Citaten uitWe zijn niet meer allemaal Amerikanen'Nous sommes tous américains', zo luidde de beroemd geworden kop boven een hoofdartikel in Le Monde op 13 september 2001. Steun en solidariteit waren de sleutelwoorden.
[1] Twee dwalingenJean-Marie Colombani in La Stampa Hoofdredacteurvan Le Monde. Hij schreef
Is de wereld van na 11 september 2001 veiliger of minder veilig dan die van vóór 11 september? Helaas is het antwoord op deze vraag niet moeilijk, zelfs niet voor de man die ons had beloofd dat de oorlog in Irak - voorgespiegeld als het antwoord op de chaos die het islamitische terrorisme nastreefde - zou leiden tot een betere, veiliger wereld, en die zichzelf, en ons, lelijk voor de gek heeft gehouden. De schok van 9/11 lokte een reflex van eenheid en eensgezindheid uit. Nu, vijfjaar later, moeten we constateren dat dat kapitaal is verspild, vergooid, misbruikt. Zelden heeft zich zo'n discrepantie voorgedaan tussen een bepaalde historische gebeurtenis en de capaciteiten van de man die daar als eerst aangewezene op moest reageren: president Bush. Zo ernstig als de eerstgenoemde is, zo slap zijn de intellectuele en strategische kwaliteiten van de Amerikaanse president. [...] Tot eind 2001 verliep alles tamelijk positief. Toen begon helaas het aftellen voor de oorlog in Irak, uit naam van de strijd tegen het terrorisme en met als 'bewijs' de massavernietigingswapens van dictator Saddam Hussein. De politieke omstandigheden waren ongunstig, omdat vooral Frankrijk, Duitsland en Rusland zich verzetten tegen een oorlog zonder duidelijk mandaat van de Verenigde Naties. Daar kwam nog bij dat de leugens werden ontmaskerd: er waren in Irak helemaal geen massavernietigingswapens. Sindsdien is Irak, vooral door de starre houding van minister van Defensie Donald Rumsfeld, allengs in de greep van de chaos geraakt - zozeer dat de VS in de regio nog maar weinig speelruimte over hebben. [...] We zijn een tijdperk van aanhoudende spanning binnengetreden - soms lijkt het wel het voorspel voor een nieuwe wereldoorlog. De recente buitensporige reactie van Israel op Hezbollah - de gewapende handlanger van Iran, die de vijandelijkheden had geopend met katjoesja's en de ontvoering van twee Israëlische militairen - zou een waarschuwingssignaal kunnen zijn. Wat kunnen wij de VS verwijten? In hoofdzaak twee dingen, naast hun beperkte vooruitziende blik.
Maar wat heeft George Bush jr. nu gedecreteerd? Pre-emptive action,
preventieve oorlog in plaats van indamming. Dat heeft alles veranderd. En verder
een steeds protectionistischer Zo zijn de twee grondslagen van wat de 'trans-Atlantische gemeenschap'
heette, op losse schroeven gezet, juist op een moment dat de twee traditionele
fundamenten opnieuw [...] Niets zou kwalijker zijn dan ons vast te klampen aan het idee van een botsing der beschavingen, juist op het moment dat het voornaamste front gevormd wordt door een heuse strijd binnen het islamitische universum tussen de regressieve en de progressieve krachten. Dit verplicht ons tot een fundamentele solidariteit met de Verenigde Staten. Maar het dwingt ons, Europeanen, ook om ervoor te zorgen dat we samen meer gewicht in de schaal leggen - veel meer dan de invloed die we hebben als we verdeeld blijven. Wij zijn in staat de risico's te onderkennen van een 'botsing der beschavingen'. Intussen moeten onze landen, in de strijd tegen het terrorisme, zich inspannen om met de VS op basis van een gedeelde toekomst weer tot een werkelijk partnerschap te komen. Wij mogen ons niet langer laten maltraiteren door een machtig Amerika waarvan wij nu weten dat het niet is opgewassen tegen de historische opgave waar wij, toch samen met dat Amerika, voor staan. [2] Vervlogen hoopMai Yamani Saoedi-Arabisch activiste en antropologist. Zij schreef
De meeste mensen in de islamitische wereld waren het met Le Monde
