GroenLinks rechts uit de bochtVrijheid Eerlijk Delen: een kritiekFrans van der Vlugt, Jan Taat, Rob Lubbersen; 03-04-2006 < http://www.konfrontatie.nl/nl/artikel.php?konfrontvar=1192&themavar=14 > De oude verzorgingsstaat schudt op zijn grondvesten. In tien jaar tijd is de sociale zekerheid, met al zijn voorzieningen voor werkloosheid, ziekte en ouderdom, volkomen van aanzien veranderd. Maar één ding is vrijwel hetzelfde gebleven. Zo'n 15 tot 20 procent van de bevolking zit steeds in de hoek waar de klappen vallen. Als het economisch wat beter gaat, profiteren zij het minste van een toename aan welvaart en welzijn, gaat het wat minder vliegen zij er als eersten uit en ligt de armoede op de loer. Dat deel van de bevolking bestaat elke keer weer voornamelijk uit laagopgeleiden, jongeren, vrouwen en migranten. Als er een poging wordt gewaagd daaraan iets te doen, dan verdient dat hulde en steun. Het gaat om een uiterst weerbarstige problematiek. GroenLinks heeft onlangs een poging ondernomen. Dat gebeurde met het manifest “Vrijheid Eerlijk Delen” . Daarin komen Femke Halsema en Ineke van Gent met een serie "Vrijzinnige voorstellen voor sociale politiek". Een moedig waagstuk voor een partij die haar sporen doorgaans niet verdient op sociaal-economisch terrein. Dat zóu tot een nieuwe kijk op de zaak en tot verfrissende oplossingen kunnen leiden. Helaas valt het resultaat bitter tegen. Insiders en outsidersVanuit de vakbeweging is het manifest genadeloos neergesabeld. "Naďef, dromenland, ver afstaand van de realiteit, liberaal geneuzel", waren enkele kwalificaties. Terecht? Het valt te vrezen van wel. Er wordt afscheid genomen van oude idealen en zekerheden zonder dat daar iets stevigs voor in de plaats wordt gesteld. Het punt is niet dat de oude verzorgingsstaat wordt uitgezwaaid, daar mankeerde genoeg aan. Punt is dat op geen enkele manier een opening wordt gemaakt naar een fundamentele hervorming van de maatschappij. Geen enkel uitzicht wordt geboden op een samenleving waarin niet langer de rijkdom maar de rechtvaardigheid regeert. Het socialisme verdwijnt in de prullenbak. De tegenstelling tussen kapitaal en arbeid wordt volkomen veronachtzaamd. De onmetelijke macht en rijkdom van de 'heersers der aard' blijven volledig buiten schot, ook in de meer praktische voorstellen. De tegenstelling kapitaal-arbeid wordt vervangen door een tegenstelling van insiders en outsiders. Oftewel: 'oude blanke mannen' versus 'jongeren, allochtonen en vrouwen'. De babyboomers hebben het gedaan! Zij bezetten de leuke banen, eten de sociale fondsen op en blokkeren de toegang tot een beter bestaan voor de minder bedeelden. Niet de gezamenlijke strijd voor een andere maatschappelijke orde, niet de strijd tegen uitbuiting en onderdrukking, maar de strijd tussen twee lagen bínnen de arbeidersklasse wordt door “Vrijheid Eerlijk Delen” op de voorgrond geplaatst. Niet verwonderlijk zijn daarom de voorstellen om vooral het "teveel aan privileges voor insiders" aan te pakken. Bijstellen van regelingen en voorzieningen voor een deel van de werkende bevolking naar beneden, dus. In hoeverre dat bijdraagt aan kansenvergroting voor de 'outsiders' is daarbij nog helemaal de vraag. Want het manifest mist niet alleen ambitie, het gaat ook mank aan onderbouwing. Boterzachte veronderstellingen moeten doen geloven dat de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk verbetering zullen brengen in de positie van hen die nu stelselmatig buiten de boot vallen. Het meest pregnant komt dat naar voren bij het voorstel de ontslagbescherming af te bouwen. Gaat dat betekenen dat hoogopgeleide arbeiders plaats maken voor lager opgeleiden? Onvoorstelbaar! Dat gaat er op neerkomen dat die hoger opgeleiden door hun bazen makkelijker tegen elkaar kunnen worden ingeruild. De rat-race tussen hen zal worden aangewakkerd, met alle gevolgen aan stress en burn-out van dien, en het netto-resultaat voor lager opgeleiden zal miniem zijn. Omdat “Vrijheid Eerlijk Delen” evenmin rekening houdt met de bestaande machts- en krachtsverhouding, is de kans levensgroot dat de verkeerden met de voorstellen of delen daarvan aan de haal gaan. Nog heel recent zijn de werkgevers, die van VNO-NCW en MKB, óók in het geweer gekomen om de ontslagbeperking aan te pakken. Zij zien een dergelijke maatregel als een sluitstuk van de door Balkenende gerealiseerde sloopoperatie op het gebied van de sociale zekerheid. In die context, in dat proces van afbraak van sociale voorzieningen, van de WAO, de WW, de pensioenen en de uitkeringen, speelt GroenLinks met vuur. NaargeestigheidIn het Voorwoord "Vrijzinnige voorstellen voor sociale politiek" wordt de sanering van de verzorgingsstaat door Balkenende II van de hand gewezen. Die treft juist de kwetsbaren en kansarmen. De strijd voor het behoud van de huidige verzorgingsstaat wordt echter ook verworpen. De bestaande voorzieningen schepen de mensen af en houden ze passief. Daarom is het tijd voor een "drastische modernisering". Het voorwoord bevat ook een soort excuus voor een mogelijk gebrek aan diepgang. Immers:
Een merkwaardige redenering, want het gaat bij de sociale politiek nou juist bij uitstek over hóe die staat in de maatschappij functioneert, in het bijzonder voor de kwetsbaren en kansarmen. Met deze opstelling wordt wel erg gemakkelijk weggelopen voor lastige vragen over de rol van de staat, de vigerende krachtsverhoudingen, de legitimatie van de gedane suggesties en zowel de praktische vormgeving als de gevolgen daarvan. Om dat land te bereiken moeten we wel eerst "de naargeestigheid" van ons afslaan. Deze bestaat bijvoorbeeld uit acceptatie van het gegeven dat er nou eenmaal in Nederland twee miljoen kanslozen zijn. Of uit de rechtse redenering dat hebben of grijpen van kansen een 'eigen verantwoordelijkheid' is. Maar naargeestig zijn ook de "linkse behoudzuchtigen" die een systeem in stand willen houden van "bevoogding en disciplinering" en die te weinig oog hebben voor "participatie en emancipatie". Die behoudzuchtigen, dat zijn de 'insiders'. Zij houden een stelsel overeind met "schandelijk" hoge "laagste loonschalen" en "overmatige pensioenopbouw", een stelsel van "paternalisme en kostwinnersdenken". Zij vormen, net als de rechtse afbraakpolitici een obstakel voor de vrijmaking van de 'outsiders'. Scandinavisch modelBij de modernisering van het sociaal beleid kiest het manifest voor een Scandinavisch model. Het Angelsaksische ('ieder voor zich') en het Rijnlandse model ('brede verzorgingsstaat') worden afgezworen. Het eerste is onrechtvaardig, het tweede vastgeroest. Het Scandinavische stelsel, in het bijzonder het Deense, wordt ten voorbeeld gesteld. Dat "combineert een goede inkomensbescherming met een flexibele arbeidsmarkt en een activerend arbeidsmarktbeleid". Daar moeten we het voorlopig mee doen. En voor het bereiken van een gelukzaliger toestand moeten we vooral "vertrouwen" hebben. Vertrouwen is in dit manifest een centraal strategisch begrip. We moeten de kwetsbaren vertrouwen geven "om ongebruikt talent te benutten" zodat zij zich aan kansloosheid kunnen ontworstelen. En we moeten óók vertrouwen hebben in de bazen van deze maatschappij:
Soms is “Vrijheid Eerlijk Delen” erg vaag, nergens wordt nagedacht over de grondslagen van de kapitalistische economie en daar waar het wat preciezer wordt dansen de illusies. De beoordeling 'naďef' vanuit vakbondskringen is nog tamelijk vriendelijk… InkomenspolitiekOp het gebied van de inkomenspolitiek presenteert het manifest vier voorstellen.
Gelijke kansenHet tweede deel van “Vrijheid Eerlijk Delen” gaat over het kansrijker maken van de kanslozen in onze maatschappij. Daarbij zijn drie zienswijzen mogelijk.
Het voorstel dat de werknemer maximaal één jaar heeft om zelf werk te vinden, in combinatie met een persoonsgebonden re-integratiebudget en het recht op een participatiecontract (werk) na één jaar (de overheid moet hiervoor zorgen), vormt een verslechtering voor de gemiddelde werknemer. Het zijn immers niet de sterksten op de arbeidsmarkt die langer dan één jaar werkloos blijven. In feite leidt dit tot een continu re-integratietraject, werkloos zijn afgewisseld voor een flexibel baantje of een ID-baan in een andere vorm. Als je de overheid een grotere rol toekent, kom je bijna onvermijdelijk weer uit op een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid. Alles bij elkaar niet veel beter dan de huidige re-integratiepraktijk en de ID-banen die deze regering juist wil afbouwen. Sympathiek is het voorstel voor een persoonsgebonden re-integratiebudget. Maar dit past ook in de huidige praktijk. Het vergroot de individuele vrijheid van de werknemer, echter zonder dat het de marktwerking van de re-integratie aantast. Er wordt op dit moment veel geld verdiend aan re-integratie van werkloze werknemers zonder dat dit leidt tot een verbetering van hun positie. Al vaker is gezegd en geschreven dat reďntegratie vooral werkt bij de meer kansrijken op de arbeidsmarkt die slechts een klein duwtje nodig hebben. Waarom wordt er niet voorgesteld om de hele re-integratiemarkt eens op de schop te nemen? Versoepeling ontslagEén van de voorstellen behelst verlaging van de minimumloonkosten voor de werkgevers door belastingverlaging. Dit leidt tot een gedeeltelijk basisinkomen waarvan de laag geschoolde werknemer netto meer overhoudt. Het lijkt te mooi om waar te zijn: een win-win situatie voor zowel de werkgever als de werknemer. De vooronderstelling is dat
Productiviteit wordt hier gekoppeld aan de individuele werknemer. Dat speelt wel een rol, maar voor de werkgever is vooral de productiviteit van de onderneming als geheel van belang. Hoe meten we bijvoorbeeld de productiviteit van het management of van andere werknemers die niet direct in de productie zitten? De verwachting dat werkgevers hierdoor meer banen zullen scheppen, is in het verleden al vaker gelogenstraft als er niet een verplichting aan vast zit. In Aaneen, het blad van ABVAKABO FNV, lichtte Femke Halsema de passages toe over versoepeling van het ontslagrecht. Zij sprak dat er strikte voorwaarden worden gesteld aan deze versoepeling en dat in ruil daarvoor de werkgever de verplichting heeft te zorgen voor ander werk. Bij goede lezing blijken deze strikte voorwaarden echter níet in het manifest te staan. De versoepeling van het ontslagrecht moet gezien worden in combinatie met enkele verwachtingen aan het adres van de werkgever, zoals zijn inspanning voor persoonlijke ontwikkeling van de werknemer en hulpverlening bij het vinden van een baan. Hoewel die inspanning en die hulp als conditie gelden voor de versoepeling van het ontslagrecht, is de woordkeuze opvallend: versoepeling van het ontslagrecht is concreet, terwijl de woorden "inspanning" en "hulp" vrijblijvend zijn. Waarom wordt niet gesproken van garantie op werk door de werkgevers? Maar praktisch bekeken: straks is de versoepeling van het ontslagrecht een feit, en wie beoordeelt dan of er sprake is geweest van "inspanning" en "hulp"? Het is interessant door te denken over de mogelijke gevolgen van een versoepeling van het ontslagrecht. Hoe zullen werknemers reageren? Eén van de mogelijke reacties is dat zij - als ze het kunnen betalen - zich zullen bijverzekeren. Dit is een effect dat we al bij eerdere verslechteringen hebben gezien, bijvoorbeeld bij de WAO en misschien straks bij de WW. Dit bijverzekeren drukt weer de loonruimte in de CAO's. Een interessant en nieuw terrein komt braak te liggen voor de particuliere verzekeraars: een nieuwe stap in de uitholling van het collectieve element van de sociale zekerheid. OnderwijsTerecht wordt het onderwijs van groot belang geacht. Hiertoe worden voorstellen gedaan over verhoging van de efficiëntie en vermindering van de bureaucratie. Aan de gemeenten wordt een grote rol toegekend bij het tegengaan van segregatie in het onderwijs, bij de bestrijding van schooluitval en de terugdringing van onderwijsachterstanden. Dit zijn taken die veel gemeenten al op zich hebben genomen. Het manifest gaat om dit te bevorderen nog een stap verder: gemeenten moeten de rol van de landelijke overheid ten aanzien van het onderwijs overnemen. De vraag is of dit voorstel iets toevoegt aan de verbetering van de bestaande praktijk. Je kunt er het volgende tegenin brengen. De educatiebudgetten voor Nederlands als Tweede Taal (NT2) vallen al jaren onder de gemeenten. Zij betalen nu vaak alleen voor hun eigen inwoners. Mag iemand straks dan niet in een andere gemeente op een andere school een opleiding volgen? Bovendien kan dit voorstel vanwege de