Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English

Opinie # 30

  Een multicultureel land

  Balkenende, 2002:
“De multiculturele samenleving is niet iets om na te streven.”
Tegenwicht 2003:
Hoeft ook niet, die is er al.

Sinds Paul Scheffer in begin 2001, en voor hem al Bolkestein, het multiculturele debat in Nederland hebben opgestart, loopt dit als een trein. Wie de opiniepers ook maar ten dele volgt en er slechts een deel van bewaart, bouwt een dik dossier op. 

Jan Willem Duyvendak publiceerde een overzicht van de reacties en de eerste fase van het debat (Zie Bronnen, Algemeen, Boeken). 
Met name in GroenLinkse kringen is er uitvoerig gedebatteerd over de multiculturele samenleving - als probleem of als ideaal. GroenLinks geldt een beetje als de bakermat van het ideaal. Er vond een heus debat tussen filosofen plaats over dit onderwerp.
(Zie Bronnen, Algemeen, > Artikelen > Herfst 2001 > Anoine Verbij)

Wij bespreken een aantal kwesties en onderwerpen die in het laatste halfjaar, herfst 2002 en de eerste helft van 2003, naar voren kwamen. Dit zijn er veel.

Dit opiniestuk zet in het kort over elk onderwerp een opinie neer. Een essay, Een multicultureel land in debat, gaat er nader op in. 

We moeten dit maar voorzichtig doen.
Volgens de Utrechtse hoogleraar dr. Gloria zijn “verhalen over ‘de’ asielzoekers, die vorig jaar zonder tegenspraak geuit kunnen worden, ook een vorm van geweld” en “buitengewoon schadelijk voor een weldadig leven”.
Cynisch bedoeld, waarschijnlijk. Het debat blijft een mijnenveld.

Van de bronnen zijn slechts de voornaamste vermeld.

Wat is er zoal gebeurd in het multiculturele debat sinds de herfst 2002?

 Ayaan Hirsi Ali is het meest opgevallen met haar profeet, tot in het verre buitenland toe.

Minder opvallend was de oproep van een groep bekende Marokkanen.

De jonge Marokkaanse Nederlanders deden beduidend meer van zich horen en maakten met hun gedrag heel wat tongen los.

Alom werd gesproken over de AEL-NL, een nog kleine groep die veel stof deed opwaaien.

Een deel van die stof gaat over de islamitische staat omdat de AEL zegt deze na te streven.

Er is angst voor terrorisme. Twee 'terroristenprocessen’ vroegen de nodige aandacht.

Op de achtergrond speelt het debat over het cultureel relativisme versus de cultuurkritiek, waar de neoconservatieven het gaarne over hebben.

Als gewoonlijk eindigen wij met de vraag Kan ik ook iets doen, iets zinvols? Ja, dat kan. Er zijn genoeg zinvolle projecten te vermelden.

  Ayaan Hirshi Ali en haar profeet

Ayaan Hirshi Ali was binnen enkele dagen wereldberoemd nadat zij in Trouw van 25 januari 2003 de profeet Mohammed een perverse tiran genoemd had. ‘Tiran’ vanwege zijn dominantie als politiek en militair leider, ‘pervers’ vanwege zijn huwelijk met een negenjarig meisje. Van of namens 21 landen kwamen diplomatieke protesten binnen. Deze landen die zelf geen vrijheid van meningsuiting deden, in een voor ons niet volgbare redenering, een beroep op het liberalisme van Nederland om dit soort vrijmoedigheden aan banden te leggen.  

Ook in Nederland volgden reacties van zeer uiteenlopende aard, zoals dat hoort in een land met vrijheid van meningsuiting. Naar verluidt waren de reacties van vrouwen sterk verdeeld in een anti-religie groep en een pro-hoofddoekjes groep. Er waren klachten, aangiften en oproepen tot een fatwa, maar (gelukkig) meer oproepen tot nuance, tot het bezien van de profeet in de context van zijn tijd.  

Dit laatste is hoe dan ook het meest redelijke standpunt. Voor zijn tijd en cultuur was Mohammed en zijn beroemde Geschrift progressief, vredelievend en zelfs vrouw-vriendelijk. De geschriften echter zijn sinds die tijd niet meer veranderd en ogen ons dus ouderwets. De interpretatie ervan is eigenlijk altijd al onderwerp van debat geweest, al leidde dit niet echt tot modernisering ervan. 

In het debat viel (ons) verder op hoezeer dit meer door emoties gevoed werd dan door kennis van de islam.

Of men het nu leuk vindt of niet, er zijn steeds meer moslims in Nederland, we zijn de facto een multicultureel land. Dus is niet alleen kennis van ‘onze’ cultuur voor de nieuwkomers een noodzaak, net zozeer is kennis van andere culturen voor ‘ons’ nu een vereiste.  

Een oproep tot koerswijziging  

Een groep bekende Marokkaanse Nederlanders deed onder de naam koerswijziging.nl een beroep op de Nederlanders, met name de media, om de spiraal van negatieve berichtgeving te doorbreken.  

Het manifest heeft nauwelijks reacties opgeroepen, hetgeen vooral aan het manifest zelf ligt. Het heeft een hoog klaag-gehalte en benoemt de problemen niet echt. Dit schijnt tot de Marokkaanse cultuur te behoren: men schrijft er als het ware 'omheen'. Er is, hoe dan ook, geen zelf-kritische analyse en geen ander voorstel tot oplossing dan ‘positiever schrijven en spreken’.  

Wij vermoeden dat deze ‘oplossing’ een deel is van het probleem: de hoge waarde die de Marokkaanse cultuur hecht aan eer en goede naam en het ontbreken van een traditie van het werkelijk benoemen en onder ogen zien van problemen, gevolgd door een zelfkritische analyse en voorstellen tot oplossingen – andere dan ‘herstel onze goede naam’. Wij willen in elk geval wel een probleem aan de orde stellen dat in Nederland beduidend meer opviel dan het manifest:

De Marokkaans-Nederlandse jongens  

Hier ligt een probleem, namelijk een hoge mate van criminaliteit. Dit is geen probleem van integratie of inburgering, want zij spreken de taal doorgaans goed en hebben zich de waarden en normen van de huidige jeugd terdege eigen gemaakt: lachen, kicken, consumeren, en dan pronken, eer behalen, een belangrijke waarde in de Arabische cultuur. Gaat het fout, dan schenden ze echter de eer van de familie en iets ergers bestaat zowat niet.  

De Marokkaanse cultuur kent een losser gezinsverband dan de Turkse. Men is minder thuis en wordt minder intensief opgevoed. Bovendien zijn veel (vooral Berberse) ouders ongeletterd. De straat is voor de jongeren mede een leerschool. Scholen kunnen hier moeilijk tegenop, evenmin als tegen de invloed van de tv die via de schotelantennes binnenkomt. Het eindresultaat is dat deze jongens weinig kennis hebben en simpele zwart-wit denkpatronen. Ze weten niet dat Marokkanen, evenals de Joden, semieten zijn. Ze onderscheiden de Joden hier niet van de politiek van de staat Israël; Palestijnen zijn moslims en dus zijn ze goed - bovendien zijn het ook nog underdogs, zoals zij zelf zijn. Joden ‘moeten dus dood’, net zoals de nog lagere underdogs in hun visies, de homo’s.  

Cruciaal zijn hier de vaders. We mogen hopen dat hun succes als buurtvaders de start is van een andere visie op en praktijk van het vaderschap in deze cultuur.
Onderwijs is eveneens van cruciaal belang om de sociaal-economische positie te verbeteren. De scholen kunnen zich laten helpen door bruggenbouwers: oudere Marokkaanse jongeren, en laten aanvullen door andere vormen van opvang, mogelijk opgezet vanuit de moskeeën.
Uiteindelijk moet er een sociaal-economisch middenkader gevormd worden dat voor een hogere betrokkenheid met de samenleving kan zorgen en deze ook mogelijk kan maken.  

We zouden kunnen zeggen: word politiek actief, beste jongeren. Nu, dit deden ze al. 

De AEL-NL
De Arabisch-Europese Liga in Nederland 

Deze vooral door Marokkaanse studenten gesteunde nieuwe politieke groepering trok terdege de aandacht. Al direct van het CDA dat meteen een verbod wilde instellen, terwijl in VVD-kringen werd gehoopt op ingrijpen van justitie. Vreemd: christen-democraten die moslim-democraten de mond willen snoeren, liberalen die de vrijheid van vereniging willen insnoeren. Men reageert vanuit angst, niet vanuit kennis en rationaliteit.  

Het punt is hoe men tegen een dergelijke nieuwe groepering aankijkt. Menigeen reageert vanuit angst direct afwijzend, anderen achten het een verrijking van de democratie. De punten die de AEL in wil brengen zijn lang niet allemaal gedegen doordacht en al zeker niet vanuit een politieke ervaring nader ingevuld, maar dit gebeurt bij elke nieuwe groepering, dus al zeker bij een vooral door jongeren bevolkte groepering.  

Cruciaal is of men ‘de democratie’ opvat als

 ‘de macht van de meerderheid’ (dit zouden dan de westers ingestelde autochtone Nederlanders zijn), of als

‘het open debat tussen een veelheid aan meningen’, ofwel als de bestuursvorm van een multiculturele samenleving.

Onze samenleving is al multicultureel. Dan ook graag goed, open en kritisch.  

De islamitische staat 

In dit debat speelt de mogelijkheid van een islamitische staat een rol. De AEL lijkt deze te willen invoeren zodra men de meerderheid heeft. Men vreest de islamitische wetgeving, de shari'a, waarvan doorgaans niet veel meer bekend is dan dat men de handen van dieven af wil hakken. 

Wat meer verdieping in deze materie leert dat de islamitische staat niet bestaat. Er zijn drie landen die zich zo noemen en deze verschillen onderling danig. Bovendien streeft niemand na wat men daar in praktijk brengt. Er bestaat niet meer dan een vooralsnog rijkelijk vaag idee van 'de islamitische staat', welks bestaan dan alle problemen zou oplossen. Dit idee verwijst naar de oorspronkelijk Oemma, de moslimgemeenshap, en wel die in Medina die volgens historische geschriften - en bezien in de context van die tijd en cultuur - inderdaad vreedzaam geweest moet zijn.

Ook bestaat de shari'a niet als wetboek. Het is geen wetboek. Het is een verzameling spreuken die gezamenlijk de ideale rechtvaardige samenleving willen omschrijven, maar die doorgaans verre van concreet zijn. 

De angst voor een islamitische staat met shari'a is inderdaad niets meer dan een angst, een gevoel. Enige verdieping in deze kwesties zou de Nederlanders niet misstaan. Gelukkig verschijnen er steeds meer artikelen met achtergrondinformatie in de opiniepers. 

De angst voor terrorisme 

Het gebeuren op 11 september 2001 heeft het multiculturele debat in Nederland, reeds gaande, veranderd. Plotseling was er angst voor terrorisme, vertaald als angst voor moslims. Deze hebben dit terdege gemerkt. Ze werden ineens gezien en aangesproken als moslim hoe weinig men ook aan geloof deed en, naar velen klagen, als Marokkaan, hoezeer men ook Nederlander geworden was of van geboorte af aan al geweest was. Dit bracht een verdere radicalisering over en weer tot stand. 

Twee 'terroristenprocessen' kregen veel aandacht. In beide gevallen volgde vrijspraak op de belangrijkste aanklacht. Er was geen geldig bewijs, slechts informatie van de AIVD die niet controleerbaar is. 

Het lijkt of deze processen gevoerd zijn juist omdat er geen geldig bewijs was, namelijk om zo de wetgever ertoe aan te zetten dat soort vage gegevens wel als wettig bewijs te gaan erkennen. Kritische mensen vrezen Oostblok-achtige toestanden met een Geheime Dienst bij wie iedereen met anonieme informatie zijn buren dwars kan gaan zitten. Eigenlijk zijn intussen moskeeën en islamitische scholen ook verdacht en wordt er gedacht aan maatregelen om deze te gaan controleren. Wederom: radicalisering - die eventueel terrorisme eerder aanwakkert dan bestrijdt.

Op de achtergrond speelt een ander debat, aangeslingerd door de neoconservatieven.

Cultureel relativisme of cultuurkritiek

Cultureel relativisme houdt in dat men de ene cultuur niet beter acht dan de andere en de verschillende culturen zo vreedzaam naast elkaar wil laten bestaan. Neoconservatieven verwijten aan Links dat men daar onvoldoende kritisch was ten opzichte van de andere culturen die ons omringen en dan men zo wantoestanden als bijvoorbeeld de onderdrukking van de vrouw heeft laten voortbestaan en de problemen met de mantel der allochtonenliefde bedekt heeft, dus niet heeft aangekaart en opgelost.

Wij schreven over de neoconservatieven al: "Behoud het goede" en dit gaat ook hier op: er zit inderdaad iets in. De neocons beroepen zich op Leo Strauss, de Joods-Duitse filosoof die Duitsland tijdig ontvlucht was en die dus alle reden had om kritisch tegenover de toenmalige Duitse cultuur te staan. Men moet alle culturen kritisch wegen, zo schreef hij, en de maatstaf is een norm die we het goede of het juiste zouden kunnen noemen en die we door zuiver redeneren, met Das Reinen Vernuft, om zo met Kant te zeggen, kunnen ontdekken, behouden en zo nodig bijstellen.

Hoe men tegenover het neoconservatisme staat en hoe men Strauss ook uitlegt (daar zit nogal wat verschil in namelijk), het idee van cultuurkritiek mag het winnen van het cultureel relativisme. Het punt is nu dat moslims hier grote moeite mee hebben. Zij zijn sinds de twaalfde eeuw geen kritische studie van hun bronnen meer gewend. Voor zover deze er was, werd ze geweerd. Denk maar aan De Duivelsverzen. Men is daar al snel van zijn geloof gevallen, dus een ongelovige kufir en in de meest fundamentalistische versie van de islam is men dan des doods schuldig. Dat bevordert niet bepaald een kritische houding tegenover de eigen cultuur. Ze zullen er toch ooit aan moeten geloven, aan die kritische houding.

We mogen echter verwachten dat de huidige generatie allochtonen in ons land al levend in deze cultuur zich gaandeweg steeds meer gaan aanpassen aan de westerse leefwijze, inclusief de gewoonte om kritisch te staan tegenover ideeën. Daartoe is het wel nodig om met elkaar te leven en niet langs elkaar heen te leven. Met deze gedachte belanden we in de praktische vraag die gewoonlijk de Tegenwicht essays besluit.

Kunnen we ook iets doen? Iets zinvols?

Ja, zeker kan dit. Een goede multiculturele samenleving wordt opgebouwd in communicatie met elkaar, in een dialoog dus. Die dialoog mag en moet wel kritisch zijn. Niet: langs elkaar heen leven, maar met elkaar in contact treden en hierin kritisch zijn. Voor sommigen zal dit even wennen zijn, maar beter is het wel.  

Voor deze communicatie zijn de ouders, vooral de vaders, van de jonge allochtone Nederlanders van cruciaal belang. Hun wordt gevraagd meer contact op te bouwen met hun kinderen en hun scholen, meer dan ze in hun cultuur gewend zijn te doen.  

Scholen zijn even cruciaal. Gelukkig zijn er steeds meer projecten waarin de allochtone leerling beter bereikt wordt. Voor deze is kennis van groot belang om uit de veelal zwakke sociaal-economishce positie te klimmen. Voor het landelijk beleid dient dit een prioriteit te zijn. 

Voordien moeten we erkennen dat die multiculturele samenleving er simpelweg al is.  Het is geen ideaal of ‘iets van Links’ dat ‘dus’ vermeden moet worden, het is een feit, eeuwen lang al.  

Dit feit wordt waar gemaakt in buurten, niet in het Catshuis. Ga de buurt in en ga communicatie aan: als buurtvader, buurtmoeder, voorleesoma of tuinopa, als medebewoner in een multiculturele buurt in een multiculturele samenleving. Erken dit dan maar.  

Die erkenning is iets dat voor sommige autochtone Nederlanders even slikken is. Voor sommige allochtone Nederlanders zal iets anders ‘even slikken’ zijn, namelijk dat er niet langs elkaar heen geleefd blijft worden, maar dat er ook kritisch naar elkaar gekeken zal moeten worden – dus ook naar zichzelf.  

Moslims zijn sinds de twaalfde eeuw niet meer gewend kritisch naar hun geloof en de uitingen ervan te kijken, dus dat is wel ‘even wennen’ om dit nu toch maar weer te gaan doen. Het gebeurt al, maar wordt door de conservatieven niet in dank afgenomen. Er zijn echter ook voldoende progressieve moslims die uitstekend in de Nederlandse samenleving kunnen wonen.  

Om met de directeur van het multiculturele instituut Forum te spreken: 

“De moslimwereld moet een eind vooruit worden geschopt, maar óók moeten de autochtone Nederlanders ervan worden doordrongen dat hun land onomkeerbaar verandert.” 

Laten we het dan maar zo goed mogelijk doen. Samen moet het beter lukken dan in een sfeer van ‘wij’ tegen ‘zij’. Die tijd hebben we gehad.

Lees nu het

Een multicultureel land in debat

 

   

 essay 30

 

Start Weblog Inhoud Wat is nieuw English