Tijd nemen voor jongens
In het kort
Het lijkt wel mis te gaan met de jongens in onze samenleving.
De meisjes doen het op school beter dan de jongens. Jongens hebben veel meer
leer- en gedragsproblemen. Ze lijken wel in een permanente crisis te verkeren.
In de schoolbus zitten de meisjes bij elkaar druk te praten.
De jongens zitten elk apart stug voor zich uit te kijken. Bij veel problemen als
agressiviteit, vandalisme en andere criminaliteit gaat het grotendeels over
jongens.
Wat is er aan de hand? Wat is er mis? Wat kunnen we doen?
Hierover is de laatste jaren veel geschreven. Tegenwicht geeft
hier een opinie over en voegt er een aantal artikelen aan toe.
Lees nu het artikel
Dubbele verwachtingen
Wat kunnen we doen?
Er is te weinig echt contact
Wat kunnen we doen?
Wel controle, maar gebrek aan zelfcontrole
M. Fadil, buurtvader
In de riddertijd was er een voor die tijd handige code voor
jongens en mannen. Deze code bestaat nog steeds, terwijl de samenleving intussen
ingrijpend veranderd is. Pollack (blz 38
ev) noemt deze de jongenscode:
-
'Cool' zijn
Toon geen zwakheid of gevoelens als pijn, verdriet of schaamte. Zo
worden deze gevoelens verborgen; er moet flinkheid geacteerd worden.
Op de duur kan de jongen het contact met deze gevoelens verliezen en
zo dus het contact met dat deel van zichzelf. Ze doen niet meer
onverschillig, ze worden onverschillig.
-
Hard zijn
Hier zien we waaghalzerij, bravoure, uitdagen en fascinatie voor
geweld.
-
De baas zijn
Je moet macht en status verwerven, winnen, overheersen.
-
Stoer zijn
het is absoluut verboden om een mietje of een watje
te zijn. Dis is, zoals ook Pollack opmerkt, de gevaarlijkste bepaling.
Deze verhindert jongens hun warmere gevoelens te uiten en deze, op den
duur, te beleven: gevoelens als medeleven, afhankelijkheid en
zorgzaamheid. Deze zijn meisjesachtig en dus taboe.
|
|
Er is meer aan de hand, want ook het tegengestelde wordt van de
moderne man verlangd: lief en zorgzaam zijn, meevoelend en sociaal, ook
kwetsbaar. Dit valt niet mee, zeker als we erkennen dat veel mensen, en juist
veel mannen, diep van
binnen eigenlijk nog kind, puber of adolescent zijn gebleven.
Deze tegenstrijdige verwachtingen komen op de jongen af. Dit
is verwarrend. Om die verwarring te ontkomen keizen veel jongens voor de eerste
verwachtingen: de jongenscode. Wellicht een nuttige keuze in de riddertijd, maar nu niet
meer. Nu is het schadelijk: de jongen verliest het contact met een belangrijk
deel van zichzelf. Hij gebruikt maar een helft van zijn hersenen. Hij loopt op
één been en valt om... of valt aan.
Wat kunnen we doen?
We kunnen het bovenstaande in de gaten hebben en erover spreken,
ook met de jongens - aanleidingen genoeg in het dagelijks leven.
We kunnen gevoelens als verdriet, pijn of falen helpen te beleven,
te uiten
en te accepteren. We kunnen waardering tonen voor de echte positieve mannelijke
kenmerken: geen waaghalzerij, wel moed; geen loze bravoure maar echte
prestaties; niet overheersen, wel leiding geven; geen geweld maar beheersing
aanmoedigen. ook de nieuwe mannelijke deugden mogen er zijn en gewaardeerd en
ontwikkeld worden: meevoelen, zorgzaam en sociaal zijn.
Dit kan allemaal... als er voldoende echt contact is met de jongen.
Er is te weinig echt contact
Kinderen, en vooral jongens, worden in onze cultuur al erg jong bij de moeder
weggehaald. Ze slapen als baby al alleen in een eigen kamer. Als ze naar school gaan
vindt de volgende scheiding van de moederfiguur plaats. In de puberteit wordt de
afstand weer groter. Deze gebeurtenissen kunnen heftige gevoelens oproepen. Het
kan traumatisch worden als daaraan wordt voorbijgegaan. De ontwikkeling van de
jongen kan dan blijven steken in die fase, iets wat bij veel mannen gebeurd is.
Jongens hebben echt contact met mannen nodig, inter-generationeel contact
dus, en wel in een op een situaties. Vaders echter werken het grootste
deel van de dag, ooms en grootouders wonen vaak ver weg. Voor zover er in het
onderwijs nog mannen werken, is het contact in toenemende mate slechts
functioneel en op een groeiende afstand. Ook in sportclubs en tehuizen zien we deze
ontwikkeling. Steeds zijn het groepssituaties met een functionele leiding.
Een-op-een contact wordt expliciet vermeden, zelfs verboden.. Andere mannen uit de buurt of de
kennissenkring worden op afstand gehouden - stel je voor zeg: 'Wat moet zo'n
vent met mijn kind?'
Jongens zijn dus aangewezen op hun leeftijdgenoten. Deze vormen hen in
behoorlijk hoge mate. Er is echter weinig echt contact tussen jongens. De
jongenscode verbiedt dit. Ze kunnen maar een kant van zichzelf laten zien en
alleen die kant ontwikkelen. Veel meer hebben jongens elkaar niet te bieden. |
|
'Jongen zucht onder vrouw voor de
klas'
Wegener Dagbladen, 24 februari 2003
Er staan te veel vrouwen voor de klas. Dat is ongunstig
voor de ontwikkeling van jongens. Dat meent althans prof. Louis Tavecchio,
hoogleraar kinderopvang in Amsterdam.
De oververtegenwoordiging van vrouwen in kinderopvang en
basisonderwijs remt de ontwikkeling van jongens, vindt Tavecchio. Vooral
'vrouwelijke vrouwen' zouden niet zo best overweg kunnen met de mannelijke
populatie in hun schoolbankjes. Waar de leraressen van structuur en orde
houden, wijken jongens juist graag af van de gebaande paden, Vrouwelijke
leerkrachten zouden daarvan in paniek kunnen raken.
Meisjes voldoen veelal aan de gestelde norm van ijver en volgzaamheid,
maar het is niet niet goed om dat dan ook maar van jongens te verlangen,
oordeelt de hoogleraar. |
Wat kunnen we doen?
Kleine jongens zouden vaker en langer bij de moeder mogen blijven. Wees niet
bang, moeders, voor wat meer lijfelijk contact; ook als uw jongen al op school
zit, zit hij nog graag op schoot.
Daarnaast hebben jongens vooral vaders nodig. Vaders zouden
minder moeten werken en meer tijd met hun kinderen moeten doorbrengen -
meer zorgvader zijn.
Accepteer een mentor voor je zoon en sta een-op-een contact toe.
Jongens die contact hadden met een Highly Involved Man, een zeer
betrokken man dus, bleken in een onderzoek het beste te presteren, terwijl de slechte
presteerders afstandelijke vaders hadden die hun leerden dat jongens niet
huilen. Vaders en andere mannen zijn dus belangrijk, evenals de code die
zij doorgeven.
Onderwijzers, trainers en groepsleiders hebben een functie. Deze
functie is het leggen en onderhouden van persoonlijk contact. Wie
louter 'functioneel' en onpersoonlijk op afstand blijft, vervult die
functie niet goed. |
|
René de Boer bepleit de herwaardering van de 'inwijding'
van de zoon in de mannenwereld.
Dat sluit aan bij het verhaal van de prins
die zo koning kan worden.
"Ik haal mijn zonen weg bij hun moeder en ik
leer ze man te zijn, met emoties om te gaan. Ik vertel ze ook over de
waarde van vriendschap. Dat lijkt me beter dan als man te huilen dat je
zoon aan de drugs is, terwijl je zelf zeventig uur per week werkt. Geen
wonder, man, had dertig uur gewerkt en was met hem gaan spelen."
Wegener Dagbladen, 14 augustus 1999, in 'Flink mis met de man;
gevangen zijn tussen zijn eigen pubergedrag en de vele eisen van vrouwen',
door Wilfred Scholten.
|
Wel controle, maar gebrek aan zelfcontrole
Jongens zijn uit zichzelf actief. Meestal wordt dit "druk" genoemd
en al heel snel "te druk". In plaats van deze typisch mannelijke trek
te waarderen en te ontwikkelen wordt deze onderdrukt. Mannelijke vitaliteit
wordt 'behandeld' en met massaal gebruik van ritalin onderdrukt.
Onpersoonlijke controle en zero tolerantie werkt niet of averechts.
Het levert alleen maar nieuwe kicks op. Ze gaan er lekker tegenin.Vet,
man, kicken!.
Wat wel werkt is het niet
onderdrukken, maar accepteren en leren beheersen van de mannelijke vitaliteit
van jongs af aan. Wat wel werkt, is sociale controle. Dus buurtvaders te
hulp roepen en sociale vaardigheden en conflictbeheersing aanleren.
Het enige wat uiteindelijk echt helpt is: het persoonlijk aanspreken
op gedrag in een echt contact, waar dan ook tijd voor is:
Tijd voor
jongens.
|
|
M.
Fadil, buurtvader (NRC 4 nov. 2000::
Anderhalf jaar geleden begonnen veertien buurtvaders met hun dagelijks
rondje door de wijk.,,We hebben eigenlijk een proeftijd van een half jaar
gehad .In het begin scholden kinderen ons uit voor ‘verraders’ .Als we
bij ouders aanmelden om hun aan te spreken op het gedrag van hun kinderen
, kregen we te horen: dat zijn anderen ,mijn kinderen doen dat niet.,,Waar
zijn jullie mee bezig, vroeger onze vrouwen.Elke avond weg.Maar we moesten
de kinderen en hun ouders overtuigen dat we geen politieagenten waren.Toen
kregen we een goed idee: we hebben 56 kinderen van een jaar of veertien
meegenomen naar de Efteling. Dat hebben we uit eigen zak betaald. Het
stadsdeel wilde geen bijdrage leveren. Zo’n uitstapje , zeiden ze, paste
niet in ons werkplan. Maar wij wilden laten zien: wij zijn buurtvaders, we
zijn er voor de kinderen .,,Langzaamaan begonnen de ouders ons te
accepteren. Waarom staan onze kinderen steeds in een slecht daglicht, zo
hebben we gezegd . Waarom hangen onze kinderen om tien uur ’s avonds nog
op straat? Dat moet veranderen . Nu zie je hier ’s avonds geen kleine
kinderen meer op straat lopen.,,We hebben hier bezoek gehad uit
Zwitserland, Noorwegen,Frankrijk en Zuid-Afrika.Wethouders en politieagent
uit Den Bosch, Utrecht en Gouda kwamen hier kijken.De Marokkaanse premier
kwam langs.Het zou goed zijn als er overal buurtvaders kwamen.Of we
onszelf ooit overbodig zullen maken? We gaan met plezier door.’’ |
Lees meer over dit onderwerp
|