Sheila Kamerman en Rinskje Koelewijn
NRC 3 december 2004
Minderjarige jongens plegen in groepsverband per jaar ten minste 200 groepsverkrachtingen of aanrandingen in Nederland. Dat is eenderde van alle jeugdzedenzaken die justitie jaarlijks behandelt.
Het is voor het eerst dat dit type zedendelinquenten is geïnventariseerd en onderzocht. Dat gebeurde door onderzoekers van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving in Leiden. Zij analyseerden van de groepsverkrachtingen gepleegd tussen 1993 en 2001 alleen gevallen waarbij de jeugdige daders een persoonlijkheidsonderzoek hadden ondergaan en hadden bekend of werden veroordeeld. Het ging hierbij om 24 dadergroepen, waarbij 91 daders betrokken waren.
De onderzochte groepen bestaan meestal uit vier daders, die gemiddeld veertien jaar oud zijn. Vijf daders waren nog geen twaalf. De slachtoffers zijn rond de dertien jaar.
Tweederde van de daders zijn allochtone jongens. Van de slachtoffers, altijd meisjes, is driekwart autochtoon. In veel onderzochte gevallen hadden de daders een andere etniciteit dan de slachtoffers en waren de slachtoffers, op twee gevallen na, een bekende van een of meer van de daders.
De jongens verkrachtten in wisselende groepssamenstellingen verschillende meisjes. Dezelfde wisselende groepjes maakten zich ook vaak schuldig aan berovingen, vernielingen en geweldmisdrijven.
De onderzoekers vermoeden dat het aantal groepsverkrachtingen veel hoger ligt, maar dat daarvan vaak geen aangifte wordt gedaan. Onderzoeker C. Bijleveld:
,,Er is een fenomenaal dark number.''
Ook als er wel aangifte wordt gedaan, eindigt een groot aantal zaken in vrijspraak. Jongerencoördinator Leen Verkade van de Rotterdamse politie:
,,Als zeven jongens ontkennen, of zeggen dat het meisje zelf wou, dan is er voor ons geen speld tussen te krijgen.''
Het onderzoek maakt deel uit van een groter onderzoek naar jeugdige zedendelinquenten. Onderzoekers Bijleveld en J. Hendriks: ,
,Het viel ons op dat zedendelicten zo vaak in groepsverband plaatsvonden. Dat zie je alleen bij jongeren. Onze vraag was: waarom doen ze het in een groep?''
Anders dan bij berovingen of vernielingen, heeft de groep bij verkrachting vaak geen praktische functie.
,,Sterker nog: soms willen ze allemaal tegelijk en wordt het een concurrentiestrijd.''
Wel reiken ze elkaar condooms aan en houden, indien nodig, het slachtoffer vast.
De onderzoekers:
,,De belangrijkste reden om het in een groep te doen, is omdat de groep publiek is. Waarbij de een toekijkt als de ander het meisje vernedert.''
Bijleveld:
,,Het is een soort recreatie.''
Zie ook: