Terug in de tijdSeksuologie toen: een caleidoscopisch overzicht2001 # 3 A la recherche du temps perdu Het is ondenkbaar te schrijven over de strijd tegen de taboes die ten opzichte van de seksualiteit bestonden, en ook nog bestaan, zonder daarbij een aantal instituten en verenigingen te noemen die allen in de loop der jaren een steentje hebben bijgedragen in de strijd tegen misvattingen en mythen. Men vergete ook de pioniers niet die zich voor deze doelstellingen hebben ingezet, hier te lande en elders. De invloed van een beperkt aantal geleerden en voorvechters heeft duidelijke sporen achter gelaten. Hetzelfde geldt voor een klein aantal instituten en verenigingen. Geschiedenis is niet alleen boeiend maar zeker ook nuttig en leerzaam wanneer men het heden beter wil begrijpen. Belangrijk voor de bevrijding van de mens van onnodige seksuele taboes in sexualibus was zonder twijfel de World League for Sexual Reform (W.L.S.R.), of te wel de Wereldbond voor Seksuele Hervorming, opgericht in 1926 door de legendarische dr.Magnus Hirschfeld. prof. Auguste Forel en dr.Havelock Ellis. De belangrijkste doelstelling was wel, vooroordelen het seksuele leven betreffend te bestrijden, wetenschappelijke kennis toegankelijk te maken onder de bevolking, en de samenwerking tussen organisaties die een vergelijkbare doelstelling nastreven, wereldwijd te bevorderen. De stichter Magnus Hirschfeld, geboren 14.5.1868 in Kolberg (Pommern), gestorven15.5.1935 in Nice, kwam vooral op de voorgrond door zijn pionierswerk op het gebied van de homoseksualiteit (sexuelle Zwischenstufentheorie). Hij vocht in eerste instantie voor de maatschappelijke gelijkberechtiging van homofielen, maar zette zich ook in voor de wetenschappelijke seksuologie in het algemeen. Een van zijn belangrijkste boeken is Die Homosexualität des Mannes und des Weibes, Louis Marcus Verlagsbuchhandlung, Berlijn 1913. Alom bekend zijn de door hem uitgegeven Jahrbücher für sexuelle Zwischenstufen (1899-1923). Hij stichtte in 1897 het Wissenschaftliche humanitäre Komitee (WhK) en in 1919, eveneens in Berlijn, het vermaarde Institut für Sexualwissenschaft, het eerste in zijn soort wereldwijd, dat later door de Nazi’s met veel geweld in 1933 vernietigd zou worden. Zijn vele geschriften kwamen op de brandstapel terecht en werden publiekelijk verbrand (Bücherverbrennung). De bekende Duitse cineast Rosa von Praunheim maakte in de jaren negentig een film over het leven van Magnus Hirschfeld waarin de vernietiging van zijn Instituut op indrukwekkende wijze wordt getoond. Het is jammer dat de persoon Hirschfeld in de film niet goed uit de verf komt. Deze film werd een paar jaar geleden in de Rotterdamse bioscoop Het Venster vertoond in aanwezigheid van Rosa von Praunheim, die een kort inleidend woord sprak. Prof. Auguste Forel, ook zenuwarts zoals Hirschfeld, werd geboren op 1.9.1848 in Morges (Zwitserland) en stierf 27.7.1931 in Yvorne (eveneens Zwitserland). Hij deed vooral onderzoek op het gebied van de bouw van het centrale zenuwstelsel. Zijn meest bekende boek werd echter Die sexuelle Frage, dat ook in het Nederlands vertaald werd. Henry Havelock Ellis werd geboren op 2.2.1859 in Croydon en overleed in 1939 in Hintlesham, Suffolk. Hij studeerde geneeskunde en schreef een aantel baanbrekende studies op opvoedkundig en seksuologisch gebied. Het meest belangrijke werk is het zesdelige Studies in Psychology of Sex, dat tussen 1898 en 1910 verscheen. Dit oeuvre kwam ook in het Nederlands uit onder de titel De psychologie der sexen (zeven delen) bij Hollandia Drukkerij, Baarn 1915-1919. Een haast eindeloze reeks facetten het seksuele leven betreffend wordt hierin beschreven. Voor die dagen was Havelock Ellis zeer vooruitstrevend en zijn boeken zijn nog altijd het lezen waard, zoals ook zijn The New Spirit, verschenen in 1926. Na het overlijden van Auguste Forel, en na het terugtreden van Havelock Ellis wegens zijn inmiddels hoge leeftijd, traden dr.Norman Haire en dr.Leunbach (Kopenhagen) toe tot het bestuur. Norman Haire gaf in die jaren The International Library of Sexology and Psychology uit. Vele vooraanstaande wetenschappers, schrijvers en kunstenaars toonden openlijk sympathie voor de doelstellingen van de Wereldbond; genoemd mogen worden H.G.Wells, Upton Sinclair, Gerhart Hauptmann en Thomas Mann. De Nederlandse tak van de Wereldbond had o.a. de volgende bestuursleden: dr. B. Premsela (de vader van de nog niet zo lang geleden overleden Benno Premsela), dr.H.Lewandowski en dr. F. M. Wibaut. Met de NVSH werden kontakten onderhouden.Perversies (waaronder de paedophilia erotica) werden als psychiatrische aandoeningen gezien. Zoals wel blijkt was de seksuologie destijds voornamelijk in medische handen; medici hebben dan ook een duidelijke stempel gedrukt op deze discipline. Pas veel later zou de seksuologie in een wat ander en ruimer perspectief of kader worden geplaatst. Het medische aspect raakte op de achtergrond. Het is een multidisciplinaire wetenschap geworden hetgeen geheel nieuwe impulsen tot gevolg had. Reeds lang daarvoor bestond de Vrijdenkersvereeniging De Dageraad, die het idee verkondigde, dat de godsdienst (de kerk) de ontwikkeling van de mens in de weg staat. Hoving en Domela Nieuwenhuis ondersteunden de ideeën van De Dageraad. De doeleinden werden verwoord in het tijdschrift De Vrijdenker: zinloos geworden zeden en gebruiken van vroegere geslachten moesten worden afgeschaft, gelijkstelling van de ongehuwde moeder met de gehuwde moeder, enz. In Amerika kwam de seksuologie pas later van de grond. Het waren Alfred Charles Kinsey (geboren op 23.6.1894 in Hoboken [N.J.] en overleden op 25.8.1956 in Bloomington) en zijn medewerkers Pomeroy en Martin, die de eerste belangrijke aanzet gaven. Wereldwijd bekend werden vooral de publicaties Sexual Behavior in the Human Male (1948), en Sexual Behavior in the Human Female (1953). Door middel van enquêtes werd een uitgebreid feitenmateriaal verzameld. Het onderzoek en de methode ondervonden veel kritiek; desondanks zijn deze publicaties baanbrekend geweest. Het was een eye-opener. Kinsey heeft zich welbewust beperkt tot het bijeenbrengen van gegevens. Dit onderzoek werd gedaan vanuit de universiteit van Indiana. Het Kinsey Institute herbergt uitgebreide archieven, ook betreffende kinderseksualiteit en leeftijdsongelijke relaties. De wetenschappelijke seksuologie heeft zich in de laatste decennia stormachtig ontwikkeld. Nieuwe onderzoekmethoden kwamen tot ontwikkeling, oude ideeën over seksualiteit werden vervangen door nieuwe inzichten. Zo opent het moderne DNA-onderzoek geheel andere en ruimere perspectieven. Het erfelijkheidsonderzoek werd verfijnd. We leven duidelijk in een stroomversnelling. Dit beknopte caleidoscopische overzicht heeft niet de pretentie ook maar bij benadering volledig te zijn. De geschiedenis van de seksuologie is te veelzijdig om in een kort bestek te behandelen. Tot slot: de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming (NVSH) is niet in eerste instantie gericht op wetenschappelijk onderzoek, maar is wel de langst bestaande vereniging in haar soort. Van de genoemde instellingen is zij de enige overgeblevene en ondanks alles – na 120 jaar – nog steeds vechtend voor een humanere maatschappij. Dr.Frits Bernard
|