Citaten uitHet klappertjespistool van de vergrijzingBert de Vries over het CDA en de neoconservatieve agenda van premier BalkenendePetra de Koning, NRC Handelsblad 3 september 2005 De vijf punten van De Vries
De vergrijzing is in Nederland een schijnprobleem, zegt Bert de Vries. In zijn deze week verschenen boek levert de vooraanstaande CDA'er felle kritiek op de koers van zijn partij.
[...] Het CDA, vindt hij, is onder leiding van Balkenende een neoconservatieve partij geworden die ,,het ideologische zoeklicht'' niet meer richt op zwakke, kwetsbare mensen, maar op mensen die mondig en geëmancipeerd zijn. En dat maakt hem, zegt hij, diep ongelukkig. Niet alleen omdat hij vindt dat het CDA de partij zou moeten zijn van gerechtigheid, solidariteit en rentmeesterschap. In zijn boek Overmoed en Onbehagen, dat afgelopen donderdag verscheen, schrijft hij:
Je kunt ook vinden dat de overheid minder verantwoordelijkheid zou moeten hebben en dat burgers, organisaties en bedrijven meer zelf moeten regelen. Maar de argumenten die daarbij gebruikt worden kloppen niet, schrijft hij ook. En de doemscenario's van dit kabinet zijn vals. [...] Raadsel [... ... ...] Het kabinet-Balkenende, schrijft hij, wil Nederland veranderen. Burgers, organisaties en bedrijven moeten vaker afspraken met elkaar gaan maken, ze moeten zelf verantwoordelijk worden voor voorzieningen die de overheid nu nog voor hen regelt. Er zal een 'netwerksamenleving' gaan ontstaan met 'dynamische arbeidsrelaties' waarbij inkomensbescherming niet vanzelfsprekend is. Vooral laag opgeleiden en mensen met korte, flexibele contracten zullen daaronder lijden. Maar het kabinet, schrijft Bert de Vries, denkt aan de middenklasse.
Bert de Vries denkt dat het kabinet nog niet precies weet hoe het mensen moet gaan uitleggen dat een Angelsaksische, hardere samenleving beter voor hen is dan de verzorgingsstaat uit het Rijnlandse model dat tot nu toe werd gevolgd.
[... ... ...] Jan SalieHet CDA [...] is volgens Bert de Vries altijd een partij geweest met
In Overmoed en Onbehagen schrijft Bert de Vries dat de confessionele partijen in de jaren zestig en zeventig graag wilden laten zien dat ze minstens zo sociaal waren als de sociaal-democraten. Er waren christelijke politici die daar echt in geloofden, maar ze beseften ook dat ze met de sociaal-democraten mee moesten doen omdat ze al veel kiezers kwijtraakten door de secularisatie. De Vries zegt dat hij overeenkomsten ziet met hoe het CDA zich nu gedraagt. [...] Bij Balkenende, denkt De Vries, komt het neoconservatisme ,,van binnenuit''. In de tijd dat De Vries fractievoorzitter was werkte Balkenende bij het wetenschappelijk instituut van het CDA.
In zijn boek beschrijft De Vries hoe Balkenende volgens hem wél denkt:
Bert de Vries wordt er verdrietig van, zegt hij, dat het kabinet de bevolking ervan wil overtuigen dat de sociale zekerheid ,,nog verder uitgekleed'' moet worden - met het 'klappertjespistool' van de vergrijzing op de borst. De veranderingen die het kabinet wil in de WAO, de VUT en het prepensioen, de WW en het ontslagrecht zijn bedoeld om zo veel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. De Vries denkt dat veel mensen de arbeidsmarkt 'opgejaagd' zullen worden die voor werkgevers geen 'relevant arbeidsaanbod' zijn. Bijvoorbeeld omdat ze te laag zijn opgeleid.
Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau blijkt dat de meeste Nederlanders niet willen dat de verzorgingsstaat verdwijnt. En uit het onderzoek 21 minuten.nl, waar begin dit jaar 150.000 mensen aan meededen, kwam dat meer dan 85 procent van de bevolking tevreden zou zijn met minder economische groei. Bijna alle ondervraagden wilden graag dat Nederland een sociale, solidaire samenleving zou zijn.
Boos[...] De voorzitter van het CDA, Marja van Bijsterveldt, zal in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag het eerste exemplaar van Overmoed en Onbehagen in ontvangst nemen. De Vries weet dat hij zijn partij ,,nogal wat aandoet'' door met zo'n kritisch boek te komen.
Maar debat, vindt hij, hoort bij een democratie. Hij vertelt ook dat hij al vanaf midden jaren tachtig ideologisch van de partij vervreemdde. Er verschenen rapporten over de 'verantwoordelijke samenleving'. Burgers en organisaties, vond het CDA, moesten minder afhankelijk worden van de overheid. Ze moesten ook zelf verantwoordelijk worden voor onderwijs, zorg en sociale zekerheid. Bert de Vries vond dat de partij te veel aandacht had voor mensen die zichzelf konden redden, en te weinig voor de zwakkeren. [... ... ...]]
[...]
|