gemeentegrenzen leiden tot versnippering van allerlei onderwijsvoorzieningen en dus leiden tot juist meer bureaucratie. Het idee van deze brede basisschool wordt vooral gemotiveerd om werken voor vrouwen met kinderen aantrekkelijker te maken. Om dat ook te doen voor vrouwen met kinderen jonger dan vier jaar, lanceert het manifest een voorstel om tevens de kinderopvang meer betaalbaar te maken. Dat moet met behulp van publieke financiering waardoor voor ouders slechts een "bescheiden eigen bijdrage" rest. Ouders moeten een budget krijgen waarmee ze de kinderopvang naar eigen inzicht kunnen regelen. Hoe hoog dat budget is, of dat inkomensafhankelijk is en hoe één en ander wordt georganiseerd, publiek en/of particulier, wordt helaas in het midden gelaten. Ontspanning“Vrijheid Eerlijk Delen” voorziet dat we harder en flexibeler moeten werken en studeren. Daarom moet er een ontspannen samenleving komen. Maatregelen buiten het werk zijn natuurlijk goed, maar primair dient de oorzaak van de gespannenheid te worden aangepakt. Een aantal van de voorstellen maakt de zaak alleen maar erger. Volgens het manifest moet er ruimte komen om werken, leren, zorgen en ontspannen op een eigen wijze te combineren. Hiervoor moeten de publieke voorzieningen klantgerichter werken: persoongebonden budgetten - met de mogelijkheid gebruik te blijven maken van standaard opties als je niet kan of wil kiezen - is daarbij het toverwoord. Wat betreft de uitgangspunten wijkt dit weinig af van Balkenendes retoriek. Het resultaat is niet altijd even succesvol. Een tweede punt is meer inspraak bij de stadsvernieuwing, de wijkagent, het beheer van de huurwoning. Heel mooi, maar als je druk bezig bent met baan hoppen,
bijstuderen, je 'employability' vergroten, heb je dan nog wel zin met andere zaken bezig te zijn? ZeggenschapVolgens “Vrijheid Eerlijk Delen” worden de meeste bedrijven en overheidsdiensten centraal en hiërarchisch geleid. Voor sommige (kleine) bedrijven zal dat misschien nog opgaan, maar veel bedrijven en diensten zijn in de jaren negentig gereorganiseerd. Daarbij is een gedeelte van het middenkader weggesaneerd en zijn meer verantwoordelijkheden en taken op een lager niveau gelegd. Dat heeft zowel voordelen als nadelen. GroenLinks gaat volledig voorbij aan de discussie daarover
Eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid op de werkvloer om de door het management gestelde doelen te halen, leiden eerder tot meer dan minder stress. Bij een vertraging of plotseling meer werk, moet je het zelf maar zien op te lossen. Daarbij komt dat in de meeste organisaties de bezettingsgraad zo 'optimaal' is dat er geen rek meer in zit. Aan de gevolgen van de eigen verantwoordelijkheid op de werkvloer en de randvoorwaarden waaronder de voordelen groter zijn dan de nadelen, zou aandacht moeten worden besteed. Opmerkelijk genoeg kiest “Vrijheid Eerlijk Delen” voor een centralistische oplossing bij de pensioenen. Eén centraal pensioenfonds waarbij iedereen verplicht verzekerd is. Een interessant idee, maar de randvoorwaarden zijn niet uitgewerkt. Wie beheert het fonds? Hoe zit het met de AOW? Is een bodempensioen verplicht of moet iedereen dat maar zelf bekijken? Wellicht is de internetvakbond van de Unie ( < http://www.internetvakbond.nl > ), waarvan je voor 10 euro per jaar lid kan worden, het ideaal? Maar de kans is groot dat door de verdere individualisering van de werknemers de arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden alleen maar slechter worden. Voor de formulering van het gezamenlijk belang en het zonodig daarvoor eensgezind in actie komen, is een onafhankelijke, georganiseerde en strijdbare vakbeweging vooralsnog een onontbeerlijk instrument. DiscussieOver het algemeen is “Vrijheid Eerlijk Delen” niet al te best ontvangen. In de pers, van het Algemeen Dagblad tot en met HP/De Tijd, is het manifest gekenschetst als een ruk naar rechts. De ontvangst in vakbondskringen is al eerder aangeduid. Ook binnen GroenLinks zelf heeft het stuk oppositie opgeroepen. In afdelingen en organen worden vragen opgeworpen.
Roel Berghuis, bestuurder van FNV Bondgenoten, heeft inmiddels zijn lidmaatschap van GroenLinks opgezegd met als motivatie:
Tof Thissen, lid van de Eerste Kamer, ziet in het manifest gegronde redenen aan de poten van Femke Halsema als lijsttrekker te zagen. Sommigen leggen een verband met het eind 2005 verschenen boekje “Vrijheid Als Ideaal”, waarin onder anderen Halsema al eerder voor een vrijzinnig liberale koers opteerde. Op het landelijk congres van 11 februari jongstleden in Tilburg kreeg de discussie over “Vrijheid Eerlijk Delen” en “Vrijheid Als Ideaal” een nieuwe slinger. Besloten werd dat de tijd nu toch echt rijp is om het beginselprogramma van 1992 te herzien en aan te passen. Dat belooft, met het vooruitzicht van de verkiezingen in 2007, op zijn minst een spannend debat!
|