Citaten uit
Drugsgebruik kan verstandig
Andreas Kinneging, NRC 17 november 2005
Freek Polak is psychiater en bestuurslid van de Stichting
Drugsbeleid.
Bij drugsgebruik gaat het om de vraag hoe de gezondheidsrisico's van
roesmiddelen kunnen worden beperkt, meent Freek Polak in antwoord op
Andreas Kinneging.
Je kunt tegen drugs zijn, zoals blijkt uit de bijdrage van Andreas
Kinneging [... zie hiernaast], of zoals ik, voor verstandig en tegen
onverstandig gebruik van (legale en illegale) roesmiddelen, en daarom
voor wettelijke regulering (oftewel legalisering).
[...]
Kinnegings artikel illustreert wat Cohen, Van der Tas en ik twee jaar
geleden hebben omschreven als de bedroevende kwaliteit van het
Nederlandse legaliseringsdebat. Wat hij allemaal over cannabis beweert,
is werkelijk buitensporig, het is Reefer Madness Revisited.
Al deze onware dan wel zwaar overdreven beweringen kunnen worden
weerlegd of tot realistische proporties teruggebracht, maar het zou te
veel eer zijn, tenminste, wanneer het de bedoeling is een serieuze
discussie te voeren over de vraag wat beter is: een verbod dan wel een
vorm van regulering. Het is één van de verbazingwekkende kanten van
het debat over drugs en drugsbeleid dat dit soort onzin telkens herhaald
kan worden.
Wat cannabis betreft lijkt het me voldoende erop te wijzen dat in een
groot aantal onafhankelijke commissies [... lijstje ...] is
geconcludeerd dat dit roesmiddel belangrijk minder schadelijk is dan
alcohol en sigaretten.
Maar rechtsfilosoof Kinneging weet het beter.
Hij past bovendien een discussietruc toe door te beweren dat
voorstanders van legalisering zeggen dat cannabis onschadelijk is. De
Stichting Drugsbeleid zegt dat niet [...].
Wij ontkennen niet dat ook cannabis nadelige effecten kan hebben.
Echter, we voeren de gezondheidsrisico's van drugs in het algemeen, en
ook de relatief geringe gezondheidsrisico's van cannabis, juist aan als
reden voor legalisering.
Om de Australische verslavingsarts Alex Wodak te citeren:
,,Als die stoffen zo gevaarlijk zijn, waarom moeten we die handel
dan aan criminelen overlaten?''
[...]
Kinneging vreest dat drugsgebruik na legalisering ernstig zal
toenemen. Die angst is niet onbegrijpelijk, maar wel ongegrond.
Vergelijkend onderzoek tussen landen met verschillende drugsregimes laat
zien dat er nauwelijks verband is tussen de mate van repressie en de
omvang van problematisch drugsgebruik hoe onwaarschijnlijk dat ook
lijkt.
(Zie Angst voor Drugs bij www.drugsbeleid.nl/nederlands/index.html
)
Het meer liberale klimaat in Nederland heeft niet voor cannabis en
evenmin voor de harddrugs geleid tot een hoger niveau van gebruik dan in
omringende landen met hardere repressie. Of mensen roesmiddelen
gebruiken heeft vooral te maken met sociale en culturele factoren en
niet of nauwelijks met wel of geen verbod.
Wanneer de veronderstellingen waarop het drugsverbod berust juist
zouden zijn, zou de toestand in Nederland veel beroerder moeten zijn dan
in de Verenigde Staten. Het omgekeerde is het geval.
Maar Kinneging roemt het Amerikaanse systeem, omdat het drugsgebruik
in de VS zou zijn verminderd.
Met enige moeite kan wel een periode worden gevonden waarin dit geldt -
maar alleen voor het recreatieve en niet voor het problematische
gebruik.
[...]
De drugsoorlog werkt door in alle facetten van de Amerikaanse
samenleving, met onder meer random drugstesten in veel bedrijven
en scholen en schandalig lange gevangenisstraffen voor kleine
overtredingen van de drugswetten.
Toch heeft deze massieve repressie geen verandering gebracht in het
feit dat hun cijfers voor gebruik en verslaving jaar in jaar uit
aanzienlijk hoger zijn dan bij ons.
Kinneging vermeldt ook niet dat de drugsprohibitie in de Verenigde
Staten geleid heeft tot het grootste aantal gevangenen ter wereld
(vooral niet-blanken) [...].
Na de invoering van het onderscheid soft/harddrugs in 1976 is het
Nederlandse drugsbeleid niet meer grondig heroverwogen. Telkens roepen
bestuurders om onorthodoxe maatregelen. De één wil regulering van de
cannabisteelt, de ander cocaïneverstrekking en een derde
dwangbehandeling.
Zelfs de (voorspelde) mislukking van de SOV, Strafrechtelijke Opvang
Verslaafden, belet politici niet om quasi onorthodox maar weer voor
dwangbehandeling te pleiten.
Aanleiding voor Kinneging om zijn artikel te schrijven was de
verrassing dat de VVD ineens voluit voor regulering van de coffeeshops
pleit.
Misschien moet het inderdaad van de VVD komen. Als die partij inziet dat
het drugsverbod strijdig is met liberale opvattingen over mensenrechten
en economie en dat het een fabel is dat het drugsverbod nodig is om de
volksgezondheid te beschermen, kan eindelijk de discussie over
alternatief drugsbeleid beginnen.
Politici erkennen niet graag dat ze jarenlang een schadelijk en
contraproductief beleid hebben gevoerd of ondersteund. Daarom kunnen we
vooral wat verwachten van nieuwe figuren in de politiek, die niet bang
zijn voor gezichtsverlies, zoals David Cameron, één van de twee
kandidaten voor het leiderschap van de Britse Conservatieven, en wie
weet? - het VVD-Tweede-Kamerlid dat ons op deze verrassing trakteerde.