eens: zij vonden de Die eensgezindheid is verdwenen. In de vijf jaar sinds de aanslagen is er een tweedeling ontstaan in het publiek van de 'oorlog tegen het terrorisme'. Naarmate de 'oorlog' voortschreed, ontwikkelde het publiek dat de operaties het meest van nabij beleefde, een heel andere visie op de voortwoekerende strijd dan die van de Verenigde Staten en het Westen. Voor de Amerikaanse regering stond iedere actie in het drama van de oorlog tegen het terrorisme [..., m]aar het publiek [...] begon de diverse veldslagen van de 'oorlog tegen het terrorisme' allengs te zien als een keten van gebeurtenissen in een alomvattende samenzwering tegen de islam. Erger nog was dat Amerika zijn oorlog voerde onder het vaandel van de democratie. Iedere hoop van betrokkenen op democratie, hetzij seculier of islamitisch, is intussen begraven onder de puinhopen of weggevaagd in de bloedbaden van Bagdad, Beiroet en Kandahar. Veel moslims begrijpen - net zo goed als iedere westerling, en met hetzelfde begrippenkader - de oorzaken van de vervreemding waaruit het islamitische radicalisme en geweld voortkomen. Zij weten dat de starre dictaturen van de regio hun volkeren in een verlammende greep houden. [...] Verbitterd, fanatiek en wraakgierig trekken de mensen die in opstand komen de wijde wereld in, op zoek naar vergelding, niet alleen tegen de regimes die hen hebben misvormd, maar ook tegen het Westen, dat de dictators van de regio heeft gesteund in het belang van de 'stabiliteit'. Vele moslims begrijpen ook dat er bij het probleem van Palestina, nu al drie generaties lang onopgelost, meer op het spel staat dan het lijden van het Palestijnse volk. Zij weten dat de dictators van de regio Palestina hebben gebruikt om hun wanbestuur te rechtvaardigen en om politieke en economische liberalisatie te vermijden. Dus toen Amerika opriep tot democratisering, schonk dat velen in de regio de hartverwarmende hoop dat de hervormingen er eindelijk aankwamen, de hoop op een vrijere, fatsoenlijkere samenleving. Maar Amerika heeft hen, zoals zo vaak, in de kou laten staan en bleef de regimes steunen die hen onderdrukten. Amerika kon zijn scenario voor de bevordering van de democratie eenvoudigweg niet waarmaken. Nadat de Talibaan uit Afghanistan waren verdreven, namen de VS de seculiere dictatuur van Saddam Hussein in Irak op de korrel. In plaats van Amerika te zien aansturen op hervorming van het Saoedisch/wahabitische regime - het bestel waaruit 15 van de 19 kapers van de aanslagen van 9/11 waren voortgekomen - zag de doorsnee moslim Amerika nu oorlog voeren tegen een regime dat met dat misdrijf niets te maken had. [...] Hoe dieper Amerika wegzonk in het Iraakse moeras, hoe meer het een oogje toekneep voor de resterende dictators in de regio, met name die in Saoedi-Arabië, Syrië, Egypte en Pakistan. Een democratisch Irak was wel het laatste wat de dictators in de regio wensten. Bijna meteen na de val van Saddam kwam een stroom van Saoedisch/wahabitische jihadstrijders naar Irak op gang. Erger nog: vele moslims die het project om Irak te democratiseren hadden gesteund, vermoeden dat het soennitische verzet dat de burgeroorlog in Irak heeft aangewakkerd, gefinancierd wordt met Saoedisch oliegeld. [...] Daarom bezien zelfs de meest gematigde moslims het streven om Irak te democratiseren - en het hele Amerikaanse project voor democratisering van de regio - met diep wantrouwen. Zij menen dat Amerika alleen maar democratieën wil die in zijn straatje te pas komen. Kiezen de Palestijnen in vrije verkiezingen voor Hamas, dan wordt hun keuze energiek tegengewerkt. De 'Cederrevolutie' in Libanon, die in het Westen net zoveel enthousiasme losmaakte als de Oranje revolutie in Oekraïne, is systematisch gedwarsboomd. Nu democratie in het grootste deel van de regio nog ver weg is - misschien wel verder weg dan vijf jaar geleden - blijft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice haar mantra herhalen dat de gedode burgers van Beiroet, Sidon, Tyrus en Gaza de 'barensweeën' van een nieuw Midden-Oosten vertegenwoordigen. Maar pas als wij gaan begrijpen hoe de islamitische wereld tegen de gebeurtenissen sinds 11 september 2001 aankijkt, zullen wij begrijpen waarom de eensgezinde visie van vijf jaar geleden met zoveel geweld versplinterd is.
|