Vorige Start Omhoog Volgende

5 mei 2013 - Vrijheid

Weblog Tegenwicht # 156 
5 mei 2013

5 mei 1945 ...

De Canadezen trokken Den Haag binnen. Op de Rijswijkseweg zag ik ze langskomen. Ik begreep: we waren vrij! Dit vieren we nu. 

Bevrijd ...

Eens werd Rusland bevrijd van de Tsaar - ze kregen er Lenin en Stalin voor terug ...
Eens werd China bevrijd van de Keizer - ze kregen er Mao voor terug ...
Eens werd Noord Korea bevrijd van de Japanse overheersing - ze kregen er de Kim dynastie voor terug, met honger ...
Irak werd bevrijd van dictator Saddam Hussein: eindelijk werden de Sji'ieten niet meer onderdrukt door de Sunnieten - Nu onderdrukken de Sji'ieten de Sunnieten ...
Egypte werd bevrijd van dictator Mubarak - nu heerst er Morsi met zijn Islambroeders ... 
Tunesië werd bevrijd van zijn tiran - wie nu een film wil vertonen, wordt nog net niet onthoofd ...
Libië werd bevrijd van dictator Qadaffi - nu heersen er goed bewapende milities, elk over hun eigen stam ...

Vrijheid is een kostbaar goed dat soms veroverd, maar altijd gevestigd en in stand gehouden moet worden; het is er niet vanzelf. Vrijheid is geen gave, maar een opgave. Als het er is, moet je het maar goed vieren.

5 mei 1813: Søren Kierkegaard werd geboren

De Filosoof van de Vrijheid wordt dus dit jaar herdacht.

Mens zijn betekent dat je vrij kunt zijn. Nee, vrijheid is geen illusie, maar eenvoudig is het nu ook weer niet.  Mens-zijn is bestaan op het snijvlak van gebonden zijn en vrij zijn. We zitten vast aan ons lichaam en aan onze geschiedenis, maar er is ook perspectief en toekomst.

Wie zich vastklampt aan de gebondenheid, klampt zich vast aan onvrijheid; hij wordt een massamens als in een school haringen - juist in het kapitalisme zien we dit.
Wie zich beperkt tot de open mogelijkheden, verbindt zich nergens aan, hij gaat 'zweven'.
Wie realistisch beide kanten op kijkt, gaat twijfelen, ontmoet de vertwijfeling - en toch begint juist daar de vrijheid.

Op vertwijfeling volgt bewustzijn, niet gevolgd door concrete vrees voor iets, maar eerder vage niet-concrete angst. Dan volgt reflectie en loutering, pas dan gevolg door vrijheid - hopen we, want er is ook "De angst voor de Vrijheid" (Erich Fromm). 

Er is de angst, zegt Sartre, dat je in het ravijn kunt vallen, maar vooral de angst dat je je erin kunt laten vallen. Dit is ook de angst van de hoogtevrees. Vrees komt van buiten, angst komt van binnen. 

Vrijheid is niet absoluut; je kunt niet zo maar alles gaan doen. Er zijn altijd grenzen. Er zit ook een element van noodzakelijkheid in: doen wat past bij de situatie en wat past bij jezelf, de persoon die je bent en vooral de persoon die je kunt worden: een authentiek individu.

Dit begrip, 'een authentiek individu' met zijn eigen door ervaring verkregen individuele waarheid, dit is een bijdrage van Kierkegaard; het was in die tijd bepaald nieuw. In de vroeg-kapitalistische samenleving van zijn tijd zag hij te veel pseudo-individuen, massamensen. 

Nu, in het late of neo-kapitalisme, is, naast het massale bestaan van massa-mensen,  het authentieke individu met zijn emoties zo ongeveer de standaardvoorwaarde om op de televisie te komen. De slinger is wellicht iets te ver doorgeslagen tot op het narcistische af. De DSM-V, het standaardboek met diagnoses, heeft narcisme geschrapt als ziekte ... omdat het zo normaal geworden is. Je kunt er heel goed politicus mee worden. 

Intussen is het worden van een authentiek individu dan wel de mode, eenvoudig is het nog altijd niet. 

Een authentiek individu worden - het proces van individuatie, zegt Jung later - vergt toewijding. Het vergt nauwkeurig waarnemen, nadenken, kiezen - en geloven in wat niet altijd rationeel te bewijzen is. Er zit ook een moment van ontdekken, van verwondering, vervoering of betovering, in het hele proces van individuatie. Niet zijn en blijven wie je door je genen bent, maar de iemand worden die kunt en wilt zijn. Wij zijn niet ons brein, we hebben ons brein. 

Dit is het bestaan van de mens, de menselijke existentie - zegt Kierkegaard, de opstarter van het existentialisme, later voortgezet door Kant, Nietsche, Heidegger, Wittgenstein, Sartre ... maar al lang voordien voorbereid door Plato, dus door ...
 

Socrates, 

de man die 'wist dat hij niets weet' en die, door zijn alsmaar vragen stellen op de Agora (markt) en in de Stoa (zuilengang) van Athene, de mensen eerst tot vertwijfeling bracht, om ze zo langzaam tot hun eigen authentieke inzichten, waarheid en individualiteit, te leiden. Pas dan is de mens vrij. 

Met dank aan:
Jelmer Mommers; De Socrates van Kopenhagen; 200 jaar Kierkegaard; De Groene Amsterdammer 2 mei 2013.

Dader en slachtoffer

Op 4 mei hebben we niet alleen de traditie van de dodenherdenking, maar de laatste jaren ook de traditie van heftige discussies over wie en dan herdacht mogen worden. 

In Vorden wilde men na de herdenking even wandelen langs de graven van enkele daar omgekomen Duitse soldaten. Dit werd, althans aan de burgemeester, door de rechtbank verboden, maar een jaar later (dit jaar) in hoger beroep weer toegestaan. Men zou dus wandelen, dus kwam er protest, dus werd dit weer afgeblazen. 

Men zou eens iemand kunnen kwetsen ... door een nazaat van een slachtoffer en een voormalige dader beiden als mens te benaderen, beiden slachtoffer van een niet meer menselijk systeem. 

De Agora - nu wonen er honden

De Stoa, gerestaureerd
 

De gevangenis van Socrates

Men laat de vijand - een dode, nota bene - dus links liggen, vijand blijven, gehaat blijven. 

In een Brabants dorp stonden de namen van omgekomen Nederlanders en die van ongekomen Duitsers gebroederlijk samen op een gedenkplaat - Alle Menschen werden Brüder, Europees volkslied van Beethoven. Dit kon dus niet: alle namen werden verwijderd. 

Het woord dat alle discussiestukken daarover overheerst, is het woord slachtoffers, in combinatie met daders.

Bijvoorbeeld, alinea na alinea, in 'Je moet op 4 mei niet de daders herdenken', interview met Nine Nooter, directrice van het Nationaal Comité 4 en 5 mei; door Onno Havermans, Trouw 2 mei 2013. 

Alleen die, zegt men dan vaak, mogen herdacht worden, en van het dan ook alleen nog de Nederlanders. Dan mogen we, merkt een scherpe lezer in een ingezonden brief op, Anne Frank niet herdenken, want die had geen Nederlands pasport. 

De nazaten van de slachtoffers zeggen zich gekwetst te voelen als ook de daders worden herdacht. Gekwetst: niet in hun Jood zijn, noch godsdienstig, noch etnisch, want dit is niet aan de orde. Zij voelen zich gekwetst en bedreigd in hun slachtofferschap. Dit moet behouden worden. 

Daarvoor is het nodig om de daders vooral dader te laten blijven, hun slecht zijn te blijven bevestigen door hen niet te gedenken, alleen de goeden mogen herdacht worden omdat ze goed zijn en dit willen blijven. Men is goed of slecht, dader of slachtoffer. Hieraan mag niet getornd worden door nuance. De haat, de rancune, het ressentiment moet in stand gehouden worden. 

Auke de Leeuw mocht zijn gedicht over zijn oud-oom niet voordragen omdat het de nuance bevatte dat oud-oom ... niet per definitie helemaal en altijd slecht was, maar dat deze eens in zijn leven een verkeerde keuze had gemaakt. Auke had dus nagedacht en zich ingeleefd in zijn oud-oom naar wie hij vernoemd was. Dit mocht niet, want dan zouden de slachtoffers zich wel eens gekwetst kunnen gaan voelen - in hun slachtofferschap, en dit mag niet, het moet zo blijven, hij moet dader blijven. Auke werd geweerd, afgeserveerd, geschoffeerd.  

Zoiets speelt ook bij de nabestaanden, tot en met de kleinkinderen, van de in de oorlog foute Nederlanders. De nabestaanden hebben het niet slecht getroffen, nee, ze zijn slecht en moeten dit blijven volgens het heersende taboe hierop. De nuancerende vraag wat nu het verschil is tussen het kind van een Jood en van een NSB-er die geëxecuteerd is, mag niet gesteld worden, terwijl beiden toch al jong hun vader moesten missen en in weeshuizen belandden, mag niet gesteld worden. 

Foute keuze

Mijn naam is Auke Siebe Dirk 
Ik ben vernoemd naar mijn oudoom Dirk Siebe 
Een jongen die een verkeerde keuze heeft gemaakt 

Koos voor een verkeerd leger 
Met verkeerde idealen 
Vluchtte voor de armoede 
Hoopte op een beter leven 

Geen weg meer terug 
Als een keuze is gemaakt 
Alleen een weg vooruit 
Die hij niet ontlopen kan 

Vechtend tegen Russen 
Angst om zelf dood te gaan 
Denkend aan thuis Waar Dirk z'n toekomst nog beginnen moet 
Zijn moeder is verscheurd door de oorlog 
Mama van elf kinderen, waarvan vier in het verzet zitten 
En een vechtend aan het oostfront 
Alle elf had ze even lief 

Dirk Siebe kwam nooit meer thuis 

Mijn naam is Auke Siebe Dirk 
Ik ben vernoemd naar Dirk Siebe 
Omdat ook Dirk Siebe niet vergeten mag worden. 

AUKE DE LEEUW 

Onder andere Bettina Drion heeft zich verdiept en ingeleefd in haar grootvader, een geëxecuteerde NSB-er. 

"Ik verafschuw de keuzes van mijn opa, maar door over hem te schrijven kreeg ik wel beter inzicht in zijn dilemma's."

Zij schreef 

Scherven. Nazaten van foute Nederlanders over hun familieleven. Bettina Drion; Marmer.  (Trouw 4 mei 2013,  Meindert van der Kaaij, Verdriet over een foute vader). 

Aan het slachtofferschap (= goed) en dus het daderschap (= slecht) mag niet getornd worden. Kennelijk zit dit heel diep: in de identiteit, ook in die van de nabestaanden, dus zelfs over het graf heen, als een soort erfzonde. 

Het slachtoffer-denken en -zijn, -identiteit

In de oorlog zijn er willekeurige mensen gedood als wraak voor iets wat de Duitsers was aangedaan. Hier speelt het wrede toeval, het noodlot, de niet terug te draaien wrede loop der geschiedenis; verzet en herstel zijn niet mogelijk. 

Niet minder noodlottig was het om rond 1920 geboren te zijn in het Duitsland dat in je tienerjaren bijna massaal gehersenspoeld wordt in een romantisch Blut und Bodem denken, in een haatgolf tegen de joden als het ultieme kwaad en in een streven naar een raszuiver Groot-Duitse Rijk, veroverd door zingende soldaten. 

Kom dan maar eens in militaire dienst of realiseer je dat je militair bent geworden om je gezin te voeden. Je hebt geen keuze. Voor je het weet, sta je aan het front. Voor je het beseft, ben je dood. 

Zoals de officier die weigerde willekeurig gekozen Nederlanders dood te schieten - binnen de minuut werd hij geëxecuteerd door zijn collega's. Het wrede noodlot slaat toe, de wrede loop der geschiedenis; verzet en herstel zijn niet mogelijk.

Het noodlot, toegebracht door toeval, mens of natuur, kun je het beste maar aanvaarden, proberen te vergeten of op te bergen in het vakje 'verleden tijd' - en door zien te leven. Dieren kunnen dit. 

Veel mensen lukt dit niet. Zij zoeken of benoemen een dader, een groep van collectieve daders: 'De Joden', maar ook 'De Duitsers' of 'De Elite' dan wel 'De Multiculti', 'De Islam' dan wel 'Het Westen', of de samenspanners in 'Het Grote Complot' dan wel 'De Criminelen', of, waarom niet, 'De Staat'. Men zoekt een zondebok in wie het (eigen) kwaad geprojecteerd kan worden. 

Er ontstaat een zichzelf-rechtvaardigend verhaal, al of niet een waar verhaal, maar wel een giftig verhaal. Men zoekt een dader, een schuldige. Tegen deze ontwikkelt men wrok, rancune, ressentiment, haat, wraak.

Dit zijn giftige gevoelens waarmee men ook zichzelf, zijn gevoelsleven en zijn leven vergiftigt. Men verzekert zichzelf dat men zelf slechts het goede slachtoffer is van de slechte dader, maar ook dit gevoel is gif voor de drager ervan. Er ontstaat een slachtoffer-cultus; we zien het om ons heen. 

Deze manier van denken, het dader-slachtoffer model is een valkuil waar men niet meer uitkomt. Het slachtofferschap wordt deel van de eigen identiteit; het moet en zal gehandhaafd worden, dus ook het daderschap van de ander. Acceptatie, nuanceren, relativeren, begrijpen, vergeten, vergeven, als het verleden beschouwen, herstel van evenwicht is niet meer mogelijk. Men heeft zichzelf vast- en klemgedraaid als een schroef in het hout die maar een kant op kan draaien. 

Men is niet meer vrij, men kan en wil niet meer vrij zijn, men wil slachtoffer blijven en het kwaad op de dader-zondebok projecteren. Men wil deze schuldig verklaard en veroordeeld zien. Maar rust geeft dit niet; men wil steeds meer beteugeling van het kwaad, dus steeds meer regels, wetten, processen, gevangenissen. Discipline dus, terwijl alleen zelf-discipline en zelf-kritisch denken, gevolgd door begrijpen, verzoenen en vergeven de enige weg tot rust, hersteld evenwicht en vrijheid is. Men blijft echter onvrij. 

"De partijen die het begrip 'vrijheid' in hun naam voeren, zijn de grootste bedreiging voor de vrijheid" - Hans Goslinga; VVD viert feestje met nivellering van de omroep; Trouw 8 december 2012. 

Met dank aan het zeer lezenswaardige tweede hoofdstuk van het zeer lezenswaardige boek van Sybe Schaap: Het rancuneuze gif; de opmars van het onbehagen; Damon, Budel, 2012 

Verzoening, vergeving, tolerantie

"Herdenken is geen verzoening" volgens het Nationaal Comité 4 en 5 mei. En die verzoening heeft al plaats gevonden; dit hoeft maar een keer te gebeuren. Dus "je moet op 4 mei niet de daders herdenken."

Wat een gebrek aan doordachte levenservaring. Wie eens een kerk van binnen ziet, merkt dat elke viering begint met een ritueel van vergeving en verzoening, iets dat men kennelijk permanent nodig acht. Verzoening is niet een eenmalig ritueel, het is een lang proces tussen twee partners die elk een lange weg te gaan hebben.

De Waarheids- en Verzoeningscommissie van Nelson Mandela in het gewonde Zuid Afrika is het grote voorbeeld. Het hele proces heeft jaren geduurd. 

"Vergeven is niet zo moeilijk", zegt Willem Glaudemans, auteur van het boek

Boek van vergeving; een gids van wond naar wonder; Willem Glaudemans, Ankh-Hermes 2013. (Trouw 19 april 2013)

Dit is niet geloofwaardig - het boek is hier nog ongelezen, gaat nog komen. Alsof vergeven zo snel lukt in enkele korte stappen, een soort toverformule voor een wonder. 

Vergeven is een langdurig proces, ook weer tussen twee partners die elk een lange weg hebben te gaan. Noodzakelijk is het wel. Het verleden kun je niet terugdraaien, vergeten zal niet snel lukken en hoeft ook niet; ook verzoening is niet altijd mogelijk, vergeven wel. Dit bevrijdt je uit de valkuil van de slachtoffer-identiteit, het slachtoffer-denken, en het bevrijdt de dader uit het stigma van het eeuwige daderschap: beiden worden vrij. Het is beter dan het slachtofferschap, en dus het daderschap, generatie na generatie krampachtig in stand te houden; je blijft dan onvrij.

Ook voor tolerantie geldt zoiets. "Ware tolerantie is geen feestje" [*]; het vergt gedogen wat eigenlijk niet gedoogd kan worden, het accepteren van wat pijnlijk is, het dulden van wat je als slecht ziet, bijvoorbeeld een geloof dat je niet kunt delen, respectievelijk het niet-geloven. Het tolereren ook van minderheden, ook al vind je ze misschien 'eng', 'raar' en 'vies'. 

[*] James Kennedy, Ware tolerantie is geen feestje; Trouw 20 oktober 2012; voorts:
Sebastiaan Valkenburg, Je mag verwachten dat iemand de kunst van het incasseren beheerst; over de verkeerde interpretaties van het begrip 'tolerantie'; Trouw 20 januari 2011
Simon Schama, Waarom zijn we niet meer tolerant? NRC Handelsblad 11 december 2011.

Vrijheid

Vrijheid impliceert het nemen van verantwoordelijkheid, dus nadenken, je bewust worden, dus durven twijfelen en dan kiezen wat er nog te kiezen valt: je handelen in het heden en in de toekomst. Het verleden ligt immers al onveranderlijk vast. 

Vrijheid impliceert dat je even afstand neemt van, stil staat bij, nadenkt over je begeerten, je lusten, driften, emoties en overtuigingen, groepsdruk, conformisme en gepolariseerd wij-zij-denken. Dit alles moet je wegen, beoordelen, beargumenteren en dan ondersteunen of verwerpen. 

Hierin horen we de woorden van Socrates, opgeschreven door Plato, maar ook, recenter, Hannah Arent en Abel Herzberg. De laatste stelt "de lege mens" tegenover "de bewuste mens".

Met dank aan Colet van der Ven; Denken, altijd blijven denken; Trouw 4 mei 2013.

Vrijheid impliceert dus: jezelf vrij maken om te denken, twijfelen, lezen, reflecteren, ontwikkelen, wandelen, even niet werken, even geen tv kijken, even niet meegaan met de hype van de dag, afstand nemen, bewust zijn, keuzen maken - en die van anderen zo niet respecteren, dan toch wel tolereren.

Vrijheid is een kostbaar goed dat soms veroverd, maar altijd gevestigd en in stand gehouden moet worden; het is er niet vanzelf. Vrijheid is geen gave, maar een opgave. Als het er is, moet je het maar goed vieren.

Vorige Start Omhoog Volgende