Citaten uitDe schaapskleren zijn uitMarcel ten Hooven, VN 10 maart 2007 Het zal Geert Wilders niks hebben uitgemaakt dat zijn motie van wantrouwen tegen Ahmed Aboutaleb en Nebahat Albayrak het niet heeft gehaald. Er is rumoer gemaakt, hij stijgt in de peilingen. Hoe ver zal hij radicaliseren? 'Hij is een weg ingeslagen die eindigt met de vaststelling: "Deze rechtsorde is de onze niet.'" Geert Wilders acht in zijn strijd om de macht nu 'alles geoorloofd' en daarom gaat hij 'nog meer lawaai' maken. De leider van de Partij voor de Vrijheid (PVV) deed die aankondiging in een vraaggesprek met NRC Handelsblad, aan de vooravond van het debat over de regeringsverklaring. Met zijn aanval op de persoonlijke integriteit van de PvdA-bewindslieden Aboutaleb en Albayrak maakte Wilders terstond duidelijk wat hij met die inzet bedoelt. Hij wil vooral rumoer en spektakel maken, om zo meer steun te verwerven onder kiezers die de politiek halfzacht vinden en vallen voor krachtpatserij. Bij de volgende verkiezingen hoopt Wilders dan zijn grote slag te slaan, blijkt uit zijn herhaaldelijke verzekering dat hij dan zal zegevieren. Evenmin laat hij twijfel bestaan over zijn doel. Hij wil een Nederland met zo min mogelijk moslims, liever nog zonder, en hen daarom aanmoedigen het land 'vrijwillig' te verlaten: 'Wie zich niet aan onze dominante cultuur aanpast, is hier over twintig jaar niet meer. Die wordt het land uitgezet.' Tot het moment dat hij zijn doorbraak maakt en de andere politieke partijen niet meer om hem heen kunnen, zal Wilders niet echt zijn geïnteresseerd in het behalen van concrete resultaten. Liever dan haalbare moties te formuleren of gelegenheidscoalities te sluiten, poseert hij als de eenzame strijder tegen een gesloten Haags establishment, in de verwachting daarmee op langere termijn meer invloed te verwerven dan met kleine succesjes nu. Hij zal het geen moment betreuren dat zijn motie van wantrouwen tegen Aboutaleb en Albayrak slechts steun kreeg van zijn eigen fractie. Dat bevestigt het beeld van de eenling tegenover de gevestigde orde. SchijnDe kwestie met de twee islamitische politici bood Wilders een uitgelezen gelegenheid om angst voor de islam, weerstanden tegen buitenlanders en wantrouwen jegens politici tot een wapen in zijn offensief te smeden. Hij deed dat bovendien op een wijze waartegen zijn slachtoffers zich onmogelijk konden verweren, door zijn aanval niet te richten op hun concrete handelen, maar op de 'schijn' dat hun dubbele nationaliteit ook een dubbele loyaliteit met zich meebrengt. Wilders trekt hun integriteit op voorhand in twijfel en daarmee laat hij zien lak te hebben aan de vertrouwensregel in de verhouding tussen parlement en regering. Die houdt in dat bewindslieden het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging genieten, zolang het tegendeel niet is gebleken. Dat is een aanwijzing te meer dat Wilders zich doelbewust buiten de politieke orde wil plaatsen, om zich des te krachtiger als de vertolker van de wil van het volk te kunnen presenteren. Een andere aanwijzing dat het Wilders eerder is te doen om rumoer dan om resultaat, is dat hij geen moment bleek te hebben nagedacht over wettelijke wegen om een dubbele nationaliteit van ambtsdragers onmogelijk te maken. Hij zou dan het initiatief moeten nemen tot wijziging van grondwetsartikel 3: 'Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in open bare dienst benoembaar.' Tekenend is dat PvdA-fractieleider Tichelaar hem in een interruptiedebatje, waarin Wilders bleek te zijn ingewijd in alle details van de Turkse wetten, over de inhoud van dit Nederlandse grondwetsartikel moest inlichten. Verleidelijke agitatieDe hoogleraren geschiedenis Henk te Velde (Leiden) en Piet de Rooy (Amsterdam) zien in Wilders' vermogen tot verleidelijke agitatie het grootste gevaar van deze politicus, zeker in combinatie met zijn doelbewust gezochte isolement. [... citaten van beide hoogleraren ...] Angst voor het vreemdeWilders doet geen enkele poging meer te verhullen dat moslims het doelwit van zijn zijn politiek zijn. De angstvoor het vreemde richt zich bij hem tegen de moslims, in wie hij geen individuen meer ziet, maar een vijandige groep. [...] [.. S]inds de entree van de PW in de Kamer met negen zetels laat hij over zijn inzet geen twijfel meer bestaan, getuige de ene na de andere uitspraak.
Deze uitlatingen maken het wat moeilijk te geloven dat Wilders, zoals hij zegt, ook de aanval op de staatssecretarissen zou hebben ingezet als zij een Zweeds paspoort en blonde lokken zouden hebben gehad. De Rooy [...]:
|