Door onze redacteuren Sheila Kamerman en Rinskje Koelewijn
NRC 3 december 2004
De daders zijn gemiddeld veertien jaar oud en eten na afloop soms een patatje met het slachtoffer
Bij groepsverkrachtingen hebben de daders vaak niet in de gaten dat ze iets verkeerds doen. ,,Ze deed zelf haar kleren uit!'' Zelfs zedenrechercheurs zijn geschokt.
Twintig minderjarige jongens uit Rotterdam-West werden dit jaar opgepakt wegens groepsverkrachting. Ze verkrachtten in steeds wisselende groepjes maandenlang zeker acht jonge meisjes. Daarnaast maakten ze zich schuldig aan inbraak, bedreiging en berovingen. De manier waarop ze de meisjes behandelden verschilde per keer: soms gebruikten ze geweld (van één slachtoffer werd het haar in brand gestoken), soms maakten ze foto's waarmee ze de meisjes chanteerden. Ze kregen meisjes zover dat ze vrijwillig nog een keer terugkwamen.
Een aantal jongens is inmiddels veroordeeld tot jeugddetentie en jeugd-tbs, een aantal anderen moet nog voor de rechter komen. De zedenrechercheurs van politie Rotterdam-Rijnmond die de groepsverkrachtingen onderzochten, vertellen in de Korpskrant van april dit jaar dat ze geschokt waren. Niet één jongen toonde berouw. Ze hadden gewoon recht op seks, zeiden ze tegen de politie. En: de meisjes wilden het zelf.
Ook onderzoekers Daphne Looije, Jan Hendriks, Catrien Bijleveld en Frank Weerman van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving hadden er soms moeite mee de strafdossiers te lezen van jonge groepsverkrachters.
Bijleveld:
,,Soms wordt het afgedaan als onschuldig zwembadgerotzooi, maar wat wij hebben onderzocht waren behoorlijk heftige delicten.''
Catrien Bijleveld is ook hoogleraar methoden en technieken van criminologisch onderzoek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Jan Hendriks is ontwikkelingspsycholoog en hoofd afdeling jeugd van de forensische polikliniek De Waag in Den Haag.
Nog niet eerder is er in Nederland onderzoek gedaan naar groepsverkrachtingen. Wel is er een vergelijkbaar onderzoek gedaan in Brussel. Bijleveld:
,,Daar zijn alleen de groepsverkrachters uit één grote stad onderzocht, wij hebben landelijke gegevens van de zwaarste groepen.''
Uit het Belgisch onderzoek blijkt dat de delicten vaak begaan werden onder invloed van alcohol en drugs. ,,Dat vonden wij niet.'' Wel hebben de onderzoekers de indruk dat het een grotestadsprobleem is.
Bijleveld en Hendriks doen al jaren onderzoek naar jeugdige zedendelinquenten. Zij schatten dat het bij eenderde van alle strafzaken waarbij een jongere wordt verdacht van een zedendelict, om een groepsdelict gaat. Gemiddeld bestaan de groepjes die zij onderzochten uit vier jongens, ze zijn rond de veertien jaar. De slachtoffers zijn iets jonger, gemiddeld dertien. Tweederde van de groepsverkrachters is allochtoon, maar de slachtoffers zijn vaker autochtone meisjes. De slachtoffers hebben in bijna alle onderzochte gevallen een andere etniciteit dan de dadergroep.
Wat wij wilden weten, zeggen Hendriks en Bijleveld, is: waarom doen ze het in een groep? Het antwoord is even simpel als schokkend: omdat het gezelliger is.
Bijleveld: ,,Dit soort jongens trekt sowieso veel met elkaar op, doet dingen samen.'' | |
Hendriks: ,,Ze helpen elkaar niet echt, ze vullen elkaar wel aan. Een of twee of meer houden het meisje vast als ze tegenstribbelt. Ze geven elkaar condooms aan.'' | |
Bijleveld: ,,De groep is publiek, waarbij de een toekijkt als de ander het meisje vernedert.'' | |
Hendriks: ,,Dat is stoer. Durf jij dit ook?'' Na afloop scheppen de jongens tegen elkaar op. ,,De gebeurtenis versterkt het groepsgevoel.'' |
Van te voren maakt de groep geen expliciete afspraken over wat er gaat gebeuren. Wel is er vaak al gepraat over een meisje, of over dat ze seks willen. Een kort onderling signaal kan voldoende zijn om een meisje te grijpen.
Hendriks:
,,Soms gaat het zo plotseling, dat sommige jongens uit de groep het niet eens in de gaten
Uit de dossiers blijkt dat een aantal dadergroepen het meisje na afloop thuisbracht, of een patatje met haar gingen eten.
Hendriks: ,,Ze hebben niet echt het besef dat ze iets verkeerd gedaan hebben.'' | |
Bijleveld: ,,Groepsseks is iets anders dan een groepsdelict. Ze hebben het zelf niet over een delict, wel zeggen ze: we kúnnen er gelazer mee krijgen. Ze maken ook wel onderling afspraken over wat ze zeggen als het meisje toch gaat praten.'' |
De meeste daders zijn gemiddeld of laag begaafde jongens. Ze hebben geen `parafilie', een seksuele afwijking zoals solodaders vaak wel hebben, die zich bijvoorbeeld vergrijpen aan een kind. Ze hebben wel een slecht ontwikkeld geweten. Bijleveld:
,,Het slachtoffer wordt gedepersonaliseerd, het meisje is een ding. Ze práten ook niet met haar tijdens de verkrachting, maar over haar of tegen haar. Ze zeggen: wat heb je lekkere tieten. Of ze geven haar een bevel.''
En als ze na afloop toch in de problemen komen, zeggen ze: ach die meid is al met jan en alleman naar bed geweest, ze is al besmet, geen maagd meer. Hendriks: Ze hebben het over nephuilen. Of `op het laatst bleef ze gewoon liggen'.''
,,Ze wordt als oud vuil gebruikt'', zegt Leen Verkade, jeugdcoördinator bij de politie Rotterdam. Verkade was zo'n twintig jaar zedenrechercheur.
,,Die jongens'', zegt Verkade, ,,voelen feilloos aan welk meisje ze kunnen pakken. Het zijn vaak kwetsbare meisjes, uit een zwak sociaal milieu, weglooptypetjes, problemen thuis. Pakken maar.''
Bijna altijd is het meisje een bekende van de jongens. Ze kent ze uit de buurt, ze heeft al eens iets gehad met een van hen. Uit het onderzoek blijkt dat 22 van de 24 dadergroepen een bekend slachtoffer misbruikten. In 38 procent van de gevallen vindt de verkrachting plaats bij een van de daders thuis. In de andere gevallen gebeurde het in de kleedhokjes van het zwembad of de school, de lift of in de kelderbox.
Verkade ziet de laatste jaren steeds vaker dat slachtoffer en dader elkaar leren `kennen' via het chatprogramma MSN. Het meisje spreekt af met de jongen en gaat vrijwillig mee. Dat maakt het achteraf lastig om aangifte te doen. Verkade:
,,Klassieke verkrachtingen waarbij het meisje door volslagen onbekenden van haar fiets wordt getrokken, komen bijna niet voor.''
De onderzoekers hebben de indruk dat er vaak géén aangifte wordt gedaan. Bijleveld:
,,Het dark number is fenomenaal. Wij hebben het topje van de ijsberg onderzocht.''
Advocaat Errol Weening uit Rotterdam heeft geregeld groepsverkrachters als cliënt. Nu heeft hij ook weer zo'n zaak.
,,Het gaat vaak zo: meisje gaat mee met een groepje jongens. Met Pietje gaat ze naar boven om te vrijen, vrijwillig. Dan komt Jantje binnen. Die zegt: mag ik ook? Ja hoor, zegt Pietje dan.''
Het meisje wil haar vriendje niet tegenwerken, en om de lieve vrede laat ze Jantje toe. En misschien nog wel een paar vriendjes. De vraag is, zegt Weening, of dat in strikt juridische zin een verkrachting is.
,,Ze trok zelf haar kleren uit. Ze verzette zich niet, zegt zo'n jongen dan.''
De onderzoekers:
,,Een groep krijgt een meisje er altijd onder. Ze hoeven niet eens fysiek geweld te gebruiken, hun aantal is intimiderend genoeg.''
Verkade:
,,Die jongens zouden moeten weten dat geen enkel meisje het prettig vindt om met zoveel jongens tegelijk seks te hebben. Maar dát besef, dat leren ze tegenwoordig niet meer.''
Kijk naar MTV, zegt advocaat Weening. Een clip van Snoop Doggy Dog: twee rappers houden twee halfnaakte vrouwen aan een halsband.
,,Dat gaan jongens normaal vinden. En het erge is: meisjes ook.''
,,De groepsdruk maakt het bijna onmogelijk om niet mee te doen.''
Het zijn op zichzelf niet altijd slechte jongens.
,,Vergelijk het met de brave huisvaders die op zondag naar Feyenoord gaan. Zitten ze in een groep, roepen ze ineens: nu gaan we rammen.''
In de zaak in Rotterdam-West zei een aantal advocaten dat de rechters en de rechercheurs geen idee hadden van de jongerencultuur, de straat. Weening:
,,Ze denken dat die meisjes compleet naïef zijn. Ik denk: wat doe je 's avonds laat in die kelderbox met acht jongens. Dan ga je echt niet klaverjassen. Die meisjes gaan op avontuur, met ruige jongens mee. En dan loopt het volledig uit de hand. De rechtbank denkt nog vaak dat een meisje ineens wordt besprongen door de jongens.''
Rechercheur Verkade: ,,De meisjes zijn ook naief.''
Maar, zegt hij er eerlijk bij, sommige rechercheurs zijn dat ook.
Volgens de onderzoekers eindigen zedendelicten opvallend vaak in een vrijspraak. Politieman Verkade ziet dat ook bij groepsverkrachtingen:
,,Als zeven jongens zeggen: het is niet waar, ze wou zelf, dan is er voor ons geen speld tussen te krijgen.''
En als ze al veroordeeld worden, zegt advocaat Weening, snappen ze echt niet waarom. Bijleveld:
,,Een dader uit het Belgisch onderzoek zei: De cel in? Voor die twee druppels sperma?''