Een gevoel van onmacht is daarbij niet onlogisch. 'Wat een ellende allemaal, maar wat kan ik er aan doen?' Dit: globaal denken en lokaal handelen.
De kredietcrisisDeze begon in de VS. Banken hadden te veel risicodragende hypotheken afgesloten. Mensen konden hun hypotheek niet meer betalen, met alle ellende van dien. Banken verzekeren hun kredieten bijna altijd, ook dit wordt dan weer herverzekerd en in die verzekeringen wordt dan ook nog gehandeld. Al met al kwamen niet alleen de mensen, hun banken, maar ook de kredietverzekeraars en hun banken, uiteindelijk ook de nationale banken in het nauw. De gevolgen zijn tot hier in Nederland te merken omdat banken kapitaal moeten afschrijven. Eigenlijk leeft heel de VS op krediet. Het geld komt voor een groot deel uit China. Daar wordt gewerkt, geproduceerd, verkocht. De lonen zijn er laag en de staat verdient er goed aan. Het communistische regiem daar denkt misschien communistisch ('eerlijk delen') maar handelt kapitalistisch ('flink geld verdienen') door veel geld te investeren en uit te lenen. Daarnaast is er veel particulier kapitaal dat wordt ingezet om dat kapitaal te vermeerderen. Volgens 'goed' kapitalistisch gebruik doet het er niet toe hoe, als het maar vermeerderd wordt - en het liefst ook nog eens snel. Speculeer. Koop een onderneming op, sluit de verliesgevende sectoren, krik de winstgevende sectoren op en verkoop 'm weer. Dat er zo mensen werkloos worden en er een onevenredige productie plaats vindt 'doet niet ter zake'. Sluit termijn-voedselcontracten af. Dat levert geld op. Dat mede daardoor de voedselprijzen stijgen 'doet niet terzake'. Remedies kunnen zijn:
De voedselcrisisDit is ernstiger. 850 miljoen mensen lijden honger en er zijn er nog een honderd miljoen bij te verwachten, aldus de Wereldbank (NRC 15 april, Tr 6 juni). Wij besteden maar een klein deel van ons inkomen aan voeding, maar in andere landen gaat bijna het hele inkomen op aan voedsel. Stijging van de prijzen kan dan rampzalig worden voor de gezinnen. Vandaar dat er in vele landen voedselrellen plaats vonden, bijvoorbeeld in de landen die vooral leven van maïs. Er waren onlangs voedselrellen in Argentinië, Peru, Mexico, Haïti, Burkina Faso, Mauritanië, Senegal, Ivoorkust, Zuid Afrika, Kameroen, Mozambique, Afghanistan, Bangladesh, Vietnam en Indonesië (Tr 29 april). Rijst is in een jaar tijd 80 tot 100 % of meer duurder geworden en er is voor slechts veertig dagen voorraad (Tr 19 april & 9 mei 2008). De prijs van soja-olie is in een jaar tijd verdubbeld (idem). BiobrandstofAls er uit maïs dan ook brandstof gemaakt kan worden ontstaat er schaarste en stijgen de prijzen. Maïs gaat geld opleveren en dus worden er bossen gekapt om maïsvelden aan te leggen. (VN-Rapporteur Ziegler in NRC 3 mei). Gebruik dan niet de korrels maar de bladeren, suikerriet of landbouwafval, zou je zeggen. Maar dit is niet de enige oorzaak, er zijn er meer. Misoogsten, rampen en klimaatveranderingOok deze kwamen wereldwijd ineens vaker voor. Hier is echter weinig aan te doen, in elk geval niet op korte termijn. Het enige is: elkaar helpen door overschotten over te hevelen en het beschikbare voedsel beter te verdelen. Men zegt wel dat er genoeg voedsel op de wereld is, en ook zal zijn (NRC 19 april). Dat kan, maar dan moeten we constateren dat het neo-liberale kapitalisme wel in staat is voldoende te produceren, maar dat het faalt om het ook eerlijk te verdelen. Dit is een taak voor de politiek - maar wereldpolitiek is moeilijk. Toename van bevolking en van consumptieMet name in landen als China, India en Brazilië gaat het economisch nu wat beter. De welvaart stijgt er en dan wil de chinees - enzovoort - ook wel wat meer en beter eten op het bord, met name meer vlees. Azië at in 2004, gemeten in calorieën, 330% meer vlees dan in 1977 (NRC 28 mei). De vraag neemt toe, dus de prijs zal stijgen. Productie van vlees, dus veehouderij, kost ook nog eens veel gewassen, zodat ook daar schaarste ontstaat en de prijzen stijgen. Overconsumptie in het WestenHet Westen blijft de grootste consument, van olie, maar vooral ook van vlees. (Meer) vegetarisch eten zou al heel wat schelen (NRC 11 mei). SpeculatieOp de termijnmarkt wordt vaak (bijvoorbeeld) rijst ingekocht vóórdat deze gekweekt is. Men sluit dan een zogeheten future contract. (Een future is ... en meer in Tr 9 mei). Dit soort contracten is exponentieel gestegen: vervijfvoudingd sinds 2005 (NRC 29 mei). Men spreekt met de boer tevoren een hoeveelheid en een prijs af en de boer gaat verbouwen en leveren. Als er nu intussen schaarste is ontstaan kan de handelaar het product voor een flink hogere prijs verkopen. Daarom wordt er nu veel geïnvesteerd in landbouwproducten - en daarom biedt 'investeren in landbouw' op zich nog geen oplossing zolang de handel op deze wijze geregeld is (VN-Rapporteur Ziegler in NRC 3 mei). Politieke besluiten: subsidies en investeringenDe prijs van landbouwproducten wordt niet alleen bepaald door vraag en aanbod (en omgekeerd: waar vraag naar is, dat levert iets op dus wordt verbouwd), er zijn ook andere factoren die de markt verstoren, te weten:
Als landen in het noordwesten hun eigen landbouw en export subsidiëren
verknoeit dit de markt voor de boeren in het zuiden van de wereld. Zij
ontwikkelen zich niet en hun producten blijven in hoeveelheid en
kwaliteit onder de maat. Dit schept schaarste in de ontwikkelingslanden
- die dan moeten importeren. Ook de zuidelijke politiek van maximum
prijzen, gecompenseerd met consumentensubsidies zetten niet aan tot
productieverhoging (NRC 9 juni 2008, Commentaar). Veel landen hebben te weinig geïnvesteerd in de landbouw. Men mikte op import tegenover de export van vaak slechts één product, of op de industrie, infrastructuur of onderwijs - of op korte-termijn winst, vaak hiertoe geadviseerd door het IMF en de Wereldbank die hun uitgeleende gelden terug wilden zien. Men ging 'geld kweken' in plaats van voedsel. China en India bijvoorbeeld hebben wel in de landbouw geïnvesteerd en hun economieën bloeien nu (NRC 31 mei 2008). De voedselimperia en hun neoliberale beleidOp wereldschaal is er door de politiek te veel gemikt op de heilzame werking van de vrije markt en is er te weinig tegengewicht gegeven tegen invloed van de voedselimperia met hun handelssystemen en hun voorkeur voor grootschaligheid (NRC 10 mei) en technische oplossingen - lees: genetische manipulatie en pesticiden (NRC 15 april). De markt kan goed produceren maar in het eerlijk verdelen faalt zij. Daarvoor is de politiek nodig (NRC 29 april & 10 mei; Ban Ki Moon in NRC 2 mei). De vrije markt kan de honger niet stillen (Tr 27 mei). Remedies kunnen zijn:
Een oliecrisisDie kwam er nog eens bovenop. Er wordt steeds meer olie gebruikt en niet echt veel meer geproduceerd; de buffervoorraad slinkt flink. Ook hier geldt de wet van vraag en aanbod: meer vraag, dus hogere prijzen. Ze schieten omhoog. Ook hier geldt dat er meer gebruikt wordt in de opkomende ontwikkelingslanden, vooral in China, dat brandstof subsidieert. Maar ook in het Westen wordt steeds meer olie gebruikt. De oliecrisis kan regionaal vervelend uitpakken, maar kan mondiaal een zegen zijn. Als olie duurder wordt, wordt vervoer duurder, dus wordt alles duurder; inflatie en stagflatie dreigen. De keerzijde van de medaille is dat men naar alternatieven gaat zoeken: minder vervoer, zuiniger rijden, alternatieve energiebronnen aanboren (Tr 16 juni). Dat moet wel, want eens zal die olie toch echt wel opraken (NRC 4 juni). Dus:
De watercrisisDie komt er aan. Schoon water wordt steeds zeldzamer en dus steeds kostbaarder. Prins Willem-Alexander weet er alles van. Er komen mensen zonder water te zitten, wat ook voor de landbouw fnuikend is. In landen als China, India en Rusland zijn de rivieren meer dan ernstig vervuild. Dus:
Kortom: consuminderen
|