De kogel is door de ideologische kerk
Het onderwijs kan nu weer onderwijs worden
Tegenwicht Weblog # 103, 20 februari 2008
De Commissie Dijsselbloem heeft een vernietigend
oordeel geveld in haar rapport over de onderwijspolitiek van de afgelopen
twintig jaar.
De politiek heeft gehandeld vanuit een bevlogen ideologie,
niet geluisterd naar kritiek en het werkveld vernieuwingen
opgedrongen.
Uiteindelijk is geen van de doelstellingen gehaald en is de
kwaliteit van het onderwijs flink achteruitgegaan.
|
De Tegenwichtkat is goed opgeleid |
De kern van de zaak
De crux van alle onderwijs is de driehoek leerling - leraar -
leerstof. De leraar bemiddelt tussen de leerstof en de leerling. De
leraar houdt van zijn of haar vak en maakt de leerling enthousiast - en
wegwijs in het vak. De leraar is als persoon betrokken bij de leerling
als persoon en streeft een zo persoonlijk mogelijk contact na. Omdat
leerlingen verschillen, kan de leerstof en de leerwijze of leerweg
verschillen.
Het schoolhoofd kent zijn of haar leerlingen. De schoolleiding
stimuleert, bewaakt het leerklimaat en corrigeert waar nodig. Er is
contact met de ouders, die op hun beurt betrokken zijn.
De schaalvergroting
Het bovenstaande is niet mogelijk in de schaalgrootte die we
tegenwoordig kennen. De scholen zijn te massaal geworden voor
persoonlijk contact. Geen hoofd kan nog alle leerlingen kennen, besturen
gaan over vele scholen met duizenden leerlingen. Het klimaat is
onpersoonlijk geworden. Scholen lossen dit wel op door kleinere eenheden
te creëren. Intussen is de massale schaalvergroting de eerste en
misschien wel de grootste fout geweest van de laatste jaren.
|
Havo-scholieren
blijken meer dan vwo-scholieren groot belang te hechten aan de
relatie met de leraar, constateren de onderzoeker. 'Met name in
havo-4 werken de leerlingen voor de leraar', staat in het
rapport.
Kleinere havo-klassen bevorderen het contact tussen
leerlingen en docent.
Leerlingen voelen zich [in de tweede fase] in het diepe
gegooid, wat weer leidt tot motivatieproblemen bij
docenten.
In de vierde van de havo gaat het mis; Harriët Salm,
Trouw 15 januari 2008 - over het onderzoek van Juliette Vermaas
& Ramona van der Linden, Beter inspelen op havoleerlingen,
IVA, Universiteit van
Tilburg.
'Uit ons onderzoek komt naar voren dat havo-leerlingen meer
doeners zijn dan denkers. Ze worden gemotiveerd door een goed
contact met leraren en klasgenoten.
Je moet hart hebben voor de havo-leerling. Niet denken een lastige klas, maar een interessante klas. Slaag je erin een band met ze te krijgen, dan zijn het hartstikke leuke leerlingen. Dan werken ze ook voor je. Dat persoonlijke is belangrijker dan het examen. De leerlingen zeggen het zelf
ook. Een goede leraar is iemand die echt in je geïnteresseerd is.
Het theezakjesgevoel; Marlies Haders, NRC Handelsblad
19 januari 2008 - over hetzelfde onderzoek.
|
Een ouder of groepsleider komt bij de directeur om over een
leerling te praten. De directeur luistert met aandacht en zegt:
"Goed, ik zal hem vandaag wel eens even toevallig op de trap
tegenkomen en dan in gesprek met hem gaan"
Deze methode, toevallig op de trap tegenkomen, was favoriet bij de directeur en hij werkte perfect.
Alleen al het even helemaal alleen als persoon gezien en
aangesproken worden, het even uit de massa klimmen en het voelen van
persoonlijke betrokkenheid deed de leerling zo goed dat hij meteen
flink zijn best ging doen. Hij werd een goede monteur.
|
Gelijkheidsideologie
"Gelijke monniken, gelijke kappen"? Nee, de monniken zijn
niet gelijk. Gelijke kansen bieden is niet hetzelfde als
iedereen hetzelfde lespakket voorschotelen en dezelfde methode
aanbieden. Gelijk onderwijs werkt niet want de leerlingen zijn
niet gelijk.
De een is meer praktisch ingesteld, de ander meer
theoretisch. De een heeft aanleg voor talen, een ander voor natuurkunde
en techniek, een derde weer voor sociale contacten.
