Citaten uitIk ben als een duif. Een beetje bang, maar vrijHrant Dink, NRC Handelsblad 22 januari 2007
De Turks-Armeense journalist Hrant Dink werd vrijdag vermoord. Toen er een onderzoek werd ingesteld naar hoe ik het 'Turkendom' had beledigd, maakte ik me geen zorgen. Het was immers niet de eerste keer dat er een onderzoek werd ingesteld. (...) Ik was volledig overtuigd van wat ik had geschreven en van mijn intenties. En als de openbaar aanklager de kans had gehad om de tekst van mijn opinieartikel in zijn geheel te bekijken, en niet die ene zin die op zich geen enkele betekenis had, dan zou hij hebben begrepen dat ik niet de bedoeling had het Turkendom te beledigen en zou deze hele komedie voorbij zijn. Ik was zeker van mijzelf. Maar [...] er werd een aanklacht ingediend...
De kranten, tijdschriften en tv-programma's die de zittingen versloegen
meldden allemaal dat ik had gezegd dat "het bloed van de Turk giftig
is".
Met iedere publicatie groeide mijn reputatie als de vijand van de Turk.
In de gangen van de rechtbank vielen de fascisten me fysiek aan en
riepen racistische vloeken. Ze bestookten me onophoudelijk met
beledigingen. Maandenlang regende het bedreigingen via de telefoon,
e-mail en post - steeds maar meer en meer. [... T]oen het vonnis kwam, werd ik de grond in geboord. Vanaf toen verkeerde ik in de meest onaangename situatie waarin een mens ooit kan zitten. De rechter had een beslissing genomen in de naam van het Turkse volk en had wettelijk laten vastleggen dat ik het Turkendom had zwartgemaakt. Ik had met alles kunnen leven, behalve dit. In mijn belevenis is het zwartmaken van een persoon op basis van welk onderscheid dan ook - etnisch of religieus - racisme, en dit was onvergeeflijk. (...) [...] Helaas ben ik nu bekender dan eerst en ik voel dat mensen naar me kijken en denken: Oh kijk, is dat niet die Armeense jongen? Ik voel me net een duif die de hele tijd geobsedeerd naar links en rechts kijkt, naar wat voor me gebeurt en wat achter me gebeurt. Mijn hoofd draait net zo beweeglijk en snel. [...] Ik leg mijn zaak voor aan het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ik weet niet hoe lang de zaak zal duren, maar wat ik wel weet is dat ik in Turkije zal blijven wonen, totdat de zaak is afgerond. [...] Misschien zie ik mezelf als een angstige duif, maar ik weet ook dat mensen duiven met rust laten. Duiven kunnen in de steden leven, zelfs in menigten. Een beetje bang misschien, maar wel vrij. |