De Armeense kwestie en de Nederlandse politiekDe Federatie van Armeense Organisaties eist duidelijkheid van Nederlandse kamerleden met Turks bloed die nog geen standpunt innamen over de Turks-Armeense geschiedenis.
In Turkije is het verboden om de dood van honderdduizenden Armeniërs aan het begin van de vorige eeuw als genocide te benoemen. Het EU parlement heeft nu de toetredingseis laten vallen dat Turkije de volkerenmoord op Armeniërs erkent. Camiel Eurlings (CDA) heeft daarover advies opgesteld. Nu zijn enkele Nederlandse kandidaat-kamerleden met Turks bloed door hun partijleiding van de kandidatenlijst gehaald omdat zij op een forum gezegd hebben dat zij niet van "genocide" willen spreken. De Federatie van Armeense Organisaties in Nederland (FAON) vind dit juist.
Maar van Miosotis krijgen zij de titel bl/btk summa cum laude
uitgereikt. Miosotis wil hier wel enkele kritische kanttekeningen plaatsen.
Het eerste slachtoffer in dit verhaal is de Turkse mevrouw uit het voorbeeld van d’Oliveira, die volgens een fout in de Nederlandse bevolkingsadministratie op zesjarige leeftijd huwde en met elf jaar een kind kreeg. Deze 'feiten' kan zij noch hier noch in Turkije corrigeren, want 'de staat maakt geen fouten', en zo wordt haar persoonlijke waarheid door twee overheden 'verkracht'. De tweede (groep) slachtoffers, zijn kandidaats-kamerleden. De FAON eist van
hen om ook in Turkije de genocide te erkennen, wat daar wettelijk verboden is.
Dit is niet redelijk. Het probleem kan niet hier, op nationaal niveau, worden
opgelost; het is een probleem op EU-niveau dat alleen daar opgelost kan
worden. De emoties van de individuele mensen achter de FAON zijn terecht. Maar hier is eerder rationaliteit nodig. De FAON deed er daarom beter aan, om zich hard te maken voor een snelle toetreding van Turkije tot de EU. Daarna kan Turkije dan gebracht worden tot een juiste voorstelling van zaken over Armenië. Nu spreekt zij de verkeerde mensen aan. Die kunnen als individu toch niet meer rechtzetten wat er gebeurd is voor zij geboren werden. Historie is alleen relevant ter lering, niet ter vergelding. Aan de goede trouw van "Turkse" kamerleden hoeft niet getwijfeld te worden. Als de Nederlandse partijpolitiek het standpunt van Turkije aan de kaak wil stellen, dan moet ze dat niet hier, over de ruggen van Nederlandse kamerleden met Turks bloed regelen. De politieke partijen, moeten niet intern hun gelederen "etnisch zuiveren" in deze. Overheden kiezen voor bepaalde 'waarheden', Turkije voor de ene, Nederland
voor de andere, maar daar kunnen
individuele Nederlandse kamerleden met Turks bloed niet op
veroordeeld worden. Fouten van personen en overheden, blijven alléén en
uitsluitend voor
rekening van de individuen en haar rechtspersonen. Verder mag iedereen denken en zwijgen wat hij wil,
dit valt onder
de vrijheid van meningsuiting. Zwijgen is alleen laakbaar, als men zelf verantwoordelijkheid draagt in de
verzwegen waarheden.
|