Citaten uit
Harde kritiek op de keuzes van Balkenende
Bert de Vries
Lex Oomkes, Trouw 2 september 2005
In zijn gisteren gepubliceerde boek 'Overmoed en onbehagen, het
hervormingskabinet Balkenende' heeft Bert de Vries een duidelijke boodschap. Hij
is zeer ongelukkig met de keuze van 'zijn' CDA voor een neoconservatief profiel.
,,Neoconservatisme is een maakbaarheidsgeloof, net als het
socialisme."
'Ik bespeur bij de top van het CDA een vreemde hang naar het verleden'
De loyale adjudant van 'no-nonsense'-premier Lubbers
[...]
De Vries noemt zichzelf een 'sociaal-conservatief'. Iets heel anders dan het
neoconservatisme, dat hij ontwaart in de partijkoers.
„Een conservatief gaat ervan uit dat regelingen niet voor niets zijn,
zoals ze zijn. Hij vraagt zich af wat de functie van een regeling was en is.
Zoals de door de overheid geregelde sociale zekerheid. Dat was niet voor
niets. Niet iedereen kan zijn eigen zaken wel regelen. Die regelingen vergen
vervolgens onderhoud, soms groot onderhoud. Maar dat is wat anders dan, om bij
de sociale zekerheid te blijven, te stellen dat de verzorgingsstaat bederf
heeft gezaaid.
Dat is wat de neoconservatieven geloven. Zij beweren dat de
verzorgingsstaat mensen afhankelijk heeft gemaakt. Dus moet de
verzorgingsstaat worden opgeruimd.
Neoconservatisme is een ideologie, die uitgaat van eenzelfde
maakbaarheidsgeloof als vroeger het socialisme."
Tegelijkertijd bespeurt De Vries bij de partijtop een vreemde hang naar het
verleden. De Vries:
„Kijk naar publicaties van Balkenende. Hij heeft het erover dat wij in de
jaren '60 en '70 wat kwijtgeraakt zijn. Minder arbeidsmoraal en meer
gemakzucht. Onbegrijpelijk. Kijk eens naar de huidige arbeidsmoraal. Mensen
hebben nog nooit zo op hun tenen moeten lopen. Als dit kabinet sociale
regelingen wil overlaten aan bonden en bedrijven, dan wil hij terug naar voor
de Tweede Wereldoorlog. Alsof niet het besef is doorgebroken, dat we sommige
zaken op nationaal niveau moeten regelen. Dat er anders grote groepen mensen
buiten de boot kunnen vallen."
Het neoconservatisme van het CDA en de coalitie waarschuwt dat we geen andere
kant op kunnen dan dit kabinet voorstaat. Vergrijzing, globalisering en het
ontstaan van een nieuw soort mens, de zelfbewuste, geëmancipeerde leden van de
middengroepen, vragen daarom. Er moet meer gewerkt worden, de overheid moet
verder terugtreden en een staatsschuld is bijna een misdrijf. In driehonderd
pagina's tracht De Vries aan te tonen dat het hier niet om een noodzaak der
natuur gaat, maar om een ideologische keuze.
[...]
De Vries zegt niet echt een idee te hebben welk einddoel de neoconservatieven
in zijn partij nu eigenlijk hebben.
„Dat is uitermate vaag. We moeten allemaal langer en harder werken.
Waarom is mij onduidelijk. Wat ik wel weet, is dat een meer ontspannen
samenleving in een kwaad daglicht wordt gesteld. En daarvoor worden beelden
gebruikt, die pure ideologie zijn. Dat we de globalisering het hoofd moeten
bieden, staat vast, maar de suggestie dat dat alleen kan door allemaal weer
veertig uur per week tot ons 65ste te werken, klopt gewoon niet. Het gaat erom
of de productiviteit en de kosten per gewerkt uur voldoende concurrerend
zijn."
„Dat geldt ook voor het verhaal dat de vergrijzing ons bedreigt en dat de
middengroepen geen boodschap meer hebben aan solidariteit. Ik geloof er niets
van. Ook die mensen blijven grote risico's lopen op inkomensverlies bij
werkloosheid. Het kabinet en het CDA lijken te zeggen dat solidariteit
weliswaar mooi is, maar dat dat geen norm is voor overheidsbeleid. Dat wens ik
te bestrijden."