Vorige Start Omhoog Volgende

De kerstkaters

De andere kant van de feestelijke medaille

Tegenwicht weblog # 42, 
al maakt  mijn kat bezwaar tegen deze titel, 
28 december 2005 

Ja, denk aan uw naaste - even doorgaand op de vorige weblog-schrijver van ons schrijverscollectief, mij inspirerend,  - uitstekend advies, zo ongeveer de kern en essentie van alle moraal, 'het tweede gebod'. 

Wie het eerste niet ziet zitten, volge in elk geval het tweede, in belang en waarde daaraan gelijk. De belangrijkste waarde en norm van de mensheid, het eerste gebod even daargelaten, dit even overlatend aan de theologen. 

Nadat Trouw de problemen met het familiebezoek in kaart had gebracht, vroeg de NRC van 28 december onze aandacht voor de depressielijn van de Stichting Pandora en de mensen die in deze dagen overuren maken door per telefoon een luisterend oor te bieden. Een uitstekende vorm van naastenliefde waar kennelijk dezer dagen veel vraag naar is. 

Het punt is dat mensen anderen zien genieten van familiecontacten, kerstbomen, gezinssfeer, diner, en wat al niet meer, terwijl zij dit zelf moeten ontberen en de depressie dus om de hoek licht. Veel mensen voelen juist met dit soort dagen hun eenzaamheid extra sterk en dat prikt en steekt dan extra hard. Denk ook aan de gevangenen in de haastige cellen van Verdonk en Donner. 

In mijn kerk ligt voorin, in het stiltecentrum, een 'intentieboek' waarin mensen hun gebedsintenties kunnen opschrijven. Een gebedsintentie is iets waarvoor je wilt bidden, maar ja, hoe doe je dat? Een team dat dagelijks een middaggebed organiseert, belooft dan hiervoor te bidden. 

Zo'n intentieboek is een indrukwekkend document humain. Het ligt in een kerk midden in een stad, in het stiltecentrum wat veel bezocht wordt. Het team dat het middaggebed organiseert om 12 uur, is deels hetzelfde als het spreekuurteam, dat van tien tot twaalf bereikbaar en aanspreekbaar is. De voedingspakketten waren bijna niet aan te slepen. 

Het intentieboek kent vele talen. Altijd branden er kaarsen: "ik steek een kaarsje voor oma op". 

De opa's en oma's die ziek zijn zijn er rijkelijk in vertegenwoordigd, maar ook, in kinderlijk handschrift: "Dat mamma minder verdrietig zal zijn", al even indrukwekkend gevolgd door de christelijke deugd van de hoop: "Mamma, alles zal weer goed kommen!!!!!" met de gebruikelijke kinderlijke serie uitroeptekens en de dubbele dialect-m. Indrukwekkend. Maar ook "Dat ik deze kerstdagen in mijn eenzaamheid toch goed moge doorkomen". 

Daarmee zijn we weer terug bij de luisteraars van de depressie-telefoon van Pandora. Dit is de tegenhanger van de 150 stoelen die in dezelfde kerk ijlings ingehuurd moesten worden voor de kerstnachtviering. Uitstekend werk van deze mensen, deze luisteraars die dienst doen met de kerst. 

Jarenlang heb ik dit gedaan, zij het in een andere constellatie, te weten een vrij 'zwaar'   kindertehuis, voor 'criminele jongens', waar ik staflid was. 

Ik vermeed daar de oud-en-nieuw-stafdienst omdat ik een enorme hekel heb aan dat geknal en de opwinding van de jongeren daarbij - zo niet ik, dan wel mijn hond die mij altijd trouw vergezelde. Dus nam ik altijd de kerst-stafdienst. Een staflid dient dan aanwezig te zijn op het terrein en de dienstdoende groepsleiding bij te staan, en in noodgevallen op te treden. Pech even voor het eigen gezin, maar pappa is met oud & nieuw weer wel aanwezig, en mamma wist met de kerst ook wel raad. 

Jaar na jaar liep ik de groepen langs en schonk daarbij juist aandacht aan de wat stillere jongeren die niet mee konden doen met de feestvreugde en de spelletjes en de hapjes. Juist bij hen smeult een ondergronds vuurtje van agressie die los kan komen. Juist hen nodigde ik uit om even een ommetje over het terrein te lopen met de hond. Juist dan kwamen de verhalen los die de psycholoog in zijn spreekkamer niet te horen kreeg: de verwaarlozing door de ouders, de agressie van de ouders, het opgesloten worden in de schuur, het geslagen worden. Het missen, toch, van die ouders nu ('de invisual loyality'), de boosheid, de om de hoek loerende depressiviteit, de verborgen agressie. 

Al wandelend in de kerstnacht werd er gepraat - nee, niet even snel inbreken nu in de buurt, jongen: praten nu! - en niet minder tegen de hond, want ook daar werd tegen gepraat: "Ja ja, hondje, jij hebt tenminste nog een baasje, maar ik heb helemaal niks!" Geen compliment voor de groepsleiding, maar deze is erg druk en doet zijn uiterste best. Als je jongen niets zegt, hoe kunnen zij dit weten? 

Nu dwingt de situatie de jongen tot spreken. Er waren ook paarden en bokjes op dat terrein. Een jonge jongen smokkelde zelfs een bokje zijn slaapkamer binnen.  Ik werd als dienstdoend aanwezig staflid gebeld: Wat te doen? Ik vroeg de jongen: "Wat had je je bokje willen vertellen?" En hij vertelde. Tot in lengte van jaren had ik goed contact met de jongen. 

Een verstandig groepsleider of therapeut gaat mee als de jongen naar de paarden wil. Zij praten tegen deze paarden. Zij zeggen daar wat zij in de spreekkamer van de "spychiater"of "spycholoog", zoals zij het zeggen, stug verzwijgen. 

Zo waren mijn kerstnachten, en tot in lengte van maanden en jaren had ik contact met de lastige gesloten jongen. Als hij agressief werd, werd ik gebeld, kwam onmiddellijk, en kon zijn ziel bereiken, waardoor hij tot rust kwam. 

Ik spreek nu dus persoonlijk. Hoe bracht ik dan de kerstdagen door? 

Ja, in mijn kerk en ook met mijn familie, in casu mijn dochter. Het aardige van dit bezoek was dat mijn kleinzoon het ene na het andere kerstliedje vol overtuiging en met allerlei gebaren zong. Hij had dit geleerd op zijn school. Hij haspelde de woorden een beetje door elkaar en begreep wellicht nog niet alles, maar zong met overgave en allerlei gebaren. Mijn dochter herkende de liedjes uit haar jeugd, maar de woorden van de liedjes heb ik nog even voor haar opgeschreven. 

Niet eenzaam en depressief dus, eerder druk. Ook met bezoekers: eenzame mensen, mogelijke klanten van de depressielijn. Ik had snel een 'eenvoudig doch voedzame maaltijd' klaar - had hierop gerekend - en we hebben geschaakt. Dit herhaalde zich de dagen daarna. Qua boodschappen had ik hier al op gerekend. 

Tegenwicht-stukken eindigen doorgaans en gaarne met iets concreets: 'Wat kunnen we doen

Nu: zoiets, lijkt mij dan. Nodig mensen uit, ga naar ze toe, zoek ze op. Heb uw naaste lief: daarmee is het belangrijkste gezegd. Stel u open voor uw medemens en, een hommage voor de Pandora luisteraars: luister, luister, luister.

 

Vorige Start Omhoog Volgende