Rotterdams Dagblad 10 maart 2004
Om een drama als de verkrachting en mishandeling van 11-jarige Jeffrey, vorig jaar bij de Put van Heenvliet op Voorne-Putten in de toekomst te voorkomen, dient de privacy van pedoseksuelen te wijken. Gemeentebesturen en verenigingen moeten meer zicht krijgen op de handel en wandel van pedoseksuelen.
Die suggesties deed burgemeester C. Kleijwegt van Hellevoetsluis in een open brief aan minister Donner van Justitie. Vorige maand werd bekend dat de verdachte in de zaak-Jeffrey en enkele andere zedendelicten met minderjarigen een 42-jarige inwoner van Hellevoetsluis was. Het lokale verenigingsleven kende de identiteit van de verdachte. Hij was een voormalige medewerker van de kinderboerderij. Burgemeester Kleijwegt voelde zich met handen en voeten gebonden. Hij vindt dat gemeenten op de hoogte moeten zijn als pedofielen ergens willen wonen of werken. De privacy van het individu moet wijken voor het algemeen belang.
Het Rotterdams Dagblad vraagt: wat zou u doen als u in de schoenen van Kleijwegt stond?
A.J. de Haan, voorzitter van kinderboerderij De Kerkestee in Hellevoetsluis:
,,Ik sta er zonder meer achter dat de samenleving tegen dat soort mensen wordt beschermd of dat kan worden voorkomen dat ze in de fout gaan. Maar het moet geen heksenjacht worden. Wij als vereniging hoeven ook niet precies van alle vrijwilligers te weten wat voor achtergrond ze hebben. Ik zou het best vinden dat, als iemand bij ons solliciteert, wij even een belletje naar de gemeente kunnen plegen en dat zij dan wél de mogelijkheid heeft om de achtergrond van die persoon na te gaan. Dan hoeven ze tegen mij echt niet te zeggen: dat is een pedofiel. Het is voldoende als ze zeggen: voor deze specifieke plek is dit geen geschikt persoon. Dan hoef ik verder niks te weten.''
W.G.H. van Bentum, voorzitter van de stichting Samen Sterk Tegen Kindermisbruik:
,,Ik heb er totaal geen moeite mee als de privacy van pedoseksuelen in het geding komt ten gunste van de kinderen. We hebben kinderen in tehuizen die hun hele leven de gevolgen ondervinden van misbruik. Ook van dat ventje in Heenvliet is zijn hele leven verziekt. Schending van de privacy van die dader is het absolute minimum, het minste wat je kunt doen.
Die burgemeester heeft groot gelijk dat hij meer informatie wil. Sterker, ik vind dat dat hij als lokaal bestuurder zou moeten weten. Eigenlijk zou hij of een wethouder weggestuurd moeten kunnen worden, omdat het niet bekend was. We worden al jaren geconfronteerd met bestuurders die zeggen dat ze van niets wisten. De minister moet maatregelen nemen om kinderen te beschermen tegen pedofielen, maar een burgemeester is zeker tien keer zo belangrijk, juist omdat die zo dicht bij de bewoners staat. Een burgemeester moet weten wie er in zijn gemeente wonen en op de hoogte zijn van wat er speelt.''
Marthijn Uittenbogaard, bestuurslid van Martijn, de landelijke vereniging die pleit voor het - volgens bepaalde richtlijnen - toestaan van pedoseksuele relaties:
,,Hoe wil de burgemeester in het geval van bepaalde beroepsgroepen gaan controleren of mensen opgewonden raken van kinderen of niet? Moet hij ze gaan testen, ofzo? Hij zou nog schrikken van hoeveel het er zijn. Maar dat maakt die pedofielen niet meteen tot verkrachters of zelfs moordenaars. Nu worden ze op één hoop gegooid met misdadigers, terwijl het gewoon mensen zijn met een geweten. Pedofielen vinden dat soort daden net zo erg als niet-pedofielen. Mensen moeten aangepakt worden als ze neiging tot verkrachting en geweld hebben en niet omdat ze pedofiel zijn.
Pedofielen in bepaalde banen weren, is niet de oplossing. Dat ze geen werk met kinderen mogen doen, betekent immers niet dat ze in hun vrije tijd niet in de fout zullen gaan. Ik denk dan ook dat de oplossing veel meer in het strafrecht ligt. Mensen moeten, als blijkt dat ze een gevaar voor de samenleving zijn, na een celstraf niet zomaar vrij komen. En na hun straf moeten ze een verbod krijgen met kinderen om te gaan. Verder moeten ze begeleiding krijgen die hun handel en wandel controleert, die erop toeziet dat ze zich ook aan het verbod houden.''
LAURA ROMANILLOS, Het Parool, 10 maart 2004
De brief van burgemeester Corstiaan Kleijwegt van Hellevoetsluis, waarin hij vraagt om een lijst met namen van pedofielen, is niet goed ontvangen.
Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters vindt het 'levensgevaarlijk'. De pedofielen vrezen een heksenjacht.
Voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters Jaap Pop (Haarlem) vindt dat de taak voor het beschermen van de bevolking ligt bij de politie en de hulpverlenende instanties, zoals de kinderbescherming en het Riagg. Eventueel ligt daar een bemiddelende rol voor de gemeente. Ook denkt hij dat het beter zou zijn als de afgifte van de verklaringen omtrent gedrag een zaak blijven van de gemeente. "Die kent de situatie of kan die beter inschatten."
Burgemeester Corstiaan Kleijwegt vraagt in zijn brief aan minister Piet Hein Donner van Justitie of het niet mogelijk is dat de gemeente op de hoogte gebracht wordt van de pedofielen woonachtig in zijn gemeente. Ook wil hij wat kunnen doen met die kennis.
Kleijwegt schreef de brief naar aanleiding van de arrestatie van een banenpooler in een kinderboerderij eind februari. De 42-jarige man bekende vorige week in 2003 drie kinderen te hebben aangerand en een jongen te hebben verkracht. Hij bleek al jaren een bekende van politie en justitie te zijn en was al eerder veroordeeld voor ontucht met minderjarigen. Nadat hij zijn straf had uitgezeten, bood de gemeente Hellevoetsluis hem een Melkert-baan aan op de kinderboerderij. Toen hij daar betrapt werd tijdens het plegen van ontucht, werd hij weggestuurd maar kreeg meteen een nieuwe baan, bij een camping waar hij ook met kinderen werkte. Of hij daar ook ontucht pleegde is nog niet bekend.
Bestuurslid Marthijn Uittenbogaard van pedofielenvereniging Martijn:
"De meeste kinderverkrachters zijn geen pedofielen, maar gelegenheidsplegers, meestal heterofielen. Vaak vindt de verkrachting plaats binnen het gezin. Omgekeerd zijn verreweg de meeste pedofielen geen verkrachters."
Volgens hem is het aan het strafsysteem om pedofielen te straffen, niet aan gemeenten. Tegelijkertijd ziet hij een verbod op werken met kinderen ook niet zitten. "Kinderen zijn overal in de samenleving, daar kun je niet omheen."
In het huidige systeem is er maar één manier om (veroordeelde) pedofielen te weren van het werken met kinderen. Werkgevers hebben de mogelijkheid een verklaring omtrent gedrag van een toekomstige werknemer te vragen. Die verklaring kan de sollicitant aanvragen bij de gemeente. Vanaf 1 april gaat dat via het ministerie van Justitie. Op die verklaring staan niet alle veroordelingen, maar alleen die relevant zijn voor de baan waarnaar gesolliciteerd wordt. Bovendien verjaren alle veroordelingen. Na verloop van tijd verdwijnen dus alle veroordelingen van de verklaring van goed gedrag. Bovendien zijn de verklaringen alleen aan te vragen als het gaat om werk, dus niet bijvoorbeeld voor vrijwillige functies in het verenigingsleven.
De CDA-fractie in de Tweede Kamer is het ook niet eens met het voorstel van Kleijwegt. Kamerlid Marleen de Pater vindt dat niet-veroordeelde pedofielen geen stempel opgedrukt mogen krijgen. De PvdA fractie is meer geneigd Kleijwegt gelijk te geven. Kamerlid Khadija Arib begrijpt de onmacht van de burgemeester en zijn wens de weerlozen in de samenleving in bescherming te nemen. "Dat moet wel onder strikte voorwaarden gebeuren en zonder schending van de privacy van de persoon in kwestie. Toch weegt die minder zwaar dan de impact dat een zedendelict heeft op de samenleving."
Zie ook: NRC: Gedragsverklaring.