilders een politiek-theoretisch fundament voor zijn streven de vrijheid van onderwijs en van vereniging voor moslims op te schorten. Dat pleidooi stak hij al eerder af met zijn toenmalig fractiegenote Hirsi Ali, onder het motto van een 'liberale djihad'. In de ogen van Spruyt en Wilders zijn burgerrechten alleen opeisbaar door mensen die zich als 'goede burgers' gedragen.
Dat houdt in, schreef Spruyt op de Podium-pagina van afgelopen zaterdag, dat de één respect voor de ander opbrengt, niet oproept of aanzet tot geweld en alles wat zijn geloof 'zonde' noemt niet criminaliseert. [...] [Hun] oordeel over de islam is in de programmaschets zonneklaar:
Het beleid dat volgens Spruyt uit deze notie voortvloeit, houdt behalve een uitsluiting van moslims van grondrechten en vrijheden, het volgende in:
[...H]et liberalisme van de VVD, Wilders' oude partij, is volgens Spruyt als
politieke leer ongeschikt om het gewenste beleid te funderen. Het liberalisme
laat ieder individu vrij zelf te bepalen wat hem goed dunkt en wat het doel en
zin van het leven is. Maar, aldus Spruyt:
Met de uitsluiting van moslims van grondrechten, beoogt Spruyt doelbewust te breken met de 'Pacificatie', het grote compromis dat sinds 1917 de basis vormt van de maatschappelijke orde van Nederland. In een uitruil van belangen tussen liberalen, christen-democraten en socialisten, kregen alle groepen in Nederland in dat jaar formeel en materiaal gelijke rechten. De Pacificatie was zo bezien een rechtstatelijke erkenning van de pluriformiteit van de Nederlandse samenleving. Spruyt meent dat zo'n ordening alleen werkt als iedereen gelijkgestemde ideeën heeft over wat een 'goede burger' is. Dat is met de komst van de moslims volgens hem niet meer zo. [...] Deze breuk met het verleden lijkt ook in één klap een breuk in de Edmund Burkestichting te veroorzaken.
[...]
|