Vorige Start Omhoog Volgende

Hyper-erotisme en stimulatiehonger

1998 # 3

In deze uitgave willen wij het hebben over een zeldzame vorm van hypersexualteit. Het gaat hier om een niet te onderdrukken stimulatiehonger in sexualibus. Er is sprake van een drang naar steeds intensiever en ruwere stimulering. Uiteindelijk zal dit leiden tot zelfverminkingen. In extreme gevallen kan opname in een psychiatrische instelling nodig zijn, teneinde erger te voorkomen.

Deze stimulatiehonger komt niet alleen heden ten dage voor, maar heeft waarschijnlijk altijd bestaan. In de wat oudere wetenschappelijke literatuur vond ik bij Magnus Hirschfeld een goed voorbeeld

(Sexual Anomalies and Perversions; Physical and Psychological Development and Treatment. Torch Publishing Company Ltd, London z.j., bldz. 448/449).

'Een herder begon op vijftienjarige leeftijd, te masturberen en deed het gemiddeld 15 keer per dag. Dikwijls kwam het voor, dat tengevolge van de veelvuldige irritatie bloed in plaats van zaad kwam. Tot zijn zesentwintigste jaar gebruikte hij bij het masturberen zijn hand. Toen kwam hij op het idee om dunne potloden in zijn urinebuis te brengen. Hij deed dit gedurende een periode van zestien jaar zeer dikwijls, zodat zijn urinebuis verhard en gevoelloos werd. Van het normale geslachtsverkeer had de patiënt steeds een onoverwinnelijke afkeer. Hij was zeer gedeprimeerd en bracht het grootste deel van zijn tijd door met het aanbrengen van kleine inkepingen met een zakmes in zijn eikel.

Toen de patiënt deze handeling van zelfverminking ontelbare malen had uitgevoerd, was zijn penis in twee gelijke delen gespleten. Hij stelpte het bloeden, doordat hij de uitgangen van de ductus ejaculatorius met hout wreef. Toen hij dit tien jaar gedaan had, gebeurde het, dat een houtsplinter in de blaas terecht kwam. Wegens de daardoor ontstane heftige pijn moest hij tenslotte een geneesheer consulteren, die een abdominale snede maakte en de splinter, die drie maanden in de blaas gelegen had, verwijderde. Enige maanden na deze operatie stierf de patiënt.'

Hirschfeld merkt op:

'The above is a typical case of hypererotism, combined with an unquenchable craving for stimulation, a craving for increasingly intense and crude stimulation, which leads to veritabIe paroxysms of self-mutilafion and finally to selfdestruction.'

Bij het lezen van de ziektegeschiedenis van de vijftienjarige herder komt meteen de vraag naar voren hoe zo'n extreme vorm van stimulatiehonger tot stand komt. Met andere woorden wat is, of kan, de oorzaak zijn.

Over de aetiologie (oorzakenleer) is weinig bekend. Ofschoon op het gebied van de menselijke sexualiteit sinds het begin van deze eeuw veelonderzoek is verricht blijven de uiteindelijke oorzaken van het sexuele gedrag in nevelen gehuld. Dit maakt ook een behandeling moeilijk. Gebruikelijk is om de psychoanalyse toe te passen. Vaak zonder succes.

Ik herinner mij een geval uit mijn eigen praktijk, dat enigszins leek op ons voorbeeld. Het betrof ook een jongeman, die allerlei buisjes in zijn urinebuis invoerde, teneinde tot hoger genot te komen. Deze patiënt vond later de dood tijdens een masochistische orgie. Ook hier kw'am een vroegtijdig einde. Doodswensen kunnen in deze gevallen een zekere rol spelen.

Het aantal gevallen dat naar de psychotherapeut stapt is beperkt. Meestal heeft de patiënt manifest geen behoefte aan hulp. Soms is het de partner die het initiatief neemt om een deskundige te raadplegen. 

Het aantal mensen met deze problematiek, dat ik in de loop der jaren op het spreekuur zag was beperkt. In ieder geval slechts een klein percentage van het totaal.

William H.Masters en Virginia E.Johnson komen tot de conclusie:

'There are no absolute criteria for defining hypersexuality',
en:
'despite frequent orgasms, sexual activity is generally not satisfying'
(Human Sexuality,
second edition, Little, Brown and Company, Boston and Toronto 1985, bladz. 453).

De laatste conclusie van Masters en Johnson is belangrijk, daar moeten we de basis van het probleem zoeken. We hebben het hier over het algemeen te maken met mensen met een niet aflatend zoeken naar bevrediging, een bevrediging die echter niet bereikt wordt. Vandaar dat het veelal een proces zonder einde is. Dit is tragisch.

'Hier wohnt die Freude' - 
steinerner Blickfang eines Römischen Bordells

Tot zover enkele gedachten over hyper-erotisme en stimulatiehonger. Een volgende keer weer een ander sexuologisch thema.

Dr.Frits Bernard

 

Vorige Start Omhoog Volgende