De basisvorming,
voor allen gelijk, negeert deze verschillen. Vooral de meer praktisch
ingestelde leerlingen zijn hiervan de dupe. Ze kunnen niet meekomen,
terwijl hun kwaliteit niet echt aan bod kan komen.
|
|
Het vbmo
Vroeger had je de praktische leerweg in het lbo, gevolgd door mbo en
hbo, en de meer theoretische leerweg op de mavo, gevold door havo of
vwo, gevolgd door hbo of universiteit. Mavo en lbo zijn samengesmolten
tot het vmbo.
Dit heeft slecht uitgepakt: de praktisch ingestelde leerling wilde
graag met zijn handen werken maar werd geplaagd met allerlei in zijn of
haar ogen onnodige theorie. De meer theoretisch ingestelde leerlingen
kwamen niet op hun niveau.
Zo is het vbmo een vergaarbak geworden van leerlingen op het laagste
niveau, waar bijna niet bovenuit te klimmen valt. 60% van de kinderen
gaat erheen, waaronder een niet evenredig groot aantal 'allochtone'
kinderen, die ook weer hun eigen problemen de klas in brengen en die al
snel een apart groepje gaan vormen.
Samen naar school
Deze ideologie was nog desastreuzer. Het moeilijk lerende kind moest
samen met het gemiddelde en het begaafde kind per se in een en dezelfde
klas zitten.
|
|
Vmbo kon probleemleerlingen niet aan;
Trouw 24 november 2007
Het vmbo telt veel meer leerlingen met opvoed- of leerproblemen dan beleidsmakers in de jaren negentig verwachtten. De scholen waren volstrekt niet
voorbereid op de komst van die leerlingen.
|
|
Structuur vmbo draagt
mislukking al in zich; Beleidsmakers hebben voor de vmbo een
perverse structuur gemaakt. De bovenbouw kent 70 richtingen. Het is
een doolhof waarin leerlingen verdwalen; Ben van der Hilst, Trouw 23
oktober 2007
Veel docenten zien een klas slechts twee of drie keer per week, waardoor
persoonlijke betrokkenheid en goede begeleiding nauwelijks mogelijk
zijn. [...]
Maak [...] kleine, veilige en wijkgebonden vmbo-scholen met maximaal
250 leerlingen. Vanaf de eerste dag wordt daar door een beperkte en
vaste groep goed gekwalificeerd personeel aan bovenstaande
competenties praktijkgericht gewerkt [...]. |
|
Dit trokken de moeilijk lerende kinderen niet: zij werden
dus lastig en maakten de hele sfeer problematisch. Moeilijk lerende kinderen
hebben een ander schoolklimaat nodig waarin ze kunnen gedijen en
leren. Het speciaal onderwijs, mlk, mok, zmok en dergelijke boden dit
klimaat, wat een grote gewone school niet kan doen.
Zelf heb ik menig kind op zien fleuren na de overgang van gewoon
basisonderwijs naar speciaal onderwijs waarin ze faalden of waarvoor
ze te lastig waren. In het speciaal onderwijs is het heel gewoon om te
falen, iets niet te kunnen en om lastig te zijn: geen probleem daar,
het klimaat is daarop ingesteld. Kinderen voelen zich gezien, erkend
in hun eigenheid en ze fleuren er van op.
|
Waar nu lastig, gemiddeld en begaafd bij elkaar zitten, wordt de
sfeer getekend door de lastige en moeilijk lerende kinderen, terwijl de
klassen te groot zijn - en de leerkrachten gericht zijn op 'het normale'
- om daar mee te kunnen werken.
Het nieuwe leren
Dit houdt in dat de leerling zelfstandig aan zijn eigen leerweg werkt
en dat de leraar daarbij niet zozeer de docent is als wel de begeleider.
Nu is het oude uitsluitend klassikale onderwijs ook niet alles, maar de
didactiek is volledig de andere kant opgegaan en daarin te ver
doorgeslagen. Het resultaat is dat een klas zogezegd 'zelfstandig werkt'
maar dat daar niets van terecht komt. Het ene kind werkt aan Duits, het
andere aan wiskunde, terwijl de leraar aardrijkskunde dienst heeft in
die klas. De leraar wordt oppasser. De kinderen gaan keten.
Er zijn kinderen die dit nieuwe leren aankunnen - er zijn er ook die
dit niet aankunnen. Duw het ze dan niet door de strot. Het zelfstandig werken is nu ook verplicht gesteld in de hoogste
klassen van havo/vwo - en juist in die leerjaren haken heel veel
leerlingen af. Ze trekken dit niet. Sommigen wel, anderen niet - de
leerlingen zijn niet gelijk.
Mijn pleegzoon wilde kok worden en ging naar het mbo. Daar was
"de leerling zelf verantwoordelijk voor zijn eigen leerweg".
Leerlingen moesten hun aanwezigheid melden en dan zelf aan het werk
gaan met allerlei werkboeken. Maar mijn pleegzoon had geen flauw idee
wat hij dan moest doen, en waar of bij wie in de grote school. Er was nauwelijks
persoonlijk contact tussen leraren en leerlingen. In het tweede jaar
liep dit dus muurvast.
Hij koos toen voor een ander beroep en kwam op een school
terecht waar gezegd werd 'Vandaag behandelen we hoofdstuk 5 en morgen
moet je dit kennen'. Dit werkte. Hij heeft nu zijn diploma - en
werk.
|
Competentiegericht leren
Het rapport van de Commissie Dijsselbloem gaat niet over het mbo,
maar juist daar zijn veel problemen en is er een grote vernieuwing op
til: het competentiegericht leren. Dit betekent dat vaardigheden
belangrijker worden dan kennis en dat het onderwijs en de exameneisen -
dit zijn er heel veel en ze zijn erg gedetailleerd maar nauwelijks
meetbaar - in die richting veranderen. Er zijn al scholen die het vak
Nederlands hebben afgeschaft - terwijl er veel 'allochtonen' in de
klassen zitten.
|
|
Ideologie boven kennis en kunde
Al deze veranderingen zijn van bovenaf ingevoerd, verplicht, en in
een moordend tempo. Er is niet eerst onderzocht of het nieuwe eigenlijk
wel werkt, er is niet geluisterd naar kritiek, niet geluisterd naar het
werkveld: leraren, ouders, leerlingen. Er ontstond een nieuwe laag
onderwijsmanagers tussen politiek en werkvloer in.
De 1040-uren norm
Ook weer een van boven opgelegde norm zonder deugdelijk onderzoek
vooraf. Er werd geïmproviseerd en
zo ontstond wat de demonstrerende leerlingen "ophokplicht"
zijn gaan noemen: een zaal vol leerlingen en een oppasser. Dus klieren
en keten in plaats van zelfstandig leren. Geen leraar die zich hierbij
op zijn plaats voelt.
Als een school niet de verplichte vierendertig lesuren per week geeft, moeten leerlingen
in studiezaal of mediatheek rondhangen om toch aan die uren te komen. Deze
zogeheten ’keuze werktijd uren’ of ’banduren’ vind ik ronduit belachelijk.
Je kunt tijd de tijd die de leerling in de studiezaal doorbrengt geen onderwijstijd
noemen. [...]
De situatie is er ook niet naar om serieus te studeren. Een beetje jongere denkt eerder
aan lol.
[...]
Beste docenten en managers, mag ik u oproepen samen met de leerlingen te staken
tegen deze achteruitgang van ons onderwijs?
Wiard van der Kooy (15) in Trouw 23 oktober 2007.
|
Staken en demonstreren ...
"Wij scholieren eisen vooral goede lessen" (Tr 14-11-07) |
Toch al laag betaald, gaat men naar een andere
baan zoeken en niemand die nog iets voelt voor het beroep van leraar.
Dus lerarentekort, dus ophok-uren, enzovoorts. Toen bleek dat het aantal uren helemaal niet samenhangt met de
kwaliteit en het resultaat van het onderwijs.
De gratis schoolboeken
Dit is al vastgelegd in het regeerakkoord, maar het blijkt helemaal
niet te werken. Men was de Europese aanbestedingsplicht vergeten, wat
onnodig veel tijd en geld kost. En het bedrag is zo laag dat de
schoolboeken in kwaliteit achteruit kelderen en ook weer veel van
hetzelfde gaan worden.
Wat te doen?
Leerlingen
|
Weet dat je belangrijk bent: in de toekomst
zijn vakmensen hard nodig, dus houd de moed er maar
in. |
|
Sluit je aan bij LAKS. Laat je niet
ophokken: je bent geen kip. |
Ouders
|
Wees en blijf betrokken bij kind en
school. |
|
Durf kritische vragen te stellen aan
beiden. |
Leraren
|
Leg en onderhoud zo veel mogelijk
persoonlijk contact met de leerlingen: uw betrokkenheid is
hun weg naar kennis en vaardigheden. |
|
Zoek evenwicht tussen vaardigheden en kennis
- beide zijn belangrijk. |
Scholen
|
Keer terug naar de kleinschaligheid: reorganiseer in
kleine eenheden. |
|
Herstel en bevorder het zo persoonlijk mogelijke contact
tussen leraar en leerling. |
|
Zorg dat iedere leerling een mentor heeft. |
|
Zoek evenwicht tussen klassikaal onderwijs en
zelfstandig leren. |
|
Maak individuele regelingen voor de moeilijk lerende
leerlingen of voor leerlingen met eenzijdige
begaafdheid. |
|
Open een mavo afdeling - dit kan - en houdt het vmbo vooral praktijkgericht - ook dit kan. |
|
Enkele adviezen van de commissie
|
Maak een nieuwe lesuren-norm. |
|
Voer daar onafhankelijk onderzoek naar uit dat zich vooral
richt op geluiden uit de praktijk. |
|
De politiek moet gaan over wat kinderen moeten kennen en
kunnen. De scholen moeten gaan over de inrichting van het
onderwijs. |
|
Geen vakdocenten veel inspraak bij het vernieuwen van de
vakinhoud. |
|
Zet minder data en bepalingen in het regeerakkoord waarin
onderwijsbeleid staat. |
|
Onderwijsvernieuwingen mogen alleen worden ingevoerd als
er wetenschappelijk bewijs is dat ze werken. |
|
Voer geen onderwijsvernieuwingen in als niet aan de
randvoorwaarden (benodigde tijd en geld) kan worden voldaan. |
|
Bekijk de rol van de onderwijsinspectie opnieuw. |
|
Laat meer onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van
onderwijsmethoden. |
|
Ontwikkel een nationale onderwijsmonitor die jaarlijks het
onderwijsniveau meet. |
|
Scholen moeten verantwoorden hoeveel geld ze uitgeven aan
zorgleerlingen, leraren en lessen, en hoeveel aan
ondersteunende diensten. |
|
Stel Nederlands en wiskunde (weer) verplicht op scholen. |
|
Ontwikkel een volwaardig ambachtsschoolachtig
diploma. |
|
Politiek
|
Voer en moratorium in inzake de lesuren-norm, hangende een
onderzoek hiernaar. |
|
Voer een moratorium in inzake vernieuwingen en
regelgeving, hangende een brede discussie hierover. |
|
Bemoei u alleen met wat een leerling moet kennen en
kunnen - niet met hoe dit wordt bereikt. |
|
Vervang het vbmo door een soort mavo en een deugdelijke
ambachtelijke leerweg lbo die leidt tot het mbo. |
|
Geef het speciaal onderwijs meer mogelijkheden; accepteer
dat hier meer leerlingen zullen heen stromen. |
|
Maar de klassen kleiner zodat meer
persoonlijk contact mogelijk wordt.
|
|
Zie verder:
|
Eindrapport
van de Commissie-Dijsselbloem aan de Tweede Kamer
|
|
Kleinere
klassen, dat zou pas een oplossing zijn; Een hoger
salaris alleen is niet genoeg om het vak van leraar weer
aantrekkelijk te maken. Maar de klassen vooral kleiner, want
de leraar is te druk; Hester Macrander; Trouw 26 oktober
2007
|
|
Tweedeling in het Nederlandse onderwijssysteem; M,
Maandblad van NRC Handelsblad, september 2007
|
|
Tweedeling in het onderwijs; Trouw 20 november 2007
|
'Het onderwijs is terug bij af'; Hanne Obbink |
|
Van laag naar hoog, dat lukt alleen doordouwers.
|
|
|
En zo werd de leraar gesloopt; reconstructie van een
drama; Ton van Haperen, Trouw 1 december 2008
De leraar wordt een twijfelaar, staat onzeker voor de klas, hij weet niet meer goed wat
hij doet en waarom.
|
|
Een diploma is een pepernoot;
Heldere studies naar de fatale gevolgen van stille en zachte
onderwijsrevolutie;
Kees Beekmans, NRC Handelsblad 14 december 2007 - Recensies van
|
Pieter Hettema en Leo Lenssen: Van wie is het onderwijs? Balans,
240 blz. € 17,50 |
|
Jaap Dronkers: Ruggengraat van
ongelijkheid. Mets
& Schilt, 96 blz. € 12,50
|
|
|
[Later toegevoegd:]
De overheid moet de
regie over het onderwijs hernemen; Presley Bergen
& Ad Verbrugge, NRC Handelsblad 23 februari
2008
Staan we op een keerpunt in het onderwijsbeleid? Het
valt te hopen. Maar dan moet overheid wel actiever
optreden, en om te beginnen over de hele linie de
kwaliteit controleren. Het gaat niet om ‘de politiek’
tegenover ‘de leraar voor de klas’. Er is een
algehele cultuuromslag noodzakelijk – ook bij veel
leraren. |
De genoemde en geciteerde artikelen zijn
opvraagbaar bij
< webmaster@tegenwicht.org
> |
|