Citaten uitDe staat is heiligErdal Balci, Trouw, 14 juni 2008
[...] Sinds de eerste vrije verkiezingen in 1950 hebben militairen om de tien jaar een coup gepleegd in Turkije. Deze traditie leek doorbroken in het zich snel ontwikkelende land, kandidaat voor volledig EU-lidmaatschap. Maar het onverwachte is gebeurd. Het leger, de hoogste rechters en de republikeinse partij CHP hebben het Turkse parlement lamgelegd. Dat heeft het verbod op het dragen van hoofddoeken op universiteiten opgeheven, een meerderheidsbesluit dat even later door het Constitutionele Hof herroepen werd. Daarmee plaatste het Hof zichzelf boven het parlementaire systeem. De generaals en de CHP onthaalden de uitspraak met applaus. [...] Al ruim vijf jaar regeert in Turkije de AK-partij, die zijn wortels in het islamisme heeft, al ziet de partij het zelf liever niet zo. De leiders verwerpen zelfs de veel onschuldiger klinkende benaming ’moslimdemocraten’. Ze willen beschouwd worden als een centrum-rechtse, conservatieve partij. Onder leiding van deze partij werkte het land de laatste jaren aan stabilisering van de economie en aan hervormingen die toetreding tot de Europese Unie mogelijk moeten maken. Wonder boven wonder voldoet Turkije inmiddels aan de Kopenhagen-criteria, die officiële besprekingen voor het lidmaatschap mogelijk maken. De AK-partij leidt het land zoals alle andere partijen in het verleden. Ook zij realiseert zich terdege dat achter de schermen andere krachten heersen die elk moment kunnen ingrijpen. De stichters van de Turkse republiek, de generaals en de civiele bureaucraten, peinzen er namelijk niet over om de leiding van het land over te laten aan het ’voetvolk’ uit Anatolië. [...] Dat is dus ook niet gebeurd. In 1960, in 1971, in 1980 en in 1997 heeft het leger steeds de democratisch gekozen leiders afgezet. Bij de allereerste staatsgreep werd de toenmalige premier zelfs opgehangen. [...] De conclusie kan niet anders zijn dan dat er weer een coup is gepleegd in Turkije. Want waar heb je een parlement voor als het geen wetten kan maken? De huidige realiteit is dat het Constitutionele Hof thans in de rangorde boven het parlement en onder de generale staf staat. Het hof kan élke wet toetsen aan de criteria secularisme, mensenrechten, sociale staat enzovoort en die vervolgens teniet verklaren. Is er in het land, waar moslims de meerderheid vormen en dat de laatste jaren geregeerd wordt door mannen die hun politieke wortels in het islamisme hebben, dan geen sprake van een oprukkend fundamentalisme? Was in Turkije misschien allang de de sharia ingevoerd als de seculiere elite niet telkens had ingegrepen? En nog een vraag: zijn de hoofddoeken op universiteiten niet de eerste schreden op weg naar een ’iranisering’ van Turkije? [...] Het invoeren van een fundamentalistische wetgeving is pure fantasie, er bestaat namelijk in het huidige Turkije geen basis voor een machtsovername door geestelijken. Zij hebben nooit een rol van betekenis kunnen spelen. Turken kennen geen institutie zoals de mollah-school in Iran. Geen enkel machtsblok is zo naïef om de zwaar bevochten macht zomaar over te dragen aan geestelijke leiders, die er niet eens zijn. [...] In Turkije gaat het er bovenal om wie er aan het hoofd staat van het leger. In dit opzicht is het land eigenlijk al eeuwen seculier. De invloed van de islam is altijd al beperkt geweest. Voor de stichters van de republiek – het leger, de republikeinse partij en de civiele bureaucratie – komt het gevaar allerminst uit de hoek van de bebaarde fundamentalisten en hun gesluierde vrouwen die vier a vijf procent van de bevolking uitmaken. Het grootste gevaar voor deze elite is het oprukken van de democratie en de individualiseringsgolf in de maatschappij. Deze elite heeft haar beste jaren gekend in de jaren dertig van de vorige eeuw. [...] Deze ’haviken’ hebben zich dus al in de jaren dertig georganiseerd. Solidariteit tussen de leden van deze groep is groot. Wanneer de militairen een coup pleegden, snelden de hoogste rechters naar de kazernes om de generaals te vertellen dat ze de coup steunden. Wanneer de de republikeinse volkspartij CHP een proces begint bij het Constitutionele Hof weet men dat het Hof de CHP gelijk zal geven. [...] Wel of geen hoofddoeken op de universiteiten is de kwestie niet. Twaalf jaar geleden was het dragen van hoofddoeken op dezelfde universiteiten vrij. Toen zei niemand dat dit de ’eerste stappen van de sharia’ zouden zijn. Een groot deel van de vrouwen draagt nu eenmaal hoofddoeken in Turkije. Met de globalisering en het EU-proces komt het totalitaire regime van de republikeinen steeds meer in gevaar. Dat is waar de schoen wringt. De EU legt hervormingen op, de AK-partij voert ze uit en de generaals en hun handlangers steken de koppen bij elkaar om te bedenken hoe ze deze ontwikkeling kunnen tegenhouden. Ze willen hun oude land terug waar
[...] Het Constitutionele Hof gaat zich binnenkort ook buigen over het proces van de AK-partij. [... ... ...] De AK-partij heeft de meerderheid in het parlement. Het is de partij, na erg veel tegenwerking van het leger, gelukt om Abdullah Gül als nieuwe president te laten kiezen. Gül zorgt nu voor belangrijke benoemingen zoals rectoren van universiteiten. Binnen een paar jaar zal hij ook mondjesmaat de kemalistische rechters vervangen door rechters met wie ze wel zaken kunnen doen. [... ...] Voor Turken is de staat heilig. Je kunt trachten om er een rol in te spelen. Maar proberen om die staat te transformeren hoort er niet bij. Het is de staat die, net als de Russische tsaar Peter de Grote, bepaalt hoe de burgers moeten zijn. Hij besloot dat Russische mannen geen baard mochten hebben en vrouwen kortere rokken moesten dragen. Om die reden stonden op elke straathoek kappers en klerenmakers klaar om de nog niet verwesterde Russen in een minuut tijd te veranderen in ideale burgers. Net zo heeft de Turkse staat bepaald dat hoofddoeken op de universiteiten niet mogen. De generaals, de hoge rechters en de CHP-leiders weten wat het beste is voor het volk. Zij zijn de staat. Eén man die het wel in zijn hoofd haalde om de staat te veranderen was een Armeniër. De laatste keer dat ik hem zag was op de televisie. Met twee kogels in zijn hoofd lag hij op zijn buik voor de ingang van zijn kleine, progressieve krant. |