Citaten uitSchandvlek op de jeugdzorgHet einde van de Glenn Mills SchoolJohn Maes, De Groene Amsterdammer 1 april 2010 De Glen Mills School zou criminele jongeren weer op het rechte pad krijgen. Het was een omstreden behandelmethode. Deze maand trok de directie er stilletjes de stekker uit. Vorig jaar werd met een naamswijziging (De Sprint) en het salonfähig
maken van de methode nog geprobeerd om de Glen Mills School nieuw leven
in te blazen, maar het verval had al te ver ingezet. Woensdag 10 maart gooide de directie de handdoek in de ring, na inzage in de conceptversie van een vernietigend rapport van de Inspectie Jeugdzorg (IJZ). Het was de doodsteek voor een roemrucht experiment. De inspectie laat niets heel van de methodiek. De kwaliteit van de zorg is 'volstrekt ontoereikend en in strijd met de wet'. Van negentien zogenoemde indicatoren over de rechtspositie van de jongeren is op slechts drie punten adequaat beleid dat ook goed wordt uitgevoerd. Het advies van de inspectie aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin: stoppen, en snel.
Alle dubieuze methodes van Glen Mills, een hele lijst, zijn in strijd met de wet. [...] De kiem van Glen Mills ligt bij een befaamde uitspraak van oud-premier Lubbers, die het tijdens een cda-partijbijeenkomst in 1993 had over het groeiende probleem van de jeugdcriminaliteit. Het tuig moest van de straat, 'in organisaties, in inrichtingen, in kampementen, hoe je het ook wilt organiseren'. Een dag later viel links Nederland over hem heen, maar de 'Lubbers-kampementen' voor jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar kwamen er. Het werd een flop: te duur, een recidive van zeventig procent, juridisch niet waterdicht. Maar ontspoorde jongeren gaan steeds eerder het foute pad op. Dus zou eerder en harder ingrijpen misschien helpen. Het dilemma was: help je minderjarige veelplegers voordat ze definitief ontsporen, of sluit je ze op? Begin jaren negentig leek er voor dit dilemma een oplossing. De spijkerharde Glen Mills School werd bejubeld als het ei van Columbus. Het vertrouwen in het systeem was bijzonder groot. [...] De theorie achter de uit de Verenigde Staten geïmporteerde methode zit knap in elkaar. De negatieve druk van een bende vervang je door positieve invloed binnen een instelling. Criminele jongeren sluit je op en noem je studenten. Je geeft ze een dagtaak, hanteert strenge regels en laat ze elkaar corrigeren op bijvoorbeeld neuspeuteren, scheef staan of een 'beat tikken'. Dat geeft bonuspunten en daarmee stijgen ze in rang. Zeven rangen, met als hoogste campuspresident. Hoe hoger de rang, hoe meer privileges, zoals roken en langer tv-kijken. Wie fouten maakt, degradeert en moet zich met goed gedrag weer omhoog werken. Tot zo ver de worst. Om de jongens in het keurslijf te krijgen moet je ze eerst drillen. En daar hoort corrigeren en straffen bij. Ook dat gaat in zeven stappen. Van stap één, non-verbaal vriendelijk (een knikje met het hoofd) tot stap zeven, het vastpakken van een student totdat hij rustig wordt. Na ongeveer anderhalf jaar stuur je de criminelen als heropgevoede heertjes weer de maatschappij in. Tot zo ver de theorie. [...] Onder politieke bescherming werd in Nederland jarenlang carte blanche gegeven aan het loslaten van experimentele methodes op minderjarigen.
[...]
Al die tijd stonden kritische Nederlandse wetenschappers van naam langs de zijlijn. [...] [... Ze] werden niet gehoord door de politiek, en de methode kon zonder wetenschappelijke onderbouwing de plas oversteken. Een slagingspercentage van zeventig van de moedervestiging, in het dorp Glen Mills bij Philadelphia, vormde de kern van de legitimatie om het hier ook maar eens te proberen. Vijf jaar na de start lag de recidive in Nederland echter op 78 procent, twintig procent hoger dan in jeugdgevangenissen. Nederland is het enige land dat de methode overnam. Een groepsdynamische methode als Glen Mills, met onnatuurlijk gedrag in een 24-uurssetting, leidt makkelijk tot machtsmisbruik en inhumane behandeling. Bekende psychologische experimenten (zoals op Stanford Universiteit, Californië, 1971), verfilmd in onder meer Das Experiment en The Wave, tonen dat aan. Hoe kon het dan toch doorgaan? Directeuren hadden korte lijntjes met de politiek. Ze lobbyden het afgelopen decennium in Den Haag voor opstartsubsidie, voor het voortbestaan en ten slotte voor een doorstart van de publicitaire en financiële melkkoe van de Hoenderloo Groep. [...] Voor Glen Mills werd gekozen onder het eerste paarse kabinet van vvd, d66 en pvda. Van rechter- en linkerzijde kreeg de methode steun in de Tweede Kamer. Glen Mills werd in het regeerakkoord van Balkenende I en II specifiek genoemd als voorbeeld voor heropvoeding en resocialisatie van criminele jongeren. [...] De laatste jaren is de collectieve lofzang in Den Haag verstild. Kritisch op methodiek en misstanden waren vooral GroenLinks en later de sp, die met Krista van Velzen de grootste parlementaire luis in de pels van Glen Mills werd. Van Velzen sprak met betrokkenen, vroeg door en publiceerde in 2008 een zwartboek, dat meteen terzijde werd geschoven door het cda, dat inmiddels in het kabinet de rol van beschermheer van de vvd had overgenomen. [...] Zijn de parlementariërs van toen en nu verantwoordelijk voor alles wat mis ging, omdat ze goedkeuring gaven aan een experiment zonder eind, met een zeer moeilijke doelgroep die na afloop op hoop van zegen weer op de maatschappij werd losgelaten? Goed, ze raakten in de greep van het concept. Maar als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat vaak ook. Glen Mills is een schandvlek op de Nederlandse jeugdzorg. Het experiment met minderjarigen was een bliksemafleider van de politiek voor problemen waar in Nederland nog geen oplossing voor is. Tough on crime, daar scoor je mee, niet met zwakke knieën. Wat werkt wel? Duidelijk is dat het individu voorop staat en de groepsdynamische aanpak heeft afgedaan. Brainwashing is één ding, resocialiseren een tweede. [...] Jongeren die niet willen werken of niet naar school gaan en die naar de criminaliteit dreigen af te glijden, moeten toch van de straat gehaald worden. Als achtervang moet er in 2011 een landelijk dekkend netwerk zijn van zogenoemde campussen voor jongeren tussen de 12 en 27 jaar. De proef die nu loopt wordt medio 2010 geëvalueerd. De voorkeur ligt echter bij hulpverlening in de eigen leefomgeving. Wetenschappers stellen vertrouwen in methodes die, in tegenstelling tot Glen Mills, het individu centraal stellen, maar tegelijkertijd het gezin bij de jongeren betrekken. Een voorbeeld is Functional Family Therapy, dat hier sinds kort wordt toegepast. Ook uit de VS overgewaaid, maar niet, zoals Glen Mills, een kopie van één unieke instelling. En zeker niet zo schadelijk.
|