Vorige Start Omhoog Volgende

De noodzaak van een interreligieuze dialoog ...

... vanuit moslims bezien

M. Fethullah Gülen

Oorspronkelijk verschenen in The Fountain, Turkije, 11 januari 2000;

aangeboden aan het Parlement voor de Wereldreligies in 1999.

Nu opgenomen in: M. Fethullah Gülen, Verhandelingen - Perspectieven - Meningen; Stichting Islam & Dialoog, Rotterdam 2007.

Vertaling: Stichting Islam & Dialoog & F.E.J. Gieles. 

Inleiding

Vandaag de dag hebben mensen het over allerlei zaken: het gevaar van oorlogen en conflicten, vervuiling van water en lucht, honger, het vervagen van normen en waarden en noem maar op. Als gevolg daarvan zijn ook andere zaken op de voorgrond getreden: vrede, innerlijk welbevinden, zorg voor de natuur, gerechtigheid, tolerantie en dialoog.

Helaas hebben degenen die deze problemen dienen aan te pakken er, ondanks een aantal veelbelovende voorzorgsmaatregelen, voor gekozen dit te doen door naar nog meer manieren te zoeken om de natuur te onderwerpen; zij maken nu nog meer dodelijke wapens dan ooit tevoren. Via de massamedia, in het bijzonder het Internet, wordt bedenkelijk materiaal verspreid.

Aan de wortel van het probleem ligt de materialistische wereldvisie, die de invloed van religie op het leven in de maatschappij van vandaag in grote mate beperkt. Dit heeft geleid tot het huidige verstoorde evenwicht tussen mens en natuur en in de individuele mannen en vrouwen zelf.

Slechts een paar mensen lijken zich te realiseren dat sociale harmonie en vrede met de natuur, vrede tussen mensen en in mensen zelf, alleen tot stand kan komen waneer het materiële en het spirituele gebied met elkaar verenigd worden. Vrede met de natuur, vrede en gerechtigheid in de samenleving en persoonlijke integriteit zijn mogelijk wanneer men één is met de hemel.

Religie verzoent tegengestelden die zich elkaar wederzijds lijken uit te sluiten: 

religie ↔ wetenschap, 

deze wereld ↔ de volgende wereld, 

de natuur ↔ de Goddelijke Boeken, 

het materiële ↔ het spirituele en 

geest ↔ lichaam. 

Religie kan een dam opwerpen tegen de vernietiging die het wetenschappelijk materialisme veroorzaakt heeft, de wetenschap op de juiste plaats zetten en langdurige conflicten tussen landen en volkeren beëindigen. De natuurwetenschappen, die als lichtend pad tot God zouden moeten dienen, zijn een oorzaak geworden van gebrek aan geloof op tot nog toe ongekende schaal. Doordat het Westen het centrum van dit ongeloof is geworden en het christendom de religie is die hier het meest door beïnvloed is, lijkt een dialoog tussen moslims en christenen onvermijdelijk.

Het doel van de dialoog tussen wereldgodsdiensten is niet om eenvoudigweg het wetenschappelijk materialisme en de materialistische wereldvisie te niet te doen; het is de ware aard van religie die om deze dialoog vraagt. Het jodendom, christendom, de islam en zelfs het hindoeïsme en andere wereldreligies, accepteren allen dezelfde bron, en streven met inbegrip van het boeddhisme, hetzelfde doel na. 

Als moslim accepteer ik alle profeten en boeken die in de loop der geschiedenis naar verschillende volkeren zijn gezonden. Ook beschouw ik het geloof in hen als een essentieel onderdeel van het moslimschap. 

Een moslim is een ware volgeling van Abraham, David, Jezus en alle andere profeten. Niet geloven in een profeet of boek betekent dat men geen moslim is. Zodoende erkennen we de saamhorigheid en eenheid van religie, een symfonie van Gods zegeningen en barmhartigheid, en de algemene geldigheid van geloof in religie. Religie is dus een geloofssysteem dat alle rassen en geloofsovertuigingen omarmt, een weg die alle mensen in broederschap verenigt.

Ongeacht hoe aanhangers hun geloof in het dagelijkse leven implementeren, algemeen geaccepteerde waarden als liefde, respect, tolerantie, vergevingsgezindheid, barmhartigheid, mensenrechten, vrede, broederschap en vrijheid worden door religie hoog gehouden. In zowel de boodschappen van Mozes, Jezus en Mohammed, als die van Boeddha, en zelfs Zarathustra, Lao-Tse, Confucius en hindoe-geleerden, hebben de meeste van die waarden de hoogste prioriteit gekregen.

We hebben een overlevering van de Profeet, die vrijwel unaniem in de hadithliteratuur is opgenomen, dat Jezus zal terugkeren wanneer het einde van de wereld nabij is. We weten niet of hij daadwerkelijk fysiek zal verschijnen, maar wat we begrijpen is dat tegen het einde der tijden waarden als liefde, vrede, broederschap, vergevensgezindheid, altruïsme, barmhartigheid en spirituele zuivering voorrang zullen krijgen, net zoals dat in de tijd van Jezus het geval was. 

Omdat Jezus naar de Joden was gestuurd en alle Hebreeuwse profeten deze waarden verheerlijkten, is het bovendien noodzakelijk een dialoog met de joden tot stand te brengen, net zo als een nauwere relatie en samenwerking tussen de islam, het christendom en het jodendom noodzakelijk is. 

Er zijn veel gemeenschappelijke punten voor een dialoog tussen toegewijde moslims, christenen en joden. Zoals door Michael Wyschogrod, een Amerikaanse professor in de filosofie wordt aangegeven, zijn er net zoveel theoretische redenen als op geloofsovertuiging gebaseerde redenen voor moslims en joden om nader tot elkaar te komen als er voor joden en christenen zijn. [* 2] 

[*2] - Ismail, R. Faruqi, Ibrahimi Dinlerin Diyaloğu, (trans.), Istanbul, 1995, 51-53. Oorspronkelijk uitgebracht als Dialogue of the Abrahamic Faiths.

Bovendien heeft de moslimwereld, praktisch en historisch gezien, een goede staat van dienst in de omgang met de jode.: Er is bijna geen sprake van discriminatie geweest, geen Holocaust, geen ontkenning van basale mensenrechten of genocide. In tegendeel, de joden zijn altijd welkom geweest in tijden van nood, zoals toen het Ottomaanse Rijk hen omarmde toen ze uit Andalusië (Spanje) waren verbannen.

Problemen van moslims met de dialoog

Christenen, joden en anderen kunnen tijdens een dialoog op interne problemen stuiten. Ik wil graag een beknopt overzicht geven van enkele van de redenen waarom moslims moeite hebben met het tot stand brengen van de dialoog. Dezelfde redenen zijn verantwoordelijk voor de huidige misverstanden over de Islam.

Volgens Fuller en Lesser zijn alleen al tijdens de afgelopen eeuw meer moslims door westerse strijdkrachten gedood dan er door de hele geschiedenis heen christenen door moslims zijn gedood. [*3]

[*3] - Graham E. Fuller and Ian O. Lesser, Kuşatιlanlar-Islam ve Batι’nιn Jeopolitiği, (trans.), Istanbul, 1996, 41-42. Oorspronkelijk uitgebracht als A Sense of Siege: The Geopolitics of Islam and the West. (Een gevoel van Beleg: de geopolitiek van de Islam en het westen)

Veel moslims hebben de neiging om het Westen te wantrouwen. Zij geloven dat het beleid van de westerse politiek gericht is op het verzwakken van de macht van de moslims. 

Deze historische ervaring zorgt ervoor dat zelfs hoog opgeleide en bewuste moslims geloven dat het Westen doorgaat met zijn duizend jaar oude systematische agressie tegen de islam, nu echter met meer subtieler en geavanceerder wapens dan voorheen. Als gevolg hiervan stuit de roep van de Kerk om dialoog op aanmerkelijk veel achterdocht.

Daarnaast kwam de islamitische wereld de twintigste eeuw binnen onder de directe of indirecte overheersing van Europa. Het Ottomaanse Rijk, de verdediger en grootste vertegenwoordiger van deze wereld, viel door Europese aanvallen uiteen. Turkije volgde de strijd van de moslimvolkeren tegen buitenlandse invasies met grote belangstelling. 

Bovendien leidden conflicten tussen de [Turkse] Democratische Partij en de Volkspartij in de jaren '50 ertoe dat de islam door conservatieven en sommige intellectuelen eerder als een ideologie van conflict en reactie en een politiek systeem werd gezien dan als een godsdienst die zich hoofdzakelijk op het hart, de geest en het verstand richt. Deze indruk werd versterkt doordat sommige moslimlanden, met inbegrip van Turkije, de islam als een politieke ideologie beschouwden. Dientengevolge keken seculieren en anderen argwanend naar moslims en naar alle islamitische activiteiten.

De islam wordt ook als een politieke ideologie beschouwd omdat het de grootste drijfkracht achter de onafhankelijkheidsoorlogen van de moslims was. Bijgevolg werd het gezien als onafhankelijkheidsideologie. Ideologie neigt tot scheiding, terwijl godsdienst verlichting van de geest betekent, samen met geloof, tevredenheid, kalmte van het hart, gevoeligheid in geweten, en waarneming door echte ervaring. Puur op basis van haar aard predikt godsdienst essentiële deugden als geloof, liefde, genade, en medeleven. 

Het reduceren van godsdienst tot een wrede politieke ideologie en een ideologie van onafhankelijkheid heeft muren tussen de islam en het Westen opgetrokken en ervoor gezorgd dat de islam verkeerd wordt begrepen.

Ook de historische afschildering van de islam door het christendom heeft de moed van moslims met betrekking tot interreligieuze dialoog verzwakt. Eeuwenlang werd de christenen verteld dat de islam een primitieve en vervormde versie van het jodendom en christendom was. Zodoende werd de Profeet beschouwd als een bedrieger, een gewone of ingenieuze oplichter, de Antichrist, of een door moslims aanbeden idool. Zelfs recente boeken hebben hem afgeschilderd als iemand met vreemde ideeën, die geloofde dat hij koste wat kost moest slagen en die alle middelen aangreep om succes te boeken. 

Dialoog is een noodzaak

Interreligieuze dialoog is vandaag de dag een noodzaak. De eerste stap om dit te bereiken is het verleden te vergeten, polemiek te negeren en voorrang te geven aan gemeenschappelijke punten, die de geschilpunten ver in aantal overtreffen. In het Westen zijn veranderingen zichtbaar in de houding van sommige intellectuelen en geestelijken ten opzichte van de islam. 

In het bijzonder moet ik het laatste boek van Massignon vermelden, die met de uitdrukking: "Het geloof van Abraham herleefde met Mohammed," naar de islam verwees. Hij geloofde dat de islam een positieve, bijna profetische missie in de postchristelijke wereld heeft, want: 

"Islam is de godsdienst van het geloof. Het is geen godsdienst van natuurlijk geloof in de God van de filosofen, maar van geloof in de God van Abraham, van Isaac, en van Ismaël, geloof in onze God. De islam is een groot mysterie van de Goddelijke Wil." 

Hij geloofde in het Goddelijke herkomst van de Qur'an en het profeetschap van Mohammed. [*4]

[*4] - Sidney Griffith, “Sharing the Faith of Abraham: The ‘Credo’ of Louis Massignon,” (Het geloof van Abraham delen: het Credo van Louis Massignon) Islam and Christian-Muslim Relations 8, no. 2:193-210. (Islam en Christen-Moslim betrekkingen)

De westerse kijk op onze Profeet is ook milder geworden. Samen met christelijke geestelijken en andere religieuzen, hebben naast Massignon vele westerse denkers, zoals 

Charles J. Ledit, 

Y. Moubarac, 

Irene- M. Dalmais, 

L. Gardet, 

Norman Daniel,

Michel Lelong, 

H. Maurier, 

Olivier Lacombe, en 

Thomas Merton ,

laten weten zowel de islam als onze Profeet een warm hart toe te dragen en de oproep tot dialoog te steunen.

Ook kan niet genegeerd worden wat er in de laatste verklaring van het Tweede Vaticaanse Concilie die het proces van dialoog begonnen is, over de Islam wordt gezegd. Dit betekent dat de houding van de katholieke Kerk ten opzichte van de Islam nu veranderd is. Tijdens de tweede periode van het concilie zei Paus Paulus VI:

"Aan de andere kant kijkt de katholieke Kerk verder, voorbij de horizon van het christendom. Zij richt zich tot andere godsdiensten die het concept en de betekenis van Eén God, transcendentaal, schepper, heerser van het lot en wijs in leven houden. Deze godsdiensten aanbidden God met oprechte overgave."

Hij wees er ook op dat de katholieke Kerk deze godsdiensten als goed, echt en humaan prees:

"De Kerk verzekerde hen dat zijzelf haar plaats als vastberaden verdediger van God´s rechten op de mens zal innemen, om de betekenis van religie en het dienen van God – een noodzaak en behoefte in een echte beschaving - in een moderne maatschappij zal bewaren."

Als uiteindelijk resultaat werd in de geschreven verklaring met de titel "Een verklaring betreffende de betrekkingen van de Kerk met niet-christelijke religies," die door het concilie werd goedgekeurd, verklaard dat 

"In onze wereld die kleiner is geworden en waarin relaties hechter zijn geworden, verwachten de mensen een antwoord van de religie op spirituele vragen over de mens die hun hart verontrusten. 

Wat is de mens? 

Wat is de betekenis en het doel van het leven? 

Wat is het goede, wat is vergelding, wat is zonde? 

Wat is de bron en de bedoeling van het lijden? 

Wat is de weg naar het ware geluk? Wat is de dood, wat is de betekenis van het veroordelen na de dood of het ontvangen van de vruchten van wat men op aarde heeft gedaan? 

Wat is het mysterie dat het begin en het einde van het bestaan omringt?" 

Het concilie moedigt christenen aan de dialoog aan te gaan met gelovigen uit andere religies en verklaarde dat elk geloof deze vragen op haar eigen manier probeert te beantwoorden en dat de Kerk niet alle waarden van andere godsdiensten verwerpt:

"De Kerk moedigt haar kinderen aan om, naast het geloven en leven als christenen, mensen van andere godsdiensten door zorg, medeleven, dialoog en samenwerking te leren kennen en te steunen en hen te stimuleren om hun spirituele, morele en sociale en culturele waarden te ontwikkelen." [*5]

[*5] - Vertaald unit Suat Yildirim, Kiliseyi Islam ile Diyalog Istemeye Sevkeden Sebepler” (Wat dreef de Kerk tot dialoog met de Islam ?) (trans.), Yeni Ümit, no 16, 7.

Een ander belangrijk punt is dat de Paus Johannes Paulus II in “Over de drempel van hoop” erkent dat het (ondanks nalatigheid en achteloosheid van sommige moslims) nog steeds de moslims zijn die God op de beste en zorgvuldigste manier aanbidden. Hij herinnert zijn lezers eraan dat christenen wat dit betreft moslims als hun voorbeeld zouden moeten nemen.

Verder heeft de weerstand van de islam tegen de materialistische ideologie en de belangrijke rol ervan in de moderne wereld vele westerse waarnemers verbaasd. De opmerking van E.H. Jurji is in deze veelbetekenend:

"Zowel wat betreft haar zelfrespect, zelfbehoud, en realistische ijver in de strijd voor solidariteit en tegen racistische en marxistische ideologieën, in haar krachtige veroordeling van uitbuiting, als in het prediken van haar boodschap aan de koppige, lijdende wereld, treedt de islam de moderne wereld met een bijzonder gevoel voor missie tegemoet. Niet verward of verscheurd door een hoop theologische scherpzinnigheden, noch begraven onder een zware last van dogma, komt de kracht van dit gevoel voor missie voort uit een volledige overtuiging van het belang van de islam."[*6]

[*6] - Abu’l-Fazl Ezzati, Islam’ιn Yayιlιş Tarihine Giriş (vertaald), Istanbul, 1984, 348 (Een inleiding in de geschiedenis van de verspreiding van de islam). 

Moslims en het Westen hebben bijna 1400 jaar met elkaar geworsteld. Vanuit westers oogpunt heeft de islam vele westerse deuren bedreigd en geopend, gebeurtenissen die niet vergeten zijn. Dit gezegd hebbende, zal het feit dat deze strijd ertoe leidt dat moslims zich tegen het Westen verzetten de islam of moslims nooit ten goede komen. Het moderne verkeer en de massacommunicatie hebben de wereld in een werelddorp veranderd, waarin elke verhouding interactief is. Het Westen kan de islam of haar territorium niet wegvagen en moslimlegers kunnen niet langer het Westen bestormen.

Door verdere globalisering van de wereld voelen beide partijen bovendien de behoefte aan een relatie van geven en nemen. Het Westen is wetenschappelijk, technologisch, economisch, en militair gezien superieur. Toch bezit de islam belangrijker en essentiële kwaliteiten: de islam, zoals deze verschijnt in de Qur'an en sunna, en zij heeft de zuiverheid, de spirituele essentie, de goede werken, en de ethiek van haar geloof, zoals dat zich in de loop van de afgelopen veertien eeuwen ontwikkeld heeft, behouden. Bovendien bezit de islam het vermogen om zowel de moslims die eeuwenlang verdoofd waren, als vele andere volkeren die in het moeras van het materialisme verdronken waren, vitaliteit en nieuw leven in te blazen. 

Zolang de godsdienst nog niet heeft weten te ontkomen aan de op wetenschap en filosofie gebaseerde aanval op het geloof, kan niemand garanderen dat deze storm in de toekomst niet heviger zal gaan woeden. Op basis van deze en andere gegevens mogen moslims de islam niet slechts als een politieke ideologie of economisch systeem beschouwen en presenteren. Noch staan deze feiten moslims toe om het Westen, het christendom, het jodendom, en zelfs andere grote godsdiensten als het boeddhisme vanuit een historisch perspectief te benaderen en op basis daarvan hun houding te bepalen.

Wanneer degenen die de islam eerder als een politieke ideologie dan als een echte godsdienst in de ware zin woord hebben aangenomen, hun zelfverklaarde islamitische activiteiten en in het bijzonder hun politieke stellingname herzien, zullen zij er achter komen dat de drijvende kracht vaak uit persoonlijke of nationale woede, vijandigheid en soortgelijke ander motieven van andere aard bestaat.

Als dit het geval is, moeten wij [moslims] in plaats van de bestaande onderdrukkende situatie, de islam zelf accepteren en een islamitische houding als het uitgangspunt voor ons handelen nemen. De Profeet definieerde de ware moslims als degenen die niemand met hun woorden of daden kwaad doen en als de meest betrouwbare predikers van universele vrede. Moslims koesteren overal ter wereld dit verheven gevoel dat zij diep in hun hart dragen. In plaats van ellende en lijden te veroorzaken, worden zij eraan herinnerd tekenen van veiligheid en zekerheid te zijn. In hun ogen is er overigens ook geen verschil tussen fysiek en verbaal geweld zoals roddelen, vals beschuldigen, beledigen en bespotten.

Ons uitgangspunt moet een islamitische basis hebben. Moslims kunnen niet uit ideologische of politieke belangen handelen en die vervolgens in een islamitisch jasje steken of hun wensen louter als politieke ideeën naar voren brengen. Als wij deze neiging kunnen overwinnen, zal het ware beeld van de islam herkend worden. Het huidige vervormde beeld van de islam, dat uit het misbruik van zowel moslims als niet-moslims voor hun eigen doelstellingen voortvloeit, jaagt zowel moslims als niet-moslims angst aan.

Sidney Griffith wijst op een belangrijk onderdeel van hoe het Westen de islam ziet: 

"Op Amerikaanse universiteiten, wordt de islam niet aan de theologische faculteiten als een religie onderwezen, maar als een politiek systeem aan de faculteit der politieke wetenschappen of internationale betrekkingen." [*7]

[*7] - Sidney Griffith, Zaman (De Tijd). .

Ook in verwesterde delen van de islamitische wereld en bij niet-moslims in Azië en Afrika is een dergelijke visie terug te vinden. Vreemd genoeg dragen vele groepen die onder het vaandel van de islam naar voren treden, dit beeld uit en versterken zij het zelfs.

De universele oproep van de islam tot dialoog

Veertien eeuwen geleden heeft de Islam de grootste universele oproep gedaan die de wereld ooit gezien heeft. De Qur'an roept de Mensen van het Boek [*8]: 

[*8] - Hoewel ahl al-kitab, de volken van het (of: met een) [Heilig] Boekmeestal gezien wordt als een verwijzing naar christenen en joden, accepteert een wijde islamitische traditie het ook als een verwijzing naar godsdiensten zoals het zoasterisme, boeddhisme en hindoeisme vanwege de overeenkomsten van deze godsdiensten met de islam. 

Zeg: “Mensen van het boek! Komt tot gemeenschappelijke termen waarover wij en jullie het eens zijn. Dat wij alleen God aanbidden, dat wij geen partners aan Hem toeschrijven en dat wij naast God geen heren en meesters uit ons eigen midden nemen" Als zij zich echter afwenden, zeg dan: "Getuigt dat wij moslims zijn [onderworpen aan de wil van God]." (Qur'an 3: 64)

Deze oproep, gekomen in het negende jaar van Hidjra, begint met la (geen) in de geloofsbelijdenis La ilaha illa Allah (er is geen godheid dan Allah). Eerder dan een gebod om iets te doen, is het een oproep om bepaalde dingen na te laten, zodat de aanhangers van de geopenbaarde religies hun wederzijdse scheiding konden overbruggen. Het vers is de meest overkoepelende verklaring waarmee leden van alle religies het eens konden zijn. Als deze oproep verworpen werd, moesten moslims als volgt reageren: 

"Jullie hebben jullie godsdienst en ik heb mijn godsdienst." Qur'an 109: 6). 

Dit betekent dat, als jullie deze oproep niet aanvaarden, wij ons hebben overgegeven aan God. Wij zullen verdergaan op het pad dat wij geaccepteerd hebben en jullie je eigen pad laten gaan.

Elmalιlι Hamdi Yazir, een beroemde Turkse Qur'an commentator, maakte de volgende interessante interpretatie van dit vers:

"Er wordt getoond hoe diverse gewetens, naties, godsdiensten en boeken zich in één essentieel bewustzijn en woord van waarheid kunnen verenigen. Ook wordt getoond hoe de islam de mensheid een dergelijk breed, open, en waar pad van redding en een wet van vrijheid heeft onderwezen. Er wordt volkomen duidelijk gemaakt dat dit zich niet tot de arabier of de niet-arabier beperkt. Religieuze vooruitgang is niet mogelijk met krappe gewetens die van elkaar gescheiden zijn, maar door universeel en breed te zijn." [*9]

[*9] - Elmalιlι Hamdi Yazir, Hak Dini Kur’an Dili, Istanbul, 2:1131-32 (Het religieuze recht volgens de Qur'an). 

De Islam gaf ons dit brede bewustzijn, dit brede pad van redding en deze wet van vrijheid als een geschenk. Bediüzzaman Said Nursi verklaart deze ruime opvatting van de islam aan de hand van zijn contemplatieve beschouwing die hij in de Bayezid moskee in Istanbul voordroeg:

"Op een keer dacht ik na over het persoonlijk voornaamwoord 'wij' in het vers: U alleen aanbidden wij, en U alleen vragen wij om hulp (Qur'an 1: 5) en mijn hart zocht naar de reden waarom er 'wij' in plaats van 'ik' werd gebruikt. Plotseling ontdekte ik de deugd en het geheim van het gezamenlijke gebed door dat persoonlijk voornaamwoord 'wij'. 

Ik zag dat door mijn gebed in de Bayezid moskee samen met de gemeenschap te verrichten elk individu in de gemeenschap een soort bemiddelaar voor me werd; ook dat, zolang ik de Qur'an daar reciteerde, iedereen voor mij getuigde. Door de volledige en intense onderwerping van de gemeenschap [aan God] kreeg ik de moed mijn ontoereikende onderwerping aan het Goddelijke Hof te tonen. 

Plotseling onthulde zich een andere werkelijkheid: Alle moskeeën van Istanbul verenigden zich en kwamen onder het gezag van de Bayezid moskee. Ik kreeg de indruk dat zij me in mijn zaak bevestigden en me in hun gebeden opnamen. Op dat moment zag ik mezelf in de aardse moskee, in de cirkelvormige rijen rond de Ka’aba. Ik zei: 'Geprezen zij de Heer van de werelden. Er zijn er zoveel die een voorbede voor mij doen; zij zeggen hetzelfde als ik in mijn gebed heb gezegd en zij bevestigen mij.'

Toen deze werkelijkheid onthuld werd, had ik het gevoel dat ik in gebed stond voor de heilige Ka’aba. Gebruik makend van deze situatie nam ik de rijen van aanbidders als getuigen en zei: ‘ Ik getuig dat er geen andere godheid is dan God en ook getuig ik dat Mohammed de Boodschapper van God is’. Ik vertrouwde deze geloofsbelijdenis toe aan de heilige zwarte steen. Met het geven van dit vertrouwen opende zich plotseling een ander voordien versluierd inzicht. Ik zag dat de congregatie waarin ik was in drie cirkels verdeeld was. 

De eerste cirkel was een grote congregatie van gelovige Moslims en degenen die in het bestaan en de eenheid van God geloven. 

In de tweede cirkel, waren alle wezens verdiept in het grootste gebed tot en de aanroeping van God. Elke klasse of soort voerde zijn eigen unieke aanroeping en litanie tot God uit en ik bevond mij temidden van deze congregatie. 

In de derde cirkel zag ik een verbazingwekkend rijk dat van buitenaf gezien klein leek, maar in werkelijkheid, vanuit het perspectief van de functie die het vervulde en door zijn kwaliteit, groot was. Van de atomen in mijn lichaam tot de buitenste zintuigen voelde ik dat er een congregatie bezig was met dienstbaarheid en dankbaarheid.

Samengevat verwees het persoonlijk voornaamwoord 'wij' in de uitdrukking 'wij aanbidden' naar deze drie congregaties. Ik stelde mij onze Profeet, vrede en zegen zij met hem, de vertaler en de prediker van Qur'an, in Medina voor, van waar hij zich tot de mensheid richtte, met de woorden: O mensheid, aanbid uw Heer! (Qur'an 2: 21). Zoals iedereen hoorde ik zijn gebod in mijn geest en net als ik antwoordde iedereen in de drie congregaties met de zin: 'U alleen aanbidden wij." [*10]

[*10] - Said Nursi, de Brieven, 29e Brief.

De dialoog met de aanhangers van andere godsdiensten

In de Qur'an zegt God: 

"Dit is het Boek; waarin geen twijfel bestaat; een leidraad voor de godvruchtigen." (Qur'an 2: 2)

Later verklaart men dat deze godvruchtigen degenen zijn die ...

[... G]eloven in het verborgene, standvastig zijn in het bidden en geven van wat Wij hen gegeven hebben; en die geloven in wat naar jullie gezonden is en wat voor jullie tijd is gezonden en (in hun hart) van het hiernamaals overtuigd zijn. (Qur'an 2: 3-4)

Meteen aan het begin roept de Qur'an mensen in een zeer zachte en ietwat indirecte stijl op om eerdere profeten en hun boeken te accepteren. Een dergelijk uitgangspunt aan het begin van de Qur'an lijkt mij zeer belangrijk wanneer het aankomt op een dialoog met de aanhangers van andere godsdiensten.

In een ander vers, gebiedt God:

"Discussieert niet met de mensen van het boek, behalve op een betere manier (dan zuiver redetwisten)." (Qur'an 29: 46)

Dit vers beschrijft welke wijze van benadering gebruikt zou moeten worden.

De mening van Bediüzzaman over de vorm en de stijl van het debat is van groot belang: 

"Voor degenen die zich verheugen in het verslaan van een tegenstander in het debat is er geen genade.” 

Hij verklaart verder: 

"U bereikt niets door een dergelijke nederlaag. Als u werd verslagen en de ander de overwinning behaalde, zou u één van uw fouten verbeterd hebben.” 

Het debat zou niet omwille van ons ego gehouden moeten worden, maar om de waarheid naar buiten te laten komen.

In een ander vers wordt verklaard:

"God verbiedt jullie niet om degenen die niet over (jullie) geloof tegen jullie gestreden hebben en jullie niet uit jullie woningen verdreven hebben, vriendelijk en rechtvaardig te behandelen. God houdt van degenen die rechtvaardig zijn. (Qur'an 60: 8)

Volgens sommigen bekritiseren verscheidene verzen de mensen van het boek op harde wijze. In werkelijkheid is dergelijke kritiek echter gericht op verkeerd gedrag, op onjuiste gedachten, op verzet tegen de waarheid, op het veroorzaken van vijandigheid en op [andere] ongewenste eigenschappen. De Bijbel bevat zelfs nog sterkere kritiek op dezelfde eigenschappen. 

Direct na deze schijnbaar scherpe kritiek en dreigingen worden echter zeer vriendelijke woorden gebruikt om de harten voor de waarheid te openen en hoop te zaaien. Bovendien zijn de kritieken en waarschuwingen van de Qur'an over bepaalde houdingen en gedragingen die onder de joden, christenen en polytheïsten voorkomen ook gericht op moslims die zich daaraan overgeven. Zowel de metgezellen [van de Profeet] als de commentatoren van de Qur'an zijn het daar mee eens.

De door God geopenbaarde religies verzetten zich hevig tegen wanorde, verraad, conflict, en onderdrukking. Islam betekent letterlijk 'vrede', 'veiligheid' en 'welzijn'. Van nature gebaseerd op vrede, veiligheid, en wereldharmonie, ziet zij oorlog en conflict als dwalingen die beheerst moeten worden. 

Voor zelfverdediging, zoals wanneer een lichaam de ziektekiemen die het aanvallen probeert te verslaan, wordt een uitzondering gemaakt. Zelfverdediging moet echter wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. De islam heeft altijd vrede en goedheid geademd. Door oorlog als een ongeval te beschouwen, legde de islam regels vast om evenwicht te brengen en oorlog te beperken. Zo neemt de islam rechtvaardigheid en wereldvrede als basis, zoals in het vers

"Laat de haat van bepaalde mensen jullie niet tot kwaad aanzetten en van rechtvaardigheid afbrengen." (Qur'an 5: 8)

De islam ontwikkelde regels voor verdediging, gebaseerd op principes die religie, het leven, het bezit, het verstand, en de voortplanting beschermen. Het moderne rechtssysteem heeft dit ook gedaan.

De islam kent de grootste waarde toe aan het menselijk leven. Het ziet de moord op één persoon als een moord op alle mensen, omdat een enkele moord het idee oproept dat elke persoon gedood kan worden. 

Adam’s zoon, Kaïn was de eerste moordenaar. Hoewel hun namen niet specifiek in de Qur'an of sunna worden vermeld, leren wij uit de bijbel dat een misverstand tussen Kaïn en Abel er toe leidde dat Kaïn in een aanval van jaloezie en woede ten onterechte Abel om het leven bracht. En zo begon het tijdperk van bloedverspillen. 

Om deze reden vermeldt een hadith dat de Boodschapper van God heeft gezegd:

"Wanneer een persoon ten onterechte wordt gedood, wordt een deel van de zonde voor moord aan Adam’s zoon Kaïn toegeschreven, omdat hij de weg van de onrechtvaardige moord voor de mensheid opende.” 

De Qur'an verklaart ook dat wie een persoon onterecht doodt, in feite iedereen heeft gedood en dat wie een andere redt eigenlijk iedereen heeft gered. (Qur'an 5: 32)

Liefde, medeleven, tolerantie en vergevingsgezindheid: de pijlers van dialoog

Religie vraagt om liefde, medeleven, tolerantie en vergevingsgezindheid. Daarom wil ik een paar woorden aan deze fundamentele universele waarden wijden.

Liefde is het meest essentiële element in ieder wezen, een stralend licht en een grote kracht die elke kracht kan weerstaan en overwinnen. Liefde verheft elke ziel die haar in zich opneemt en bereidt deze ziel voor op de reis naar de eeuwigheid. Degenen die door liefde in contact komen met de eeuwigheid doen hun best om wat zij van de eeuwigheid ontvangen hebben aan alle andere zielen te geven. Zij wijden hun leven aan deze heilige plicht en verdragen hiervoor alle ontberingen. Net zoals zij met hun laatste adem 'liefde'  uitspreken, zo ademen zij ook 'liefde' op de dag des oordeels.

Onbaatzuchtigheid, een hoogstaand menselijk gevoel, brengt liefde voort. Degene die het grootste aandeel in deze liefde heeft is de grootste held van het mensdom, iemand die korte metten heeft gemaakt met de eigen gevoelens van haat en wrok. Zulke helden blijven, zelfs na hun dood, leven. Deze hoogstaande zielen die dagelijks een nieuwe fakkel van liefde in hun innerlijke wereld ontsteken en hun harten tot een bron van liefde en onbaatzuchtigheid maken worden verwelkomd door en zijn geliefd bij mensen. Zij ontvangen het recht van het eeuwige leven van de hoogste Rechter. Zelfs de dood of de dag des oordeels kan hun sporen niet uitwissen.

Liefde, de meest directe weg tot iemands hart, is de weg van de Profeet. Degenen die deze weg volgen worden niet afgewezen. Ook al wordt hij door sommigen afgewezen, veel meer anderen verwelkomen hem. Als zij eenmaal door de liefde verwelkomd zijn, weerhoudt niets hen ervan hun doel te bereiken.

Alles bevat en belooft medeleven. Daarom kan het universum als een symfonie van mededogen worden beschouwd. Een menselijk wezen moet alle levende wezens mededogen tonen omdat dit een vereiste van het mens zijn, is. Hoe meer mededogen mensen aan de dag leggen, des te hoogstaander zij worden. Naarmate zij meer vervallen tot onderdrukking en wreedheden worden zij eens te meer te schande gemaakt en vernederd. Zij worden een schande voor de mensheid. De Profeet Mohammed vertelt dat een prostituee naar het paradijs ging omdat zij een van dorst stervende hond uit mededogen, te drinken gaf, terwijl een andere vrouw naar de hel ging omdat zij een kat liet verhongeren.

Vergeven is een grote deugd. Vergiffenis kan niet los van deugd beschouwd worden en deugd niet los van vergiffenis. Iedereen kent het gezegde “Fouten door kleine mensen, vergeving door de groten.” Hoe waar is dit! Vergeven worden betekent herstellen, terugkeren naar de essentie en een opnieuw zichzelf vinden. Om deze reden is de meest aangename actie uit het oogpunt van de oneindige genade de activiteit die tussen de hartkloppingen van deze terugkeer en dit onderzoek wordt nagestreefd. 

Alle wezens, bezielde en onbezielde, zijn door de mensheid met vergiffenis begiftigd. Omdat God zijn eigenschap van vergeving door middel van individuele menselijke wezens toont, legde Hij de schoonheid van het vergeven in hun hart. Terwijl Adam, de eerste mens, door te vallen zijn essentie een slag toebracht, iets wat op de een of andere manier een menselijke eigenschap is, reikte God hem met zijn vergiffenis de hand en verhief hem tot de rang van het profeetschap.

Wanneer mensen zich vergissen, gebruiken zij de magische verrukking van het streven naar vergiffenis. Zo overwinnen zij de schande van persoonlijke zonde en daaruit voortkomende wanhoop. Hiermee verwerven zij zich de eeuwige genade en vergeven zij de zonde van anderen. 

Jezus zei tot een menigte mensen die maar al te graag een vrouw wilden stenigen: 

“Als iemand van jullie zonder zonde is, laat hem de eerste steen gooien.” [*11]

[*11] - Evangelie van Johannes, hoofdstuk 8, vers 7

Kan iemand die deze bindende, verfijnde uitspraak begrijpt, iemand anders stenigen, wanneer hij of zij zelf waarschijnlijk ook een kandidaat is om gestenigd te worden? Als degenen die eisen dat anderen een lakmoesproef ondergaan dit nu eens zouden begrijpen!

Kwaadaardigheid en haat zijn de zaden van de hel die het kwaad onder mensen verspreiden. In tegenstelling tot degenen die dergelijk kwaad aanmoedigen en het land in een poel van kwaad veranderen, zouden wij vergiffenis moeten schenken aan degenen wier problemen hen de afgrond in duwen. 

De uitwassen van degenen die anderen noch vergeven, noch tolereren, hebben de afgelopen twee eeuwen tot de afschuwelijkste van alle tijden gemaakt. Als dergelijke mensen over de toekomst zullen heersen zal het inderdaad een vreselijke tijd worden. 

Het grootste geschenk dat de huidige generatie haar kinderen en kleinkinderen kan geven is hen te leren hoe te vergeven, zelfs in het licht van het wreedste gedrag en schokkendste gebeurtenissen. Wij geloven dat vergiffenis en tolerantie alleen dan de meeste van onze wonden kunnen genezen, wanneer dit hemelse instrument in handen is van degenen die de taal ervan begrijpen.

Onze tolerantie zou zo breed moeten zijn dat we onze ogen kunnen sluiten voor de fouten van anderen, respect kunnen tonen voor andere ideeën en alles vergeven wat te vergeven is. Zelfs wanneer onze onvervreemdbare rechten worden geschonden, zouden we de menselijke waarden moeten eerbiedigen en moeten proberen rechtvaardigheid tot stand te brengen. 

Zelfs op de grofste gedachten en de wreedste ideeën zouden wij, met de voorzichtigheid van een profeet en zonder over te koken, moeten reageren met een mildheid, die de Qur’an ´vriendelijke woorden´ noemt. Wij zouden dit moeten doen zodat wij de harten van anderen kunnen raken door een benadering te kiezen die bestaat uit een teder hart, een vriendelijke benadering en mild gedrag. Wij zouden zo´n brede tolerantie moeten hebben dat wij van tegenstrijdige ideeën kunnen profiteren. Want ook al leren ze ons niets, ze dwingen ons om ons hart, onze geest en ons bewustzijn in vorm te houden.

Tolerantie, een woord dat wij soms in plaats van respect en genade, vrijgevigheid en verdraagzaamheid gebruiken, is het meest essentiële element van elk moreel systeem. Het is tevens een zeer belangrijke bron van geestelijke discipline en een hoogstaande deugd voor mannen en vrouwen. 

Door tolerantie bereiken de verdiensten van de gelovigen een nieuwe diepgang die eeuwig is; vergissingen en fouten krimpen in tot een onbeduidendheid. In wezen verloopt de behandeling door Hem die tijd en ruimte overstijgt altijd via het prisma van tolerantie; wij wachten er slechts op dat die tolerantie in ons en in de gehele schepping doorklinkt. 

Tolerantie is zo breed dat een prostituee die water aan een dorstige hond gaf, de klopper op de 'Deur van Genade' aanraakte en zichzelf in een gang bevond die naar hemel leidde. Door de diepe liefde die hij voor God en zijn boodschapper voelde, bevrijdde eens een alcoholist zichzelf plotseling en werd hij een metgezel van de Profeet. En met de kleinste der Goddelijke gunsten werd een moordenaar van zijn monsterlijke psychose gered en kreeg hij de hoogste rang, die zijn natuurlijke vermogen ver te boven ging.

We willen dat iedereen ons door deze lens bekijkt en verwachten dat de winden van vergiffenis en gratie constant om ons heen blazen. We willen allemaal ons verleden en heden in een klimaat van tolerantie en verdraagzaamheid plaatsen, een klimaat dat ons transformeert en zuivert, zodat wij zonder angst de toekomst tegemoet kunnen zien. We willen niet dat ons verleden wordt bekritiseerd of onze toekomst door ons heden wordt verduisterd. 

We verwachten allemaal liefde en eerbied, we hopen op tolerantie en vergeving en willen met gevoelens van vrijheid en affectie worden omringd. We verwachten tolerantie en vergeving van onze ouders in antwoord op ons wangedrag thuis, van onze leraren in antwoord op onze misdragingen op school, van de onschuldige slachtoffers van onze onrechtvaardigheid en onderdrukking, van de rechter en aanklager in de rechtbank en van de Rechter der rechters (God) in het hoogste gerechtshof.

Krijgen wat we verwachten is echter zeer belangrijk. Wie niet vergeeft kan geen vergeving verwachten. We zullen respectloosheid ontvangen in de mate waarin wij zelf oneerbiedig zijn geweest. Wie niet liefheeft is het niet waard om van te houden. Wie de mensheid niet met tolerantie en vergeving tegemoet treedt zal geen vergeving en gratie ontvangen. Wie anderen vervloekt kan slechts vervloekingen in ruil verwachten. Zij die vloeken zullen vervloekt worden, zij die slaan zullen geslagen worden. 

Als de ware moslims hun pad zouden vervolgen en het vloeken tolereren met principes uit de Qur'an als: 

"Wanneer zij lege woorden of onbehoorlijk gedrag tegenkomen, gaan zij hen grootmoedig voorbij en als u zich verdraagzaam gedraagt en hun fouten overziet", 

zullen anderen verschijnen om de rechtvaardigheid van het lot op degenen die vervloeken toe te passen.

Tot besluit

Zij die de wereld willen hervormen moeten eerst zichzelf hervormen. Om anderen op het pad naar een betere wereld te helpen moeten zij eerst hun eigen binnenwereld van haat, wrok en jaloezie zuiveren en hun buitenwereld met deugden bekleden. 

Zij die ver verwijderd zijn van zelfcontrole en zelfdiscipline en er niet in geslaagd zijn hun gevoel te zuiveren, kunnen op het eerste gezicht aantrekkelijk en pienter lijken. Zij zullen anderen echter op geen enkele manier blijvend kunnen inspireren en het gevoel dat zij opwekken zal snel verdwijnen.

Goedheid, schoonheid, waarheid en deugdzaamheid vormen de essentie van de wereld en de mensheid. Wat er ook gebeurt, op een dag zal de wereld deze essentie vinden. Niemand kan dit verhinderen.

Vorige Start Omhoog Volgende