Vorige Start Omhoog Volgende

Uden, Venray, Nederland

Tegenwicht weblog # 10 - 6 april 2005 

In Uden is voor de tweede maal brand gesticht in een islamitische school, 
in Venray vond bij een moskee een vechtpartij plaats tussen Lonsdale jongeren en moslims.
Meerdere media en ook het parlement schonken er aandacht aan. 

Geen incident maar trend

De NRC van 2 april geeft een enorme lijst van zulk soort gebeurtenissen sinds 2 november 2004. Het zijn er 48, deels niet eerder in de media vermeld om navolging ervan te voorkomen. Opvallend is er nauwelijks grote steden in staan, wel veel plattelandsplaatsen. Verklaringen hiervoor kunnen zijn:

Het valt meer op.

In de grote steden vormen de allochtone jongeren in hele wijken de meerderheid; daar waren zij vaak de aanvallende partij. In de kleinere steden of dorpen is dit omgekeerd.

De jeugd in de provincieplaatsen krijgt het basisonderwijs veelal op 'witte scholen'. Daarna gaan ze naar het VBMO in een stad en krijgen ineens te maken met grote groepen allochtone jeugd. Dat gaat botsen, mede omdat deze groepen zich niet mengen maar zich van de andere groep apart houden. 

De achteruitgang van de landbouw en dus het slechte economische perspectief op het platteland kan een rol spelen. 

Plattelandssteden moeten ruimte bieden aan asielzoekers. Bij een al krappe woningmarkt steekt dit degenen die er al woonden en er woonruimte zoeken. 

In kleinere steden zijn de verschillende groepen nog meer een groep in plaats van een verzameling individuen. Men kan zich 'opsluiten in de eigen groep'. Daardoor kunnen die groepen ook eerder tegenover komen elkaar te staan. 

Wat in deze steden juist goed zichtbaar is, is dat met name de Turkse gemeenschappen met hun sterke sociale controle steeds beter geïntegreerd en genormeerd zijn (Malika el Ayadi in NRC 2 april 2005), terwijl 'de Nederlanders' veel meer los zand zijn, weinig sociale controle kennen en met normloosheid van hun zwaar drinkende kinderen worden geconfronteerd. 

Hoe dan ook kunnen we niet meer spreken van losse incidenten en toevallige individuen. Het is een trend die we moeten signaleren en analyseren. De trend is zorgwekkend, vonden ook Kamer en regering. Men vreest rassenrellen, mogelijk mede na grootschalig gebruik van alcohol en andere drugs. Dit is "potentieel gevaarlijker dan moslimterrorisme", aldus de RID te Utrecht in NRC 2 april 2005.  We moeten iets doen. 

Radicalisering en haat

Het gaat hier steeds om jeugd en wel veelal om laag opgeleide jeugd, merendeels VBMO-ers. Bij hen leeft kennelijk een haat tegen 'vreemdelingen'. De verschillende analyses en commentaren geven aan dat niet zozeer sprake is van een verstandelijk rechts-politiek bewustzijn, eerder van een gevoel, gevoelens van haat, gevoelens van sympathie met het rechtse ideeëngoed. Deze gevoelens leven bij groepen, die zich afzetten tegen andere groepen. Men ziet zichzelf en de ander vooral als deel van een groep, meer dan als individu. Op een leeftijd waarop de identiteit zich nog aan het vormen is, is dit begrijpelijk. De groepsidentiteit wordt onderstreept door kledingcodes, in dit geval door het merk Lonsdale. 

Het gaat natuurlijk niet om deze kleding op zich, maar om de groepsprocessen die zich er omheen afspelen en om wat er innerlijk gebeurt in het hoofd onder het petje en het hart onder het t-shirt - en dat is te typeren als radicalisering en haat. 

Radicalisering is ook altijd versimpeling. Er is een wij en een zij: twee categorieën, simpel, te overzien. Wij zijn alleen maar erg goed, zij alleen maar erg slecht: ook twee categorieën, simpel, te overzien.  Er is geen zelfkennis en zelfkritische houding voor nodig; die zouden het proces van projectie van het kwaad op de ander, het proces van zondebokvorming, alleen maar storen. Er is geen ruimte voor nuances en werkelijke kennis van de ander. Zo kan de haat in tact blijven. 

Dit is radicalisering - en wel van autochtone jeugd. Ze hebben geen uitgewerkte ideologie maar zijn hier wel gevoelig voor. Ze zijn geen lid van een politieke partij, maar extreem rechts speelt er al op in. Via het internet zijn ideologieën snel te verspreiden. Een rechtse ideologie is tot daar aan toe, daarvoor moet ruimte zijn in een democratie, maar hier zijn de scheidslijnen meer etnisch dan ideologisch. Dat is gevaarlijker. 

Autochtoon en allochtoon vervaagt

Het zijn vervelende en misleidende woorden, autochtoon en allochtoon. Ze zijn beter te vermijden maar soms kom je er niet onderuit. Autochtoon betekent hier geboren. Wel, het grootste deel van de zo lastig gevonden jonge 'Marokkanen' is hier geboren en getogen, spreekt goed Nederlands en heeft een Nederlands pasport. Het zijn geen 'Marokkanen', het zijn Nederlanders. Toch, als je ze vraagt wat ze zijn, zeggen ze niet "Nederlander", maar "Marokkaan". Zo kiezen ze hun identiteit. VBMO docent Kees Beekmans geeft er in zijn wekelijkse stukken in De Groene Amsterdammer regelmatig voorbeelden van (o.a. in zijn artikel van 12 november 2004). 

Nu hebben de media bol gestaan van klachten over wangedrag van 'de' allochtone jeugd. Een analyse in de trant van 'dan ligt dat aan het allochtoon-zijn' is dan nog mogelijk. Maar, als een geluk bij een ongeluk, staan de media ineens bol van klachten over wangedrag van autochtone jongeren. De analyse dat het ligt aan het allochtoon-zijn gaat dan niet meer op. Het gaat hier om 'de' jeugd, de Nederlandse jeugd, om onze kinderen. Daar moeten we het dus wel over gaan hebben. Om even iets te noemen: bij alle incidenten zijn er ruimschoots alcohol en andere drugs in het spel. Er wordt enorm veel gedronken en geslikt door onze kinderen, niet alleen door 'de Marokkanen' in Amsterdam, nee, door de Nederlandse jongeren in inmiddels duizenden keten overal in het (platte)land. Juist moslims drinken en slikken weinig en houden er de nodige waarden en normen op na. 

Mijn zoon is voetbalsupporter en draagt ook Lonsdale,  een trui slechts. Hij heeft nauwelijks notie van de politieke betekenis daarvan. Zijn motief is simpeler: 'Ik kan niet met Zeeman kleding aan komen zetten bij mijn vrienden, dan lig ik er uit'. Meer een groepsproces dus dan een politiek proces. Hij gebruikt nauwelijks alcohol en drugs. Bij rellen weet hij zich terug te trekken. Ik prijs mij gelukkig. 

De ouders

Districtschef Wim van Amerongen in Venlo geeft in het lange artikel van Margreet Oostveen in de NRC van 2 april een verhelderend onderscheid aan tussen de ouders die hij in drie groepen indeelt: 

"Ouders die er niets van weten en niet weten waar Lonsdale voor staat;

ouders die het wel weten maar onmachtig zijn te interveniëren en

ouders die gewoon achter de [radicale] denkbeelden staan."

Vervang "waar Lonsdale voor staat" door "wat hun kind denkt en uitspookt", en je kunt dezelfde indeling toepassen op de ouders van de zoveel genoemde 'Marokkaantjes'. Het probleem, radicalisering, haat en wangedrag, ligt zowel bij de zogeheten allochtone als de autochtone jeugd, en op het bordje van al hun ouders. En het bestaan van de derde groep ouders geeft al aan dat het niet alleen de jeugd is die hier problematisch is. Hun gedrag legt een veel breder probleem bloot: de segregatie, verrechtsing en verharding in de gehele samenleving. 

"De jongeren lijken te handelen in de geest van wat veel ouders ook vinden. Ik kan me geen jeugdcultuur herinneren die zo mééging in een maatschappelijke controverse." (Onderzoeker J. van Donselaar in NRC 2 april 2005)

Het probleem ligt breder

Een web log kan zulke brede problemen moeilijk analyseren, laat staan oplossen, slechts signaleren. In meerdere van de meer gedegen opiniestukken van Tegenwicht is er al aandacht aan geschonken. Zie de inhoudsopgave. Wij signaleren:

Een land met een in feite multiculturele samenleving waaraan we, na al die eeuwen, nu nog maar niet kunnen wennen.

Een klein land in een snel globaliserende wereld.

Toenemende individualisering die nog niet geïntegreerd is in gemeenschapsdenken.

Ontzuiling en migratie, gevolgd door onzekerheid over identiteit en gemeenschappelijke waarden en normen.

Segregatie: groepen waarin men zich terugtrekt en die nauwelijks contact met andere groepen hebben. Moderne 'apartheid' dus. 

Gevoelens van onzekerheid over toekomstige baan en huisvesting.

Een welvarend land met desondanks massaal gevoelens van onbehagen.

Gevoelens van discriminatie, angst en haat.

Problemen met de opvoeding, vorming en zelfontwikkeling van alle jeugd, in het bijzonder de jongens en jonge mannen.

In toenemende mate problemen met het beheersen en kanaliseren van gevoelens van frustratie en agressie.

Het minste wat we kunnen doen is de discussie zuiver houden. Dus niet meegaan in de projectie en zondebokvorming, de simplificering. Het probleem niet leggen in 'de islam', 'de allochtone jeugd' en ook niet in 'de jeugd'. Beter: zelfkritisch zijn en de problemen onder ogen zien, en dan zien wat we kunnen doen.

Wat te doen?

Op globaal niveau kunnen we weinig doen. Op Europees gebied weinig meer dan kritisch stemmen. 

Op landelijk niveau hebben we stemrecht en de mogelijkheid van discussie in de media - en invloed op de kwaliteit daarvan. Het zijn de kijk- en lezerscijfers die beslissen over het voortbestaan van een genuanceerde omroep en het voortbestaan van de kwaliteitspers. En laat het debat nu eens niet gaan over 'de islam', maar over onszelf. Ook moet het niet voornamelijk gaan over repressie, maar over werkelijke integratie, waarmee dus geen assimilatie is bedoeld.

Integratie, inburgering: ook nodig voor veel Nederlanders, is al vaak geopperd. 

"Als je niets van de islam weet en alleen Geert Wilders hoort, denk je dat achter elke snor een terrorist zit" (Rob Witte van Forum in De Stentor, 5 april 2005).

Op gemeentelijk niveau is het mogelijk om contacten tussen de nu zo gesloten en apart levende groepen te bevorderen. Waar ook op bezuinigen, niet op het jeugd- en jongerenwerk, ook niet op sport, onderwijs en arbeidsbemiddeling voor jongeren. Juist jongerenwerkers hebben het probleem al lang zien aankomen en gesignaleerd. Nu de politiek nog.

Op wijk- en buurtniveau is het mogelijk ontmoetingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen te realiseren. 

"Lokale initiatieven om bevolkingsgroepen met elkaar in gesprek te brengen worden door het kabinet toegejuicht." (Media, o.a. Trouw, 6 april 2005) 

Niet dat dit gemakkelijk is: contact kan in eerste instantie tot polarisatie leiden, zoals we in Rotterdam gezien hebben. Maar het debat ging daar te veel over 'de islam' en haar eeuwenoude sharia en te weinig over integratie, ofwel over de Rotterdammers van nu zelf.

Op persoonlijk niveau kunnen we aan al het bovenstaande deelnemen: kritisch en zuiver denken, kwaliteit van media en politici belonen en zo in stand houden, deelnemen aan ontmoetingen, contact leggen. Dit kan iedereen.

Wie ouders zijn, zij kunnen hun best doen om niet tot de eerste groep ouders te behoren, de onwetenden, ook niet tot de derde groep, die zelf voorgaat in de haat en het aanwijzen van zondebokken - evenmin tot de ouders die op het sportveld langs het lijntje agressie aanwakkeren of op school 'verhaal komen halen' op agressieve wijze.

Blijft over de tweede groep ouders: bewust maar onmachtig. Hier geldt: zoek steun en hulp, bijvoorbeeld bij elkaar en bij uw kinderen, en blijf proberen goed contact met hen te leggen en behouden.

 

Vorige Start Omhoog Volgende