Citaten uit
Vmbo kon probleemleerlingen niet aan
Trouw 24 november 2007
Het vmbo telt veel meer leerlingen met opvoed- of leerproblemen dan beleidsmakers in de jaren negentig verwachtten. De scholen waren volstrekt niet
voorbereid op de komst van die leerlingen.
[...]
Het vmbo ontstond in twee stappen, in 1993 en 1999, uit het lager beroepsonderwijs (lbo). Behalve de mavo werden delen
van het onderwijs aan kinderen met gedrags- en leermoeilijkheden in het vmbo
opgenomen.
„We rekenden erop dat het aantal van dit soort kinderen stabiel zou blijven. Achteraf
blijkt dat dat aantal met 60 procent gegroeid is”, vertelde Carlo Hover.
Hij was secretaris van de commissie-Van Veen, die in 1994 de grondslag legde voor het vmbo.
[...]
De pas gevormde vmbo-scholen werden overvallen door de nieuwe leerlingengroep.
Zij hadden geen enkele ervaring met hen en docenten kregen ook nauwelijks
begeleiding, vertelden Jaap de Kruijff en Jan van Nierop, vertegenwoordigers van twee
platforms van vmbo-docenten.
[...]
„We hebben jaren geworsteld met de vraag hoe we deze kinderen moesten lesgeven”,
zei directeur Bart Engbers van het Vader Rijn College, een Utrechtse vmbo-school.
Daardoor zijn er kinderen op plaatsen in het mbo terechtgekomen waar ze niet
pasten, gaf hij toe. De kans is groot dat die voortijdig uitgevallen zijn en werkloos
thuis zitten.
Het vmbo is vooral ingevoerd om de aansluiting met het mbo en de arbeidsmarkt te
verbeteren, zei Chris van Veen, in de jaren zeventig minister van onderwijs. Volgens
meerdere woordvoerders is het vmbo daarin niet geslaagd.
[...]