Eindelijk nuchterheidHoe nu verder?
|
Niet iedere allochtoon is moslim. | |
Niet iedere moslim is orthodox. | |
Niet iedere orthodoxe moslim is extremist. | |
Er zijn heel veel links-liberale allochtonen die ook geen moslim zijn; hij noemt vooral de Turken. | |
Deze links-liberale allochtonen "staan pal voor emancipatie [...,] voor gelijkheid van man en vrouw, voor vrijheid van meningsuiting, voor solidariteit [... en] tegen de politieke islam [... en] tegen eerwraak [...]." |
Zijn klacht is dat deze grote groep niet gehoord wordt omdat de regering vooral luistert naar het Contactorgaan Moslims en Overheid, dat uit moslims bestaat en naar zijn idee gedomineerd wordt door de orthodoxe richting daarbinnen. Daardoor wordt het debat "geïslamiseerd". Maar ook de linkse partijen hebben deze geluiden onvoldoende opgepikt. Over de 'liberale' partijen spreekt hij maar niet. Liever ziet hij zelf een links-liberale minderhedenpartij opkomen.
De bundel zelf was nog niet verkrijgbaar. Trouw gaf op 19 februari een voorpublicatie van drie andere auteurs. Daarvan kiezen Nahed Selim en imam Mustapha Önlü de invalshoek van de religie, de islam dus.
De eerste is er uiterst kritisch over en heeft er geen vertrouwen in; | |
de tweede heeft dit wel en benadrukt de overeenkomsten tussen christendom en islam en de mogelijkheid om samen te spreken en te werken. |
Na het verschijnen van de bundel en de discussie in De Rode Hoed op 24 februari hopen wij hierop terug te komen.
Mohammed B. was en is uitgesproken een 'product', als je dat zo mag zeggen van een mens, van de Nederlandse samenleving anno nu, niet een 'product' van van een tak (van een tak van een tak) van een vermeende islam van eeuwen geleden.
Dat hij hiervoor koos, met zijn maten, kan nooit aan Al Ghazali, Ibn Taymiyya of Sayyid Kutb liggen (Trouw, 22 februari 2005), net zo min als we de euvele daden van de IRA en de ETA - of neem met christelijke Duitsland van 1940 of de superchristelijke VS van nu - kunnen toeschrijven aan Mozes, de profeet Jesajah of Jezus. Er is ook niemand die dit doet. We moeten kijken naar het huidige of toenmalige Ierland, Spanje, Duitsland en de VS.
Met name bij het punt: hoe gaan wij met onze jeugd om, in het bijzonder onze allochtone jeugd. "Onze": ja, het zijn Nederlanders, met taal, pasport en al, en merendeels hier geboren en getogen. Zijn 'onze' jongeren dan niet agressief, niet bedreigend, niet afgedwaald? Hoe gaan wij hier eigenlijk mee om? Het gaat hier ook merendeels om jongens.
Daar moeten we het over hebben. Wat gebeurt er? We hebben het over de islam: het debat is geïslamiseerd. Het oogt als een zondebokproces. De zondebok is de islam - zijn de miljoen Nederlandse moslims geworden. Dus reageren zij daarop. Enzovoorts. Kijk eens in de geschiedenis: 'Integreer! Ken 'onze' geschiedenis!'
Intussen was het boekje van Geert Mak al wel verkrijgbaar.
Mak is op zijn manier verfrissend.
Zijn grote klacht is dat het debat sinds de moord op Van Gogh
zo weinig rationeel is gevoerd.
Kreten en emoties overheersten een gedegen analyse; politieke paniek leidde tot gevaarlijk in plaats van tot
veilig beleid. Klik desgewenst op de knop "Vorige" hier
bovenaan.
Voor zover het debat in de Kamer is gevoerd, werd daar al meteen van "oorlog" gesproken - een gevaarlijke interpretatie van wat er gebeurd was. De meeste media, vooral de televisie en een krant die van koeienletters houdt, "Het is oorlog", gaven meer ruimte aan opinieleiders en columnisten en hun emoties dan aan bijvoorbeeld wetenschappers met hun kennis en analyses.
De eersten speelden in hoge mate in op angst en samen met de meeste politici spraken zij vooral over 'de' islam, 'de' allochtonen en de integratie - lees: assimilatie. Alsmaar spraken zij over 'maatregelen', dwang, wetten, bevoegdheden, autoriteiten, dus vooral over segregatie. Bruggenbouwers als Cohen werden als soft terzijde geschoven ten gunste van 'krachtige taal'.
Dit, aldus Mak, terwijl de Nederlandse samenleving en cultuur al sinds eeuwen over vele andere middelen beschikt om problemen op te lossen, pacificerende middelen in plaats van krijgshaftige taal.
De geschiedkundige Mak ziet en schetst parallellen met wat er in de jaren dertig in Europa gebeurde: emotieve taal, slogangs, one liners, simplistische analyses en oplossingen, sterke leiders (en legers, inlichtingendiensten en Polizei), rechtse populisten, nationalisme, fundamentalisme, segregatie en erger. De historicus herkent dit met zorg en spreekt deze uit.
want deze wil vijf wissels "definitief en onomkeerbaar" omzetten, waarvan de eerste is: "Nooit meer vergelijken met vroeger"
(in zijn stuk in de bundel en de voorpublicatie daarvan in Trouw op 19 februari).
Een politicus dus, die niet wil leren van het verleden omdat het toen, volgens hem dan, toch allemaal anders was - ja, logisch, neem die in acht maar kijk er wel naar.
Impliciet echter zegt hij, zich ontmaskerend als populist die stemmen wil trekken: 'Luister niet naar die geleerden. Ik weet het beter, ik, de leider; volg mij svp." Brrrhhh... Dit "Brrrhhh..." wordt door Mak onderbouwd.
Dit omdat Mak 'de opiniemakers' aanvalt zonder namen of citaten te noemen. Ephimenco acht zich, en is, een van hen. In een egocentrisch aandoend stuk verwijt hij Mak zelf angst te zaaien door diens vergelijkingen met de jaren dertig, 'zonder citaten of onderbouwing, populistisch' dus. Mak onderbouwt terdege, citeert en geeft bronnen, al schrijft hij in dit geval geen proefschrift met 500 noten.
Scherper dan Gert Wijnstok in een ingezonden brief aan Trouw (22 februari 2005) kan men niet reageren:
"De reactie van Ephimenco op het boek 'Gedoemd tot kwetsbaarheid' van Geert Mak is en illustratie van het gelijk van laatstgenoemde."
die hij ook geeft, zij het niet in een boek met een vracht aan noten en literatuurverwijzingen - slechts enkele, waaronder persoonlijke, hetgeen tegenwoordig mag.
In verband met het bovenstaande, wat Zeki Arslan zei over de islamisering van het debat:
Mak citeert de Marokkaanse sociologe Fatima Mernissi (die van de Erasmus prijs), die
"suggereerde [...] dat Mohammed B. wellicht eerder een product van de moderne Nederlandse samenleving was dan van de traditionele islam: hoe kon het anders zover komen dat een jongeman zo verstrikt raakte in eenzaamheid en verwarring?"
Een jongeman en een kleine groep die, zo zegt Mak eerder, niet de traditionele islam volgde, maar hun eigen bijna private moderne islam schiepen, een islam die hooguit een 0,04 procent van de moslimbevolking met hen kan delen. Dit klopt met de feiten die Zeki Arslan noemt.
Het punt is dan niet zozeer 'Wat zegt die zeer specifieke (tak van een tak van een tak van de) islam, als wel: waarom kiezen Nederlandse (pasport, taal, hier geboren en getogen) jongeren hiervoor? Daar moeten we het over hebben. Niet zozeer over Mozes, Jesajah, Jezus of De Profeet en Al Ghazali - al is het uiterst nuttig hier allemaal aandachtig kennis van te nemen, vergeet vooral de Dag Hammadi geschriften niet - maar vooral toch ook over onszelf, Nederlanders, nu, anno 2005.
Het belangrijkste feit dat we nuchter onder ogen moeten zien en dat geen emotieve tv-uitzending en geen krijgshaftige taal van politici kunnen wegnemen:
"Wij zijn gedoemd tot kwetsbaarheid."
Zo is namelijk de